Updates
Nieuws

Terugkerende nachtmerrie voor de Ontbossingswet

Vorig jaar werd de langverwachte Europese ontbossingswet (EUDR) met een jaar uitgesteld. Nu wil de Europese Commissie daar nog een jaar bovenop doen – ondanks een duidelijk signaal van Europese burgers dat ze natuurwetgeving niet afgezwakt willen zien. Een uitgestelde of afgezwakte EUDR zou enorme negatieve gevolgen hebben voor bossen.

De Europese Commissie kondigde deze week aan dat ze de Ontbossingswet (EUDR) – opnieuw – met een jaar wil uitstellen. De reden zou een IT-probleem zijn. Om een product dat mogelijk ontbossing veroorzaakt op de markt te kunnen brengen, moet een verklaring worden ingediend, samen met informatie over de oorsprong van de producten of een verwijzing naar eerdere verklaringen, dat het product ontbossingsvrij is.

Het registratiesysteem voor die producten zou onvoldoende capaciteit hebben.  Het gaat inderdaad om veel producten en dus een groot datavolume. Maar veel van die producten veroorzaken ook effectief ontbossing. Via de import van o.a. cacao, koffie, rundsvlees, palmolie, rubber en hout is de bijdrage van de EU aan wereldwijd bosverlies aanzienlijk: volgens conservatieve inschattingen zou het stoppen van deze import bijna drie keer de oppervlakte van België aan bossen redden in de komende tien jaar.  

Ontbossing raast ongeremd verder

Elk jaar uitstel betekent dan ook opnieuw veel te veel ontbossing – ongeveer 1 boom per seconde. Dat betekent ook: megatonnen bijkomende CO2 in de atmosfeer. Samen met bosbranden – op hun beurt aangewakkerd door klimaatverandering – beukt ontbossing zodanig in op bossen dat ze hun onmisbare rol als koolstofput steeds minder kunnen waarmaken. Daardoor blijft meer CO2 in de atmosfeer hangen, wat voor snellere opwarming zorgt. Ontbossing heeft een waaier van nefaste gevolgen, die zich laten voelen van het hele lokale tot op wereldwijd niveau, maar de economische schade veroorzaakt door dit klimaateffect is daarbij een van de belangrijkste.

Niet dat het probleem niet duidelijk is. Er worden ook continu beloftes gemaakt, grote akkoorden tussen landen of vrijwillige engagementen van bedrijven. Maar die hebben tot nu toe weinig opgebracht.   

Het roer moet worden omgegooid, en de Europese ontbossingswet (EUDR) was daarin een stevige ruk in de juiste richting. Voortbouwend op de Europese houtverordening, met de steun van 1,2 miljoen burgers en in brede politieke consensus, werd de EUDR in 2023 een feit. Bedrijven, landen en kleinschalige boeren over heel de wereld hebben zich jarenlang voorbereid en investeringen gemaakt om de wet tijdig te kunnen naleven vanaf eind 2024 –  en zo ontbossing mee te helpen stoppen.

Groeiende weerstand tegen het redden van bossen

Dat lijkt ondertussen bijna te mooi om waar te zijn. Eind 2024 werd de inwerking-treding met een jaar verlaat. Het afgelopen jaar werd door een deel van het Europees Parlement en landbouwministers van verschillende EU-lidstaten ook een koppig pleidooi gevoerd om de wet sterk af te zwakken, met o.a. vrijstelling van vooral EU-landen. De EUDR dreigt ook terecht te komen in een zogenaamde milieu-omnibus, een pakket waarbij verschillende wetten tegelijk worden afgezwakt.

En begin deze week kwam er een brief vanuit de commissie met de mededeling dat ze de intentie heeft om de wet opnieuw met een jaar uit te stellen. Als ze het voorstel ook indient, dan wordt de wet opnieuw geopend, gevolgd door mogelijke aanpassingen door en onderhandelingen met de lidstaten en het Europees Parlement.

De timing van het sluiten van een handelsakkoord met Indonesië – de belangrijkste exporteur van palmolie, maar ook andere producten die onder EUDR vallen zoals cacao en koffie – is wel héél toevallig. De sterke afname van ontbossing in dat land het voorbije decennium was een van de weinige positieve verhalen voor bossen wereldwijd. Maar die trend lijkt ondertussen terug om te keren. Nieuwe ontbossingsfronten zin zich aan het openen in nog heel ongerept bos in West-Papua.

Geen voortrekkersrol meer

Of de IT-perikelen een excuus zijn of de echte reden – te weinig middelen voor een onmisbare wet: in beide gevallen is het uitstel onaanvaardbaar.

Zelfs als de EUDR hier alsnog zonder veel kleerscheuren uitkomt  – en die kans lijkt steeds kleiner – heeft de hele saga alleen al enorme schade toegebracht. In plaats van voluit in te zetten op degelijke voorbereiding en ondersteuning, heeft Europa hiermee zelf twijfel en onzekerheid gezaaid. Al het collectieve getouwtrek tussen voor- en tegenstanders van aanpassingen (bij een wet die al was goedgekeurd) kost ook tijd en middelen. En met dit bijkomende uitstel verliezen we veel van wat nog overbleef aan geloofwaardigheid. Het is een slag in het gezicht van bedrijven en andere spelers die hun verantwoordelijkheid hebben opgenomen en zich hard hebben ingespannen om op tijd de wet te kunnen naleven. Het geeft bovendien een enorm slecht signaal aan de vooravond van de klimaattop COP30, nota bene in bosland Brazilië.  

De EUDR werd bij aanname historisch genoemd. Het zorgde binnen de EU voor een gelijk(er) speelveld, waarbij bedrijven die beter hun best deden om ontbossing te stoppen, werden beloond. Er werd een momentum gecreëerd om toeleveringsketens snel ontbossingsvrij te maken, dat wordt nu terug sterk afgeremd. Het roer wordt teruggedraaid, en zo stevenen we nog steeds op de ijsberg af.

Terug

Een zware week voor bos

Stelplaats kost samenleving miljoenen, zegt nieuwe studie over Wissenhage

Lees meer artikels