Tijd doorbrengen in de natuur verbetert nagenoeg onmiddellijk je concentratie. Dat blijkt uit onderzoek in Nature waarbij de hersenactiviteit van proefpersonen werd gemeten tijdens een wandeling in het groen.
In totaal 92 proefpersonen moesten de gekende badmutsachtige hoedjes opzetten om met elektro-encefalografie (EEG) hun hersenactiviteit te meten tijdens een wandeling van 40 minuten in een arboretum of in een stedelijke omgeving op geasfalteerde wegen.
Voorafgaand werden ze onderworpen aan een cognitieve test zoals bijvoorbeeld het terugtellen van duizend in stappen van zeven. “Hoe goed je ook in hoofdrekenen bent, na tien minuten wordt dat echt heel vermoeiend”, zegt onderzoeker Amy McDonnel van de universiteit van Utah. Meteen na die inspanning volgde een taak die veel aandacht vergt.
Betere aandachtsscore na natuurbad
Na de wandeling moesten de proefpersonen de tests opnieuw doen en wat bleek? De groep die in de natuur had gewandeld, verbeterde het resultaat wat aangeeft dat deze mensen beter scoorden op aandacht. De resultaten van de groep die in de stedelijke omgeving was gaan wandelen, bleven hetzelfde.
Uit de EEG-gegevens bleek ook dat de groep natuurwandelaars meer hersenactiviteit had in de frontale gebieden van de hersenen die betrokken zijn bij de cognitieve vaardigheden om ons gedrag te organiseren en te controleren.
De stedelijke wandelaars daarentegen hadden een verhoogde activiteit in de gebieden die betrokken zijn bij zintuiglijke verwerking. Volgens de onderzoekers suggereert dit dat een natuurbad onze aandachtscapaciteit herstelt door de uitvoerende controleprocessen te verbeteren, terwijl stedelijke wandelingen de aandachtscapaciteit juist verder uitput.
De onderzoekers benadrukken het belang van meer groen in stedelijk gebied en wijzen erop om voldoende tijd door te brengen in de natuur.