Het is al van 1998 geleden dat de zon zo weinig scheen in de herfst. Ook voor bossen was het een heel somber najaar: op drie maanden tijd werd de Europese ontbossingswet opnieuw met een jaar uitgesteld én sterk afgezwakt. Op korte tijd is er zoveel veranderd dat we er zelf nog even van moeten bekomen.
Huiswerk niet gemaakt
In september kondigde de Europese Commissie aan dat ze een voorstel zou indienen om de wet aan te passen. De belangrijkste reden daarvoor: het IT-systeem waarin bedrijven hun ontbossingsvrije producten moeten registreren, zou niet op tijd klaar zijn om de hoeveelheid data te kunnen verwerken.
Op 21 oktober werd dit voorstel gepubliceerd, met verminderde verplichtingen voor voornamelijk Europese spelers: kleinschalige producenten die hun producten rechtstreeks op de Europese markt brengen, en bedrijven ‘stroomafwaarts’ in de waardeketen – zij die kunnen leunen op de zorgvuldigheid die uitgevoerd wordt door hun leveranciers. Voor kleine spelers kwam er ook zes maanden uitstel, voor de anderen een proefperiode van zes maanden zonder boetes.
Het verdict van middenveldorganisaties over heel de EU was bijzonder kritisch, met als belangrijkste conclusie: het is tijd om de EUDR gewoon uit te voeren.
Geen rollercoaster maar een glijbaan
In plaats van de druk van de ketel te halen, werd het voorstel aangegrepen om de aanval op de wet verder door te zetten. Op 19 november bracht de Raad een tegenvoorstel uit met nog minder verplichtingen, langer uitstel en een herziening in april 2026 om te kijken of verdere administratieve vereenvoudiging nodig is. In belangrijke mate gebeurde dit door druk van landen waar bosbouw een belangrijke sector is – en waar bossen niet altijd even duurzaam beheerd worden. Het moet wel gezegd dat België zich onthield bij de stemming.
Een meerderheid van Europarlementsleden, onder leiding van de christendemocraten en met steun van extreemrechts, ging op 26 november in grote lijnen akkoord met het raadsvoorstel – en deed er nog een schepje bovenop, met de vrijstelling van bedrukt papier.
Voor de rest ging het enkel over kleine verschillen, waardoor op 4 december al een akkoord werd bereikt tussen beide instellingen. Daarmee wordt de aanpassing van de wet in de week van 15 december een formaliteit. Twee weken voor de voorziene inwerkingtreding van wat een sterk wapen in de strijd tegen wereldwijde ontbossing moest worden.
Afbouw van beleid dat burgers beschermt
De impact van de aanpassingen is verregaand. De wet werd opgebouwd vanuit de logica dat spelers over heel de waardeketen verantwoordelijkheid dragen en zoveel mogelijk moeten proberen te vermijden producten te verwerken of te verhandelen die ontbossing veroorzaken. Dit gebeurde voor een groot deel op basis van evaluaties van tekortkomingen van bestaande wetgeving. Naargelang het type en de grootte van een bedrijf waren er meer of minder regels, maar iedereen moest op zijn minst nagaan of de vorige (‘stroomopwaarts’) in de keten zijn huiswerk had gedaan.
Nu wordt die verplichting om zorgvuldig te zijn beperkt tot de eerste spelers in de keten: de importeurs en rechtstreekse afnemers van importeurs, en producenten in de EU zelf (voornamelijk bosbouwers en rundveehouders).
Dat betekent inderdaad een kleinere hoeveelheid werk over de hele keten heen – en minder data om in te voeren in het IT-systeem. Maar het afbreken van die collectieve verantwoordelijkheid heeft ook als gevolg dat het risico op omzeiling een pak groter wordt. Eens een ontbossingsproduct die eerste barrière passeert, is het binnen en kan het veel makkelijker in de winkelrekken terechtkomen.
De aanpassingen bevoordelen ook vooral Europese bedrijven en producenten, terwijl de inspanningen die in landen met tropisch bos geleverd zullen moeten worden, dezelfde blijven. En alle Europese bedrijven die hard hebben gewerkt en geïnvesteerd om op tijd klaar te zijn, worden nu benadeeld.
Nog vijf maanden extra onduidelijkheid
Pas in april 2026 zal duidelijk worden of er nog verdere aanpassingen zullen volgen. De vele bedrijven die aangaven dat duidelijkheid en voorspelbaarheid op gelijke voet staan met de bepalingen zelf, zullen nog minstens tot dan op hun honger moeten blijven zitten.
Ook de Europese burgers worden hiermee in de steek gelaten. Op dit moment verdwijnt nog steeds één boom per seconde door Europese consumptie. Vijf jaar geleden stuurde een recordhoeveelheid mensen een krachtig signaal naar Europese beleidsmakers dat ze hier niet aan willen bijdragen en sterke wetgeving verwachtten. Ook aan latere campagnes werd massaal deelgenomen.
Vrijwel gelijktijdig met het verschijnen van de eerste versie van de EUDR-wettekst werd op de klimaattop in Glasgow beloofd om ontbossing te stoppen. We zijn ondertussen vier jaar en al één jaar uitstel van de EUDR verder, en bosverlies houdt koppig aan. De impact van klimaatverandering en bosbranden laat zich steeds sterker voelen. Bestaand beleid en beloofde financiering zijn overduidelijk ontoereikend om het tij op korte termijn te keren.
De EUDR blijft ook in deze afgezwakte vorm onmisbaar om daar het verschil te maken. BOS+ zal in elk geval samen met andere organisaties, bedrijven en investeerders het pleidooi blijven voeren tégen verdere aanpassingen, en vóór het succesvol uitvoeren, zo snel mogelijk. Elke seconde langer wachten betekent meer bos dat voorgoed verloren gaat.