De voorbije honderd jaar heeft Europa twee wereldoorlogen, de opgang en ondergang van het communisme, het ontstaan van de Europese Unie en heel wat andere politieke en economische ontwikkelingen beleefd. Een team van wetenschappers is erin geslaagd om de impact van deze historische ontwikkelingen te visualiseren door de opkomst en neergang van nederzettingen, bossen en akkerland in kaart te brengen.
De kaart hierboven is een resultaat van een onderzoeksproject dat werd geleid door Nederlands wetenschapper Richard Fuchs van de Universiteit van Wageningen. “Naast regionale politieke en economische trends, kreeg het Europese landschap vorm door verschillende grotere ontwikkelingen in de 20ste eeuw”, zegt Fuchs.
De volgende kaarten geven een beeld van de betrokken regio’s die we in detail zullen toelichten doorheen dit artikel.
“Meer dan honderd jaar geleden werd hout gebruikt voor zowat alles: als stookhout, voor de productie van metaal, meubels en in de bouw. Het gevolg: tegen het jaar 1900 viel er bijna geen bosgebied meer te bespeuren in Europa. “Voornamelijk na Wereldoorlog II begonnen vele landen met grote (her)bebossingsprojecten waarvan sommige tot vandaag nog steeds aan de gang zijn,” vertelt Fuchs aan de Amerikaanse krant The Washington Post.
Resultaat: het Europese bosareaal groeide met een derde aan tijdens de afgelopen 100 jaar terwijl de hoeveelheid akkerland afnam. Door de technologische innovatie en betere waterhuishouding en irrigatietechnieken was immers relatief minder oppervlakte nodig om dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren. Daarnaast verhuisden ook vele mensen van het platteland naar de steden of trokken ze naar overzeese gebieden.
Fuchs’ opmerkelijke conclusie luidt: bossen en nederzettingen groeiden aan hetzelfde tempo. Het Europa van vandaag is dan ook veel groener dan zo’n honderd jaar geleden. Als we even inzoomen op de verschillende regio’s en landen dan zal het herstel van Europa’s kaalslag van de afgelopen eeuwen duidelijk worden.
Op onderstaande kaarten is telkens duidelijk te zien hoe zowel weiland (lichtgroene zones) als bos (donkergroene zones) uitbreiden.
Herbebossing was voornamelijk zichtbaar in Frankrijk, Spanje en Italië.
In de Zuid-Franse regio van de Vaucluse bv. waren volledige bergketens kaal gekapt tegen het begin van de 20ste eeuw, maar Frankrijk investeerde veel om die trend te keren. Ondertussen lieten landbouwprojecten in Zuid-Spanje droge en onvruchtbare regio’s transformeren tot opnieuw rendabele landbouwvelden of zelfs bossen.
Een gelijkaardige ontwikkeling deed zich voor in Italië. Akkerlanden lagen braak door marktconcurrentie, urbanisatie en migratie. Vandaag zijn grote delen van de Apennijnen (rechts op de kaart hieronder) terug weiland en bos.
Vele bossen in Oost-Europa groeiden opnieuw aan na de val van het Sovjetregime.
Het einde van het communisme betekende ook een expansie van de bossen in Oost-Europa. Fuchs en zijn collega’s verklaren dit door de vele geprivatiseerde landbouwbedrijven die minder competitief waren in de globale markt. Landbouwers verlieten daarom de minder vruchtbare gronden. Voornamelijk in Roemenië en Polen werd heel wat landbouwgrond terug natuur. Aanvankelijk weiland, daarna bos.
Europa introduceerde in de jaren ‘90 ook een nieuw, gemeenschappelijk landbouwbeleid. Alleen productieve gebieden mochten dienen als akkerland, dit om inefficiëntie te vermijden. Terwijl velden steeds groter werden – met machines vielen ze beter te beheren en te onderhouden, werden kleinere stukken land opgegeven.
Scandinavische bossen herstelden om andere landen te voorzien van hout
Ook de Scandinavische landen hadden een eeuw geleden te kampen met grootschalige ontbossing. Sindsdien zijn ze erin geslaagd om hun oorspronkelijke bosareaal te herstellen. Tot op de dag van vandaag voorzien de Scandinavische bossen in belangrijke mate aan de Europese houtvraag.
Herbebossingsprogramma’s elders hadden al snel visuele impact, ook al omdat…
…steeds meer mensen naar de steden verhuisden
Wat je hier ziet is een van de dichtst bevolkte gebieden van Europa: Londen (het groeiende, rode gebied in het bovenste deel van de afbeelding), Parijs, (beneden links), en Brussel (in het midden). Hoewel Londen zijn grootste populatietoename kende in de 19de eeuw, blijven sinds het begin van de 20ste eeuw tot op vandaag de buitenwijken van de stad sterk uitbreiden.
Het centrum van Parijs verloor eigenlijk inwoners in de 20ste eeuw door de opwaardering van de stad en de hoge huurprijzen, maar je kan tegelijkertijd goed zien hoe de buitenwijken steeds meer bevolkt raakten.
Zowel het Nederlandse als het Britse rijk waren zeemachten en voor de bouw van hun schepen hadden ze hout, véél hout, nodig. In 1900 was slechts twee tot drie percent van hun oppervlakte nog bedekt met bos. Ook de ontbossingen in heel wat andere landen waren trouwens het gevolg van de enorme hout- en teervraag van de zeevarende naties. Volgens de data uit 2010 zijn beide landen er sindsdien echter wel in geslaagd om hun bosareaal te doen toenemen tot 10 à 12 percent. Ook goed zichtbaar op de kaart is hoe Nederland nog een ander doel nastreefde: het won de baai van de Zuiderzee door de constructie van dammen en afwateringsystemen.
Als we ten slotte even inzoomen op Engeland en Ierland, dan zien we dat deze landen toch voornamelijk bedekt zijn met graslanden terwijl herbebossing voornamelijk succesvol was in Schotland.