Houtkap is geen synoniem voor ontbossing. Hout is een ongelooflijk materiaal, het enige écht hernieuwbare bouwmateriaal dat we kennen en een grondstof voor een indrukwekkend gamma aan innovatieve kwaliteitsproducten. Toch kan houtkap ook slecht zijn voor onze bossen. Maar hoe maak je het onderscheid tussen duurzaam of niet?
Duurzame houtconsumptie slaat op twee facetten. Om van duurzaam hout te spreken is het belangrijk dat er duurzaam geconsumeerd wordt, maar ook dat het duurzaam geproduceerd wordt. Om echt duurzaam te zijn, om de volgende generaties evenveel kansen te geven, moeten er met een aantal zaken rekening gehouden worden.
Lees meer over duurzame houtconsumptieDuurzaam hout ondersteunt de lokale bevolking rond of in het bos waar het hout vandaan komt. Een eerlijk loon voor alle werkers doorheen de productieketen is belangrijk. De producenten moeten ook de mensenrechten eren. Het hout moet bovendien betaalbaar zijn.
De consument kan ook bewust omgaan met zijn/haar houtverbruik. De consumptiepiramide is, net als voor veel zaken, hier ook een handige richtlijn in. Zoveel mogelijk houtresten benutten en recycleren bevordert ook de duurzaamheid van hout.
Waar hout gekweekt wordt is uitermate belangrijk. Er is de keuze tussen tropisch of lokaal hout. In deze draagt lokaal hout altijd de voorkeur weg tegenover hout geïmporteerd uit verre landen.
Daarnaast is het ook belangrijk dat er voor het hout geen ontbossing heeft plaatsgevonden. Ontbossing is een kaalslag van een bos, maar bossen kunnen ook duurzaam beheerd worden. Dan worden enkel kaprijpe bomen uit het bos gehaald. Het beheer is dan zo dat de aangroei van biomassa – en dus de opslag van CO2 -groter is dan dat er verdwijnt door de houtoogst.
Koolstof, afgekort als de letter C, is waar hout uit bestaat. Wanneer bomen sterven (of verbrand worden), komt er koolstof vrij die zich bindt aan zuurstof (O2) en zo CO2 vormt. Zolang het hout van de bomen bewaard blijft, heeft het meer CO2 uit de atmosfeer gehaald dan dat het er in bracht. Dit gebeurt deels in natuurlijke processen wanneer insecten bijvoorbeeld hout opeten, of wanneer bladeren in de grond bodem worden.
Voor duurzaam hout gaat dit om menselijke processen. Een houten tafel, stoel, kast is ook hout dat niet vergaat en verandert in CO2. Daarnaast is hout ook hernieuwbaar en bovendien sterk. Ideaal als duurzaam bouwmateriaal dus, dat ook nog eens veel minder uitstoot dan andere bouwmaterialen als staal, beton of kunststoffen.
Gemeentes bezitten vaak een heel aantal hectaren bos. Het beheer hiervan is soms in eigen handen, soms uitbesteed aan ANB of andere organisaties of soms totaal onbekend. Begin daarom met in kaart brengen welke bossen de gemeente heeft, wie ze beheert en wat dit beheer inhoudt. Door dit beheer te kennen, kan men anticiperen op kappingen in de communicatie en inspelen op lokaal gekende opportuniteiten voor de verwerking.
Kennis van duurzaam bosbeheer en lokale verwerking van hout is complex. Daarom is het cruciaal dat de gemeente over de juiste mensen beschikt. Enkele gemeentes hebben nog een eigen houtschrijnwerkerij. Dit is een enorme opportuniteit om te benutten voor het lokaal verwerken van hout. In de groendiensten zijn ook vaak veel experts aanwezig die prachtige zaken kunnen maken uit boomstammen. Maar ook achter de bureaus moet een ploeg zitten die kennis van zaken heeft of die weet waar ze beroep kunnen doen op die kennis.
Spreek lokale schrijnwerkers, (hobby) houtbewerkers, boomkwekerijen of anderen aan om samen na te denken over hoe het hout van de gemeentelijke bossen, houtkanten en parken kan benut worden. Door samenwerking te zoeken, kunnen opportuniteiten aan het licht komen.
Diensten zoals de groendienst, dienst milieu en de dienst gebouwen en patrimonium werken niet altijd of nog te weinig samen. Nochtans is dit zeer belangrijk. De verschillende diensten komen elk op hun manier geregeld in aanraking met hout. Dienst gebouwen en patrimonium komen vaak in aanraking met hout tijdens renovaties of nieuwbouwwerven als er nieuw hout moet worden aangekocht of als er hout gerecupereerd kan worden uit gebouwen. De groendienst komt in aanraking met effectieve bomen die op het terrein van de gemeente geveld worden en de dienst milieu staat vaak in voor kapvergunning en het overkoepelende beeld van het hout dat binnen en buitengaat in de gemeente. Als deze diensten samenzitten, komen er samenwerkingen aan het licht.
De klimaatcrisis versterkt nog de urgentie van deskundig bosbeheer; als we onze bossen klimaatadaptief en veerkrachtig willen houden, moeten we extra inzetten op een aangepast beheer. Aspecten zoals boomsoortenkeuze en genetische afkomsten, het klimaatadaptief maken van nieuwe, jonge aanplantingen, het voorkomen van ziektes en plagen, en het bestrijden van natuurbranden, zijn slechts enkele voorbeelden om rekening mee te houden.
