De oude robuuste beuken in het Zoniënwoud vertonen een opmerkelijke veerkracht en herstellen zich na droogte. Dat blijkt uit een recente studie van, onder andere, de Universiteit Gent en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
Het Zoniënwoud is een van de grootste bossen in ons land en huist dan ook een grote diversiteit aan fauna en flora. Als het komt op de dichtheid van oude grote beuken, is het wereldwijd zelfs de koploper. Al wijzen voorspellingen erop dat net die bomen gevoelig zouden zijn aan de gevolgen van klimaatverandering. Dat blijkt echter niet volledig te kloppen, toont een nieuwe studie nu aan.
In dit onderzoek bestudeerden wetenschappers jaarringen van stalen van maar liefst 39 oude beuken en zestien recent omgewaaide exemplaren. De resultaten wezen erop dat de groei van de bomen pas sinds de laatste vijftig jaar zo goed als constant is gebleven. Deze beuken, die er al sinds 1775 staan, blijken dus in een meer dan gezonde staat te zijn.
Groei bij extremer weer
Al komen er volgens de studie wel meer groeischommelingen voor over de jaren heen, wat volgens de onderzoekers gelinkt kan worden aan de hogere frequentie waaraan droger, heter weer voorkomt. Zulk weer zorgt er namelijk voor dat de boom in survival modus gaat. Zo sluiten de huidmondjes op de blaadjes. Op deze manier verliest de boom minder vocht, maar neemt het ook minder CO2 op uit de lucht, met als gevolg een verminderde suikerproductie. Suikers die de boom nota bene nodig heeft om te groeien. Toch is er ook goed nieuws. In het onderzoek constateerden de onderzoekers namelijk dat de beuken vlot omgingen met deze stress en hun groei slechts een jaar later weer op peil stond.
Ook de omgewaaide bomen vertoonden vergelijkbare resultaten. Het grote verschil is echter dat zij slechter groeiden, iets wat zich al tientallen jaren voor ze omvielen begon te uiten. Volgens de wetenschappers gaat het om een voorspelbaar fenomeen, al is nog niet duidelijk hoe dit komt. Waarschijnlijk loopt er iets fout in het wortelstelsel, maar dat zal verder onderzoek uitwijzen.
De impact van stress op beuken
Na een stressjaar volgt er bij beuken, maar bijvoorbeeld ook bij eiken, een mastjaar. Dat houdt in dat de bomen extra energie investeren in zaadproductie en minder in andere functies zoals groei en reserveopslag. Terwijl zo’n mastjaar vroeger om de vijf tot zeven jaar voorkwam, is het ten gevolge van de huidige klimaatverandering teruggeschroefd naar slechts een tweetal jaar. Net zoals droogte heeft dit een negatieve invloed op bomen, maar dat blijkt niet het geval te zijn voor de veerkrachtige beuken in het Zoniënwoud.
Dan rest ons de vraag wat er zou gebeuren mocht zo’n stressjaar vaker voorkomen. De onderzoekers zijn er gerust in dat de beuken niet zo snel zullen verdwijnen. Zo zijn er bijvoorbeeld de bomen in het reservaat Zwaenepoel die genieten van het heersende microklimaat en minder onderhevig zijn aan hitte- en droogtestress in vergelijking met deze aan de bosrand. Alleenstaande beuken hebben het echter wel moeilijker, samen met deze op de Kempense zandbodem. Een nat voorjaar met voldoende regen in de zomer, net als in 2023, is dan ook positief nieuws voor onze beuken.