We leven vandaag in een maatschappij die overspoeld wordt met data. Je kan het onderwerp zo gek niet bedenken of iemand heeft er wel statistieken over gepubliceerd. Dat is ook broodnodig want uit data kan je informatie halen om op een gefundeerde manier met maatschappelijke uitdagingen om te gaan. Het is dan ook verbazingwekkend dat er in het verleden zo weinig data werden verzameld en gepubliceerd over de Vlaamse rondhoutstromen. Hoeveel hout wordt er jaarlijks in Vlaanderen geoogst of geïmporteerd en naar welke afzetmarkten stromen deze volumes? Blijft het geoogste hout binnen Vlaanderen of wordt het geëxporteerd? De maatschappelijke uitdagingen én opportuniteiten die gelinkt zijn met een duurzame/lokale houtindustrie zijn niet min. Zij kan een belangrijke factor zijn in de weg naar een klimaatvriendelijke samenleving en past mooi in het model van een kringloopeconomie.
Goede cijfers verzamelen over nationale of regionale houtstromen is perfect mogelijk. Daar zijn onze noorderburen het mooiste voorbeeld van: al meer dan 30 jaar verzamelt en verwerkt de stichting Probos er cijfers over de Nederlandse rondhoutstromen.
Eerste cijfers over de houtmarkt via eco2eco
Een opportuniteit om de Vlaamse houtstromen beter in beeld te brengen, deed zich voor via het Interreg-project eco2eco. Met dit project willen acht Vlaamse en Nederlandse partners werken aan een hogere economische en ecologische waarde van bossen in de grensregio. Concreet streven zij naar duurzaam bosbeheer waarmee zowel natuurdoelen gerealiseerd worden als kwaliteitshout kan geoogst worden. Het derde werkpakket van eco2eco richtte zich specifiek op de (rond)houtmarkt in Vlaanderen en Nederland. In opdracht van Natuurinvest, één van de acht projectpartners, werden drie studies uitbesteed aan BOS+ en Probos om een beter zicht te krijgen op de vraag naar en het aanbod van rondhout in Vlaanderen en Nederland. De eerste studie behandelde de houtstromen in Vlaanderen en Nederland, de tweede studie analyseerde welke beheerparameters een invloed hebben op rondhoutprijzen en de derde studie ging dieper in op de toekomstige vraag naar (kwaliteits)hout. Dit artikel is grotendeels gebaseerd op het voor Vlaanderen relevante gedeelte van de eerste studie. Het behandelt de houtstromen van het in Vlaanderen geoogste rondhout afkomstig uit bossen (dus exclusief stedelijk groen, houtkanten, tuinen…). Waar relevant wordt de vergelijking met Nederland gemaakt of een toelichting gegeven over houtstromen tussen beide landen. Verder wordt er ook kort toelichting gegeven over de import-export van Belgisch rondhout. Cijfers daarover zijn voor Vlaanderen niet beschikbaar, dus wordt de situatie geanalyseerd aan de hand van Belgische cijfers.
Rondhoutoogst in Vlaamse bossen
Een inschatting van de rondhoutoogst werd geactualiseerd door de gemiddelde oogstcijfers (2014-2016) van het ANB en de bosgroepen aan te vullen met een bijschatting van de rondhoutoogst door private eigenaars die niet zijn aangesloten bij de bosgroepen. Omwille van de relatief hoge rondhoutoogst en de kenmerkende eigenschappen – zowel met betrekking tot de groei van de boom als de verwerking van het hout – werden populieren apart meegenomen en verrekend. Ook rondhout dat geoogst werd om op informele wijze als brandhout te verkopen, werd in rekening gebracht. De berekeningen en inschattingen zijn beschreven in Oldenburger et al. (2017). In zijn totaliteit wordt de Vlaamse rondhoutoogst geschat op 851 000 m³, waarvan 526 000 m³ industrieel rondhout ¹ en 325 000 m³ brandhout. De Vlaamse oogst van industrieel rondhout bestaat volgens deze inschatting voor ongeveer de helft (49%) uit naaldhout, voor 38% uit populier en voor 13% uit overig loofhout (hierna steeds omschreven als ‘loofhout’). De oogst van brandhout wordt ingeschat op 10% naaldhout, 20% populier en 70% loofhout. Het globale cijfer komt goed overeen met de inschatting van Vandekerkhove et al. (2014), die het Vlaamse houtaanbod schatten op ruim 1 miljoen m³ per jaar, waarvan 200 000 m³ uit hoog groen buiten bos zou afkomstig zijn. Zij schatten wel een hoger aandeel brandhout ten opzichte van industrieel hout. Het informele karakter van de brandhoutmarkt, de beperkte gegevens over de export van Vlaams rondhout en de beperkte kennis over de houtoogst bij een deel van de private boseigenaars belemmeren voorlopig echter een duidelijker beeld op deze verhouding.
