Jonge bossen op voormalig sterk bemeste landbouwgronden worden vaak gekenmerkt door een homogene kruidvegetatie van snelgroeiende plantensoorten (bv. brandnetel of braam). De bodemcondities spelen hierbij een belangrijke rol (zie artikel 1, dit themanummer). Om een soortenrijke kruidlaag te ontwikkelen is de beperking van plantengroei cruciaal. Als veel licht, water en essentiële nutriënten beschikbaar zijn krijgen snelgroeiende, competitieve soorten vrij spel en worden andere soorten weggeconcurreerd. In lichtrijke tot matig schaduwrijke, niet-droge bostypen is er voldoende licht en water beschikbaar en zal de beschikbaarheid van nutriënten de competitie tussen planten sturen. Om hier een soortenrijke kruidlaag te laten ontwikkelen moet de plantengroei gelimiteerd worden door een lage beschikbaarheid van stikstof en/of fosfor. In jonge bossen zijn de gehalten aan stikstof en fosfor in de toplaag echter vaak erg hoog. Omwille van de hoge stikstofdepositie in Vlaanderen is het creëren van stikstoflimitatie in jonge bossen vrijwel onmogelijk en dient gestreefd te worden naar een beperkende fosforbeschikbaarheid. In functie van het herstel van soortenrijke graslanden worden momenteel op verschillende plaatsen in Nederland en Vlaanderen de fosforconcentraties gereduceerd door verschralende beheermaatregelen zoals maaien of ontgronden. Bij de aanleg van bossen op voormalige landbouwgrond worden deze maatregelen vooralsnog niet of nauwelijks toegepast. Beheerders hebben niet altijd de tijd en de middelen om via ingrijpende maatregelen de abiotische omstandigheden na een landbouwgebruik te verbeteren. In die gevallen kan de vegetatieontwikkeling via een geschikte boomsoortenkeuze of andere beheeringrepen deels gestuurd worden. In het natuurbehoud wordt steeds meer belang gehecht aan het herstel of het behoud van natuurlijke processen, eventueel gestuurd of begeleid door de beheerder. Dit geldt ook steeds meer voor bosuitbreiding. Hier zetten we de verschillende mogelijkheden waarmee de beheerder de ontwikkeling van de boom-, struik- en kruidlaag kan sturen op een rijtje.
Gelieve als volgt te citeren:
De Schrijver, A., Van Uytvanck, J., Thomaes, A., Schelfout, A., Mertens, J. (2011). Ecologische bosontwikkeling op voormalige landbouwgronden in de praktijk: keuzes voor beheerders. Bosrevue 37b, p7-11.
ISSN 2565-6953 – Bosrevue 37b