Resultaten 30-30 onderzoek
Bewegen in het groen maakt ons energieker en gelukkiger. En dit effect is meetbaar.
Dit jaar is het vijfde campagnejaar van 30-30 en het werd er een om nooit te vergeten. Amper een week na de start op 7 maart ging ons land in lockdown. Toen mocht er enkel individueel (of in gezinsverband) bewogen worden én mocht niemand zich nog per auto verplaatsen naar het groen.
Maar wij bleven doorgaan! Net als andere jaren onderzochten we de effecten van de beweegcampagne aan de hand van verschillende metingen. We deden een meting voor de start, een meting onmiddellijk na de campagne en een laatste meting een maand later. Ook de 3711 deelnemers bleven doorgaan. Samen bewogen we meer dan 1.235.388 minuten in het groen. De (on)gelukkige timing van de coronacrisis geeft op die manier een unieke inkijk in het effect van groen op ons (mentaal) welzijn én op de effecten van de lockdown.
Samengevat
Ook tijdens de coronapandemie blijkt regelmatig bewegen in het groen een positief effect te hebben op de mentale gezondheid: het geeft een boost aan je energie en je humeur. Hoe natuurlijker de omgeving waarin je beweegt, hoe langer je je inspanning kan volhouden. Tijdens de lockdown steeg de appreciatie van groen en natuur. Deelnemers gingen dichterbij hun woonplaats op zoek naar natuur en hadden meer oog voor natuur in de stad.
Hieruit blijkt nog maar eens de noodzaak aan kwalitatief, nabij en toegankelijk groen voor alle inwoners. Zeker nu COVID19 opnieuw de kop op steekt en de vrees voor strengere maatregelen steeds groter wordt, onderstrepen BOS+ en CM Gezondheidsfonds de noodzaak aan bereikbaar groen. Zodat iedereen de natuur in kan trekken om te bewegen en te ontspannen.
Opvallende Cijfers
Boost voor je energie
Deze campagne bevestigt de eerdere onderzoeksresultaten: bewegen in het groen geeft een boost aan je energiepijl en aan je mentaal welzijn. Zowel het energiepeil als de opgewektheid stijgen sterk en significant gedurende de eerste drie weken. Dit verhoogde welbevinden blijft vervolgens constant tijdens week drie en vier. Naarmate de campagne loopt voelen deelnemers zich dus beter in hun vel: een mooi resultaat.
Hoe groener, hoe beter
Bovendien bestaat er een sterke correlatie tussen de natuurlijkheid van de beweegomgeving en het energiepeil en de stemming van de deelnemers. Hoe natuurlijker de deelnemers de omgeving van hun bewegingsbeurt evalueerden, hoe beter hun stemming en hoe meer energie ze hadden na het bewegen in het groen.
Tenslotte is er ook een sterke correlatie tussen hoe actief je deelneemt aan de 30-30 campagne en het effect van de campagne op je welbevinden. De groep die het meest actief deelneemt (meer dan 20 ingevulde dagen in het dagboek) scoort significant hoger voor energieniveau en stemming na het bewegen in het groen.
Effect corona
Gedurende de eerste drie weken is er een significante stijging van de zelf gerapporteerde ‘natuurlijkheid’ van de omgeving waarin deelnemers bewegen. Vooral na week één neemt deze natuurlijkheid een fikse sprong. Deze sprong valt niet toevallig samen met de start van de lockdown: het autoverkeer reduceerde sterk, waardoor ook een stedelijke omgeving ‘groener’ aanvoelde. Er waren tijdens de lockdown ook heel wat beelden te schieten van ‘wilde’ dieren in de stad. Ook het ontbreken van vliegtuigstrepen en bijhorende ‘felblauwe’ lucht is veel mensen niet ontgaan.
Bovendien zorgde de verplichte ‘blijf in uw kot’ ervoor dat de appreciatie voor groen en natuur steeg. We zien immers ook een toename van nature level tussen week 2 en week 3. Het lijkt erop te wijzen at, ten gevolge van de lockdown, onze appreciatie voor de kleine dingen rondom ons toeneemt.
Afstand tot het groen
De gemiddelde tijd die deelnemers uittrekken om tot een groene plek te geraken, neemt sterk af na week 1. Een verwacht resultaat, aangezien iedereen toen werd opgeroepen om in de eigen buurt te blijven. Mensen gingen actief op zoek naar natuur dichtbij: dit onderstreept het belang van nabijgelegen toegankelijke natuur.
Dit belang wordt extra in de verf gezet als we de link onderzoeken tussen ‘drop out’ en nabijheid. . Hiervoor vergeleken we een groep deelnemers die afhaakten na week 1 (groep 1) met de groep die het gedurende de 30 dagen volhield (groep 2). We zien dat het gemiddelde aantal minuten dat de volhouders nodig hebben om tot in het groen te geraken, heel wat minder is dan bij de afhakers. Met andere woorden: wie natuur in de buurt heeft, houdt de campagne langer vol.
Bovendien: wie zijn omgeving als groener ervaart, houdt de campagne makkelijker vol. Dat zien we als we kwaliteit van de natuur vergelijken tussen de groep afhakers en de groep volhouders. De nabije natuur dient dus niet enkel toegankelijk te zijn, maar ook kwaliteitsvol.