Het geoogste hout wordt bij voorkeur verwerkt volgens een cascaderingsprincipe, met een voorkeur voor langlevende producten van hoge kwaliteit waar mogelijk en minderwaardige toepassingen waar nodig. Zo wordt de waarde van hout maximaal gevaloriseerd. Zeker wanneer het gebruikt wordt voor langdurige toepassingen (zoals constructiehout) kan hout optreden als koolstofsink, Daarmee is hout het enige bouwmateriaal dat bij zijn productie CO2 opslaat, in tegenstelling tot andere bouwmaterialen (kunststof, staal en aluminium, baksteen en beton) die allen voor een significante CO2-uitstoot zorgen.
Laat het beheer van uw bossen certificeren door FSC of PEFC. Dit zijn de twee meest gangbare certificeringsschema’s voor duurzaam bosbeheer. Door gecertificeerd te zijn, kan je gemakkelijk claims maken over duurzaam bosbeheer. Het hout dat uit het bos komt, is dan ook gecertificeerd. Dit hoeft niet duur te zijn door aan te sluiten bij groepscertificaten.
Niettegenstaande al de voordelen van hout, zien we dat het maatschappelijk draagvlak voor lokale houtkap klein is. Naast de ontegensprekelijke maar tijdelijke schade die een (duurzaam uitgevoerde) kapping met zich meebrengt, speelt de toenemende vervreemding van primaire productieprocessen bij velen hier zeker een rol. Het is echter belangrijk dat we het pleidooi voor een zekere eigen, lokale, houtproductie blijven voeren, zodat we ook in de toekomst de voordelen van duurzaam geproduceerd hout kunnen blijven benutten. Daarbij mogen we niet blind zijn voor terechte kritische bedenkingen, o.a. over de export van het hier geoogste hout naar verre landen, over de overlast en negatieve impact van houtkappingen, maar ook niet voor veeleer emotionele reacties. Tijd en middelen om bezorgde omwonenden en consumenten op een overtuigende en onderbouwde manier te informeren en vragen te beantwoorden, zijn een noodzaak. Communiceren over het gevoerde en geplande beheer naar burgers, is belangrijk om tegenkanting te voorkomen. Door burgers te betrekken bij het beheer en hierover te communiceren, kan negatieve tegenkanting deels opgevangen worden.
Zet nog meer in op hergebruik, herstel en recyclage van hout en van hout afgeleide producten, zodat ze ten volle ingezet worden voor de circulaire economie waar we naartoe moeten. Stimuleer bijvoorbeeld materialenbanken die er momenteel al in bijna elke provincie zijn. Zij vormen een opportuniteit om hout (en andere materialen) uit gebouwen te halen en hen een tweede leven te geven. Benut ook zelf in bouwsels recuphout. Vooralsnog laat de wetgeving het niet toe om recuphout in structurele bouwwerken te gebruiken, maar ze kunnen wel al gebruikt worden als afwerking of voor kleine houtprojecten zoals insectenhotels, hekkens, etc. Herstel kapotte elementen i.p.v. direct volledig nieuwe versies te kopen. Sensibiliseer hier ook burgers over door mooie voorbeelden in de kijker te stellen en workshops te organiseren. Werk samen met lokale industrie om reststromen van hout in kaart te brengen en te benutten. Vaak kan afval voor de ene een grondstof zijn voor de andere, maar kennen ze elkaar nog niet.
Gemeentes kopen enorm veel hout of houtige producten aan! Naar schatting is op Europees niveau maar liefst 20% van alle houtconsumptie te vinden bij overheden. Deze houtconsumptie vindt plaats bij de bouw van grote gebouwen zoals scholen en bibliotheken, bij kleinere bouwwerken zoals speelelementen en vlonderpaden en bij papier en drukwerk. Gelukkig nemen de meeste gemeenten al eisen voor hout van duurzame afkomst op in de bestekken. Het loopt echter nog heel vaak mis bij de effectieve verwezenlijking van die eis. De eisen die gesteld worden zijn ofwel te eng, waardoor niet aan de vraag kan worden voldaan en er wordt niet of te weinig gecontroleerd. Werk daarom een flow uit bij bestekken en aankopen die niet alleen de juiste eisen stellen met voldoende flexibiliteit, maar ook een controle van de juiste zaken inhouden zodat men effectief kan bevestigen dat er duurzaam hout werd aangekocht. Communiceer hier dan ook met trots over. U kan hiervoor beroep doen op FSC België en BOS+ voor info en workshops rond duurzame houtconsumptie in gemeenten.
Speelelementen, bruggen, deuren, ramen, etc. kunnen uit hout, maar vaak ook uit een ander materiaal bestaan zoals plastic of metaal. Maak expliciet de keuze in ontwerpen om voor hout te gaan. Hout blijkt vaak het meest duurzame materiaal (als het van duurzaam beheer afkomstig is) met de laagste CO2-voetafdruk. Daarnaast heeft hout nog tal van andere unieke eigenschappen die het materiaal zeer interessant maken.
Via onderstaande linken vind je heel wat meer info: