In Belém, aan de Amazonerivier in Brazilië, in het grootste tropisch regenwoud ter wereld, onderhandelen op dit moment delegaties uit zowat alle landen over Klimaat. Ook voor bossen blijft het in de eerste plaats belangrijk dat er op deze dertigste klimaattop ambitieuze beslissingen worden genomen om fossiele uitstoot sterker en sneller terug te dringen. Dat bossen met deze locatie extra in de kijker komen is natuurlijk ook meer dan welkom. Want ze spelen een cruciale rol in het klimaatverhaal – een rol die jammer genoeg steeds meer in gevaar komt.
Bossen als onmisbare klimaatbuffer
Vanuit de ruimte gezien zijn bossen laagjes groen die grote delen van het aardoppervlak bedekken. Omdat ze voor een groot deel bestaan uit koolstof, vormen die laagjes enorme CO₂-reservoirs. Alleen al het Amazonewoud bevat ruwweg 500 miljard ton CO₂ – ongeveer een decennium aan wereldwijde menselijke uitstoot.
Een klein deeltje daarvan wisselen ze voortdurend uit met de lucht: door te groeien nemen bomen CO₂ op, bij energieverbruik of wanneer ze sterven geven ze terug CO₂ af. Dat evenwicht, hoeveel de vegetatie opneemt versus hoeveel ze opslaat, bepaalt in belangrijke mate de concentratie CO₂ in de atmosfeer. De andere bepalende factor daarvoor is de hoeveelheid CO₂ die wordt uitgewisseld met de diepe ondergrond. Die bevat nog veel grotere koolstofreservoirs, gevormd door de restanten van honderden miljoenen jaren oude bossen. Zo oud dat er nog bijna geen soorten waren die het hout snel konden afbreken, waardoor zich enorme volumes opstapelden.
Ook nu nog komt een deel van de koolstof opgeslagen in de bodem op termijn in de diepe aardkorst terecht. Omgekeerd pompen vulkanen CO₂ terug op. Maar dat ‘diepere’ evenwicht zorgt maar voor aanzienlijke veranderingen in atmosfeer-concentratie op schalen van honderdduizenden tot miljoenen jaren. Door fossiele CO₂ op te graven en te verbranden, en door bossen en andere natuur te vernielen, verstoren wij dat evenwicht aan een planetair gezien duizelingwekkend tempo.
De concentratie van CO₂ in de atmosfeer heeft een sterke rechtstreekse invloed op de wereldwijde temperatuur. Zo veranderen we het klimaat aan levensgevaarlijk hoog tempo – ongezien snel, tenzij we er meteorietinslagen van massa-extinctie niveau bijhalen. Het is die plotse brutaliteit die ervoor zorgt dat ontelbaar veel soorten en ecosystemen de veranderingen niet kunnen bijbenen.
Dat zet een vicieuze cirkel in gang: de groene laag raakt aangetast, en bij die degradatie lekken enorme hoeveelheden CO₂. Samen met stijgende temperaturen en droogte door klimaatverandering, worden bossen meer kwetsbaar voor branden, wat de opwarming nog verder versnelt. Enzovoort.
Een van de gevreesde planetaire kantelpunten is de verdroging van het Amazonewoud naar een meer savanneachtig systeem, waarbij een aanzienlijk deel van die opgeslagen koolstof in de atmosfeer zou terechtkomen.
Netto CO₂ opslag van boslandschappen op dieptepunt
Hoe zorgwekkend snel het gaat tonen deze cijfers van het World Resources Institute: begin jaren 2000 waren bossen nog goed voor een netto CO₂ opname van iets minder dan 10 miljard ton CO₂. Sindsdien zagen we een steile afname naar minder dan 2 miljard ton in 2023 en 2024. Boslandschappen flirten nu dus met de grens van netto-uitstoot. Bossen zélf blijven nog steeds heel veel CO₂ opnemen – ongeveer een derde van wat we uitstoten via fossiele brandstoffen. De uitstoot die deze opname voor een groot deel tenietdoet komt voornamelijk van ontbossing en bosbranden – hoewel degradatie een steeds belangrijkere rol begint te spelen.