Rondhoutverwerking in Vlaanderen
De focus van de studie naar de houtstromen lag op het inzichtelijk maken van de afzetmarkten van industrieel rondhout. Welke verwerkende industrieën gebruiken het in Vlaanderen geoogste rondhout? Hoe is deze bevoorrading verdeeld? In Nederland verzamelt Probos al decennialang jaarlijks gedetailleerde informatie over de rondhoutverwerking, -import en -export door Nederlandse bedrijven. Een dergelijke traditie ontbreekt echter in Vlaanderen. Voor de studie werd dan ook dankbaar gebruik gemaakt van de Nederlandse expertise.
Na de inschatting van het oogstvolume per boomsoortgroep werd een basisverdeling per type rondhoutverwerker uitgewerkt. Voor populieren kon gedeeltelijk gebruik gemaakt worden van de publicatie van De Boever en Van Acker (Bosrevue 5, 2003). Voor loofhout en naaldhout was geen literatuur over Vlaanderen of België beschikbaar, daarom werd in eerste instantie gebruik gemaakt van de verdeling in Nederland. Hiermee werden stroomschema’s opgesteld die vervolgens
- werden besproken in interviews met 14 belangrijke actoren op de Vlaamse rondhoutmarkt,
- werden voorgelegd op een workshop met een 25-tal deelnemers uit de Vlaamse en Nederlandse bos- en houtsector, en
- werden aangepast aan de resultaten van een digitale enquête gericht aan de Vlaamse rondhoutverwerkende industrie.
De digitale enquête werd uitgestuurd naar 47 bedrijven, waarvan uiteindelijk 10 bedrijven het ingevulde formulier teruggestuurd hebben.
Ondanks de relatief lage respons op de digitale enquête vormde de gehanteerde werkwijze de best mogelijke benadering voor het genereren van een eerste inzicht in de Vlaamse rondhoutstromen. De resultaten hiervan worden samengevat in onderstaande overzichtsfiguur. Volgens onze inschatting blijft circa 51% van het industriële rondhout in Vlaanderen en wordt 49% geëxporteerd.
Binnen Vlaanderen wordt het geoogste volume voornamelijk ingezet in de plaatindustrie (51%), gevolgd door de rondhoutzagerijen (37%), waarvan het merendeel (32%) tot houten verpakkingen zoals palletten en kisten wordt verwerkt. Ook wordt er in de regio papier en karton (8%) en fineer (4%) van Vlaams rondhout geproduceerd. Het fineer betreft voornamelijk afrolfineer voor de verpakkingsindustrie. Een frappant verschil met Nederland is het grote belang van onze plaatindustrie. Een deel van het Nederlandse rondhout komt dan ook bij Vlaamse platenproducenten terecht. De houtvezelproductie heeft zich dan weer bij ons nauwelijks ontwikkeld, maar is in Nederland sterk vertegenwoordigd. Daar was in de periode 2011-2015 immers gemiddeld 27% van het rondhout bestemd voor de productie van houtvezels. Dit wordt voornamelijk gebruikt voor de paardenhouderij, als stalstrooisel. Belangrijk is wel dat deze markten bepaald worden door een zeer beperkt aantal grote spelers; wanneer één van hen andere strategische keuzes maakt of zou delokaliseren, dan heeft dat meteen een enorme impact op de houtstromen.