Dit is niet alleen zo voor tropische bossen. Bosbranden in Canada en Rusland zorgden de voorbije jaren voor enorme uitstoot uit boreale gebieden. En zowel in Vlaanderen als Europa, zien we dat de netto-opname van CO₂ door de land-sector (bossen, natuur, landbouw en de wisselwerking tussen verschillende vormen van landgebruik) afneemt. Voor de EU komt dit vooral door de impact van klimaatverandering op bossen en de toegenomen houtoogst, in combinatie met ouder wordende bossen. Volgens het Europese Milieuagentschap lag de netto-opslag in 2014–2023 ongeveer 30% lager dan in het voorgaande decennium. Daardoor wordt het moeilijk om de klimaatdoelstelling voor landgebruik te halen.
‘Permanentie’ is een term dat vaak aan bod komt in discussies rond de rol van bossen en ander natuur in het klimaatverhaal. Bomen planten wordt – terecht – meer en meer naar voor gedragen als klimaatoplossing. Maar kritischere stemmen wijzen op voorzichtigheid bij cijfers rond CO₂ opslag, omdat die niet heel ‘vast’ ligt. Een geplant bos dat resultaat was van een jarenlang project, kan heel terug gekapt worden, of afbranden. Zonder dieper in te gaan op technische aspecten van CO₂-berekeningen, is die bezorgdheid over kwetsbaarheid terecht.

Afbeelding: Grafiek die de netto-CO₂ opslag van boslandschappen weergeeft doorheen de jaren, in miljard ton CO₂. Bron: https://www.wri.org/insights/forest-carbon-sink-shrinking-fires-deforestation
We zijn aan het rammelen aan en inbeuken met sloophamer op een enorm complex systeem dat we nog helemaal niet volledig begrijpen, ontwikkeld doorheen tijdsschaal waar we ons weinig kunnen bij inbeelden. Een systeem dat tegen een stootje kan maar dat we al zodanig beschadigd hebben dat alarmbellen langs alle kanten afgaan.
Daarom is het zo ontzettend belangrijk dat er op COP30 snel vooruitgang wordt geboekt.
Coppig Blijven hameren
COPs hebben wel degelijk een positieve impact. We kijken ondertussen aan tegen ongeveer 2,8° opwarming in plaats van 4° – dat is nog steeds veel te veel, maar de gevolgen van 4° opwarming willen we ons zelfs niet voorstellen. Een tijdelijke overschrijding van het doel van Parijs – 1,5° – lijkt ondertussen zo goed als onvermijdelijk, maar het blijft cruciaal dat we alle inspanningen leveren dat die ‘overshoot’ van zo kort mogelijke duur is. Met de urgentie neemt ook de relevantie van elke opeenvolgende COP toe, maar het besef daarvan lijkt niet mee te groeien – integendeel.
Ondanks het recente arrest van het Internationaal Gerechtshof – dat benadrukt dat landen een juridische plicht hebben om klimaatverandering tegen te gaan en hun bevolking te beschermen tegen de gevolgen ervan – dienden veel landen hun beloofde klimaatplannen veel te laat of niet in. Met volledige uitvoering van alle plannen samen wordt maar heel beperkte klimaatwinst geboekt – 0,3 graden opwarming minder in vergelijking met vorig jaar. Ook de meest relevante sectoren – energie, transport en landbouw – zitten allesbehalve op koers. De EU profileert zich nog steeds als klimaatleider, maar zwakt ondertussen wel haar eigen klimaatambities en andere duurzaamheidswetgeving af – waaronder de Ontbossingswet (EUDR). België weigerde zelfs de nieuwe EU-klimaatdoelstelling te steunen.

© Photo by IISD/ENB
Kan Belém het verschil maken?
Mede dankzij de ligging van deze COP gaat er – terecht – extra aandacht naar inheemse gemeenschappen. Zij beschermen hun bossen en behoeden ons daarmee van erger klimaatgeweld. Met steeds luidere stem eisen ze daarvoor erkenning op, maar ze raken minder makkelijk aan de onderhandelingstafel dan de recordhoeveelheid (1600!) fossiele lobbyisten.
China toont ambitie, maar de VS sturen hun kat, en olielanden bieden weerwerk tegen initiatieven tegen verspreiden van desinformatie. Gastland Brazilië slaagt erin ontbossing terug te dringen en lanceerde een fonds voor tropisch bos, maar overweegt wel om olieontginning uit te breiden. Op lange termijn zien we ontbossing afnemen, maar het tempo blijft nog steeds veel te hoog – en lijkt te stagneren.
Zelfs als COP30 een succes wordt, zijn we nog niet uit de gevarenzone. Op het einde van klimaatonderhandelingen staat de balansnaald altijd een beetje naar de ene of de andere kant van het midden. BOS+ blijft in elk geval mee gewicht leggen aan de juiste kant.