De afzetmarkten verschillen echter sterk voor de verschillende boomsoortgroepen. De verdeling binnen elke groep wordt daarom zowel voor het in Vlaanderen verwerkte als het geëxporteerde volume verder toegelicht.
Naaldhout
Vlaams industrieel naaldhout wordt binnen de regio grotendeels verwerkt tot plaatmateriaal (66%). Verder wordt 25% van het volume verwerkt door rondhoutzagerijen, voornamelijk voor de productie van verpakkingshout, maar de hogere kwaliteiten worden ook verzaagd tot bv. tuinhout. De papier- en kartonindustrie is goed voor de verwerking van 9% van het volume.
Loofhout
Ook het in Vlaanderen geoogste industrieel loofhout (excl. populieren) wordt in Vlaanderen vooral verwerkt door de producenten van plaatmateriaal (78%). Daarnaast wordt 16% verwerkt door rondhoutzagerijen, 2% door de producenten van verpakkingsmateriaal en 4% door een producent van hoogwaardige afrolfineer.
Populieren
De Vlaamse rondhoutzagerijen verwerken 72% van de industriële populierenstammen tot verpakkingshout (slechts een minimale fractie hiervan wordt verzaagd voor andere toepassingen). Daarnaast wordt gemiddeld 14% van het Vlaamse industrieel populierenrondhout jaarlijks verwerkt tot afrolfineer voor fruitkisten en wordt 14% ingezet voor de productie van papier en karton.
Import en export van Vlaams rondhout
Nauwkeurige cijfers over rondhoutimport en -export bestaan er tot op heden niet voor Vlaanderen. Op Belgisch niveau zijn hier wel cijfers over te vinden, met name in Panorabois, een document dat door het Waalse Office Économique du Bois tweejaarlijks wordt uitgegeven. Idealiter zou dergelijke oefening in Vlaanderen ook plaatsvinden, maar vandaag de dag gebeurt dit nog niet. Door de aanwezigheid van de haven van Antwerpen spelen België en Vlaanderen een belangrijke rol in de internationale houthandel. Er moet opgemerkt worden dat de cijfers die hieronder gegeven worden misleidend kunnen zijn voor iemand die er niet in thuis is: België fungeert immers vaak ook als ‘transitland’ voor houtproducten die vanuit onze havens verder Europa in worden getransporteerd. Omgekeerd voeren heel wat buurlanden hun houtproducten in België in om ze via de haven van Antwerpen te kunnen exporteren. Deze volumes zitten vervat in de handelsdata en kunnen hier niet uitgefilterd worden.
Naaldhout
België importeert veel meer naaldhout rondhout dan dat het exporteert (2 000 000 m³ import t.o.v. 500 000 m³ export in 2016). Als er gekeken wordt naar de oorsprong van dit naaldhout komen voornamelijk de buurlanden Duitsland, Frankrijk, Nederland en Luxemburg in beeld. België is dus een netto-importeur van naaldhout rondhout, grotendeels te verklaren door de grote vraag die een dichtbevolkt land genereert, en de toch wel beperkte ruimte voor houtproductie. Dezelfde landen komen ook terug als eindbestemming van het in België geoogste naaldhout. Daarnaast komt in de exportgrafieken ook Indië in beeld, omdat jaarlijks ongeveer 50 000 m³ onverwerkt naaldhout naar dat land wordt verzonden (data gemiddeld voor 2014-2016).
We kunnen op basis van deze cijfers concluderen dat de naaldhoutverwerking in België voorlopig nog sterk “lokaal” (zijnde West-Europees) verankerd is, en dat import en export van rondhout zich voornamelijk tussen buurlanden voordoet.
De import- en exportcijfers lijken ook relatief stabiel, maar ervaring op het terrein leert ons dat de bevoorrading van naaldhoutverwerkers steeds moeizamer verloopt, zeker in Vlaanderen. Dit vertaalt zich in een vergroting van de actieradius waarin rondhoutverwerkers hun hout moet aankopen, wat dan weer kan resulteren in een dalende rendabiliteit van het bedrijf, en een meer kwetsbare positie op het gebied van verzekering van de volumes primaire grondstof die het bedrijf nodig heeft voor zijn werking. Als dergelijke factoren te belangrijk worden, kan dit voor een bedrijf de duw in de rug zijn om te delokaliseren naar regio’s waar het houtaanbod beter verzekerd kan worden.
Loofhout
Voor loofhout ligt de situatie ietwat anders. De voornaamste soorten die internationaal verhandeld worden zijn beuken (Fagus sylvatica), Europees eiken (Quercus robur / petraea) en populieren (Populus spp.). Bij beuk ligt het geïmporteerde volume, net als bij het naaldhout, ver boven het geëxporteerde volume, bij eik en populier liggen de volumes dichter bij elkaar.
Er wordt jaarlijks 100 000 à 200 000 m³ beuken rondhout geëxporteerd uit België. Van 2012 tot en met 2015 ging een groot aandeel van de export richting China en Frankrijk. In 2016 viel de export naar Frankrijk grotendeels stil, waardoor China duidelijk als exportland primeert. Ook bij Europees eiken (ca. 200 000 m³ in 2016) springt de export naar China in het oog. Hier zien we een gestage stijging vanaf begin jaren 2000’. De beperkte Belgische productie van loofhout (excl. populier) en de stijgende export in combinatie met een dalende import in de laatste jaren, leggen een hoge druk op de rondhoutverwerkers. Voornamelijk de (kleinere) zagerijen lijden hier sterk onder.
Populier is hetzelfde lot beschoren. Import van dit rondhout gaat sinds 2014 sterk achteruit, terwijl de export gestegen is tot boven het niveau van voor de economische crisis. Er wordt voornamelijk geïmporteerd vanuit Frankrijk, terwijl de export eerder gebeurt naar landen buiten de EU, zijnde Indië, Egypte, Marokko en China. In 2016 lagen import en export met ca. 200 000 m³ dicht bij elkaar. Dit betekent dat de lokale houtverwerking, nog meer dan bij de andere houtsoorten, aangewezen is op de volumes die in België geproduceerd worden. In Wallonië is de populierenteelt grotendeels beperkt tot de provincie Henegouwen. In Vlaanderen is deze boom sinds de 19de eeuw zeer belangrijk geweest over verschillende provincies heen, maar volgens de preliminaire resultaten van de tweede Vlaamse Bosinventaris gaan de volumes op stam bij ons nu ook sterk achteruit. Er verdwijnen veel meer populierenrijen en –bossen dan er opnieuw worden aangeplant.
Discussie en conclusie
De eerste studie over de rondhoutstromen in Vlaanderen schetst een verhelderend beeld op de Vlaamse afzetmarkten. Om het plaatje te vervolledigen en te verfijnen zouden accurate cijfers over de rondhoutoogst (bij privéeigenaars) en de Vlaamse import en export van rondhout op regelmatige basis moeten verzameld worden. Wanneer de Belgische handelsstatistieken van de laatste 3 jaar onder de loep worden genomen, zien we een duidelijke daling van het ingevoerde rondhout. Voor Europees eiken en populieren zien we aan de andere zijde een stijgende export. Hoewel deze periode te kort is om van een echte trend te spreken, zorgt de huidige evolutie toch voor een zeer oncomfortabele situatie voor heel wat Vlaamse rondhoutverwerkende bedrijven. Omdat Vlaamse (rond)houtverwerkers een belangrijk onderdeel kunnen vormen van de transitie naar een lokale circulaire economie en zij bovendien een bijdrage leveren aan de broodnodige strijd tegen klimaatverandering verdienen zij voldoende ondersteuning. We moeten immers absoluut vermijden dat er een (verdere) kaalslag plaatsvindt onder onze lokale houtverwerkende bedrijven. Op middellange tot lange termijn kunnen de volgende initiatieven positieve perspectieven bieden: 1) het stimuleren van innovatie in de houtverwerkende sector, 2) actief werken rond bosuitbreiding en 3) sensibilisatie rond duurzame houtproductie.
Hoewel de bestaande ondersteuning voor innovatie niet altijd even goed gekend is, doet Vlaanderen het op dit vlak niet zo slecht. Dit wordt gestaafd door de recente opstart van Ide Woods, een investering van Lefibo, die gebruik maakte van de Strategische Transformatiesteun. Het familiebedrijf dat gespecialiseerd is in het verzagen van naaldhout voor allerlei toepassingen in de verpakkingsindustrie, fabriceert sinds januari 2019 ook gevingerlast hout voor hoogwaardige toepassingen zoals constructies. Met hun innovatieve toepassing zetten zij volop in op kwaliteit en maatwerk voor de klant. Zo kunnen zij met hun gevingerlast hout lengteoplossingen van meer dan 6 meter bieden. Zelf verzagen ze enkel naaldhout, maar het vingerlassen kunnen zij op vraag ook met verschillende loofhoutsoorten toepassen. Aan bedrijven als Lefibo biedt Vlaanderen zowel financiële als logistieke ondersteuning. Voor technische hulp en informatie kunnen bedrijven ook terecht bij wood.be en Hout Info Bois.
Om in de toekomst de bevoorrading van de lokale houtverwerkende industrie te garanderen zou Vlaanderen ook veel actiever moeten inzetten op de beloofde bosuitbreiding. Waar geen uitzonderlijke biodiversiteitswaarden primeren, kan houtproductie een belangrijk doel zijn, zonder daarbij uiteraard de andere waarden die bossen leveren uit het oog te verliezen. Hierbij blijven communicatie en sensibilisatie bijzonder belangrijk, in het bijzonder bij omwonenden. Niet elke boom die gekapt wordt, is een slechte zaak. Hout is een heel klimaatvriendelijke, esthetische en kwalitatieve grondstof die mee kan zorgen voor het bestendigen van multifunctionele bossen. Om hout als duurzaam materiaal te promoten, is het belangrijk dat bedrijven een verantwoorde herkomst kunnen garanderen. Zij moeten een transparante productieketen kunnen voorleggen, waarbij de oorsprong van het hout goed gekend is.
In relatie tot duurzaamheid is het cascaderingsprincipe ook erg belangrijk. Dit betekent dat het hout gebruikt wordt voor de meest hoogwaardige toepassingen. Hoewel de verdeling moeilijk in te schatten is en de cijfers naar gelang de bron variëren, zien we dat ook in Vlaanderen een zeer groot deel van het geoogste hout – zeker bij loofhout – rechtstreeks tot brandhout verwerkt wordt. Soms zijn er echter hiervoor meer hoogwaardige materiaaltoepassingen mogelijk. De evolutie naar een meer boomgericht bosbeheer met aandacht voor houtkwaliteit en de oprichting van het eerste biomassaplein in het kader van eco2eco zijn hoopgevende ontwikkelingen om dit streven ook in de praktijk waar te maken.
¹ Industrieel hout omvat hier al het rondhout dat niet rechtstreeks voor verbranding wordt gebuikt. Het betreft zowel hout voor de papier- en platenindustrie als meer kwaliteitsvolle toepassingen (constructie, meubels, fineer…).
Gelieve als volgt citeren: Dries Van der Heyden, Joris Dehennin en Jan Oldenburger (2019) Rondhoutstromen in Vlaanderen. Bosrevue 77a, 1-12.
ISSN 2565-6953 – Bosrevue 77a
-
Referenties
De Boever, L. & Van Acker, J. (2003). Houtkwaliteit en toepassingsmogelijkheden van populier in Vlaanderen. Bosrevue 5, 11-15
Oldenburger, J., Van der Heyden D., Voncken, F., De Somviele B. (2017). Eco2eco, werkpakket 3: Vraag en aanbod op de houtmarkt in Nederland en Vlaanderen, activiteit I: Houtstromen in kaart brengen. BOS+ Vlaanderen vzw, Gontrode.
Vandekerkhove K., De Keersmaeker L., Demolder H., Esprit M., Thomaes A., Van Daele T., Van der Aa B. (2014). Hoofdstuk 13- Ecosysteemdienst houtproductie. (INBO.R.2014. 1993289). In Stevens, M. et al. (eds.), Natuurrapport – Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen. Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014. 1988582, Brussel.