Updates
Bosrevue

Verslag themavoormiddag: de houtsector en import in Vlaanderen 

© BOS+

Korte samenvatting

BOS+ organiseerde op 23 april, samen met WOOD.BE, FSC België, Fedustria, het Houtlabo van Tervuren en Bosgroep Vlaams-Brabant, een event rond duurzame Houtconsumptie in het Museum voor Midden-Afrika te Tervuren. Dit event kaderde binnen het gelijknamige project dat gefinancierd wordt door de Provincie Vlaams-Brabant en de spelers van de Nationale Loterij. Het was een goed gevulde voormiddag met drie sprekers uit de sector, een bezoek aan het houtlabo en een panelgesprek als afsluiter. Op dit event werd de waarde van hout onderstreept, maar werd tegelijk gekeken naar de uitdagingen. Het belang van samenwerking en dialoog werd door iedereen benadrukt en daar heeft dit event zeker aan bijgedragen.

Intro

Binnen het project ‘duurzame houtconsumptie ten voordele van klimaat, biodiversiteit en maatschappij’ werken we rond verschillende thema’s binnen duurzame houtconsumptie met verschillende doelgroepen en op verschillende manieren. We organiseerden ten eerste bedrijfsbezoeken waarbij we enkele bedrijven bezochten om hun rol binnen de houtkolom te onderzoeken en advies te geven waar mogelijk om hun rol te verduurzamen. Daarnaast vonden verschillende workshops plaats voor de diensten bouw, groen en milieu van Vlaams-Brabantse gemeenten. Daarbij werd de gemeente niet enkel als grote consument van hout benaderd, maar evenzeer als producent via gemeentebossen, straatbomen, parkbomen en houtkanten. Voor gemeentes werd ook een reeks beleidsaanbevelingen aangemaakt die opgenomen werden in het memorandum van BOS+. Ten derde werden drie excursies georganiseerd voor bosbeheerders met steeds een sterke focus op duurzame houtproductie. We maakten verder een overzicht van mobiele houtzagerijen in Vlaanderen, publiceerden enkele artikels over hout en gaven een gastles aan jongeren uit de bos- en natuurbeheeropleiding van Horteco in Vilvoorde. Tot slot staat er ook nog een plantactie te wachten in het plantseizoen van 2024-2025 met de steun van verschillende organisaties uit de bos- en houtsector. 

Presentaties

We startten de dag met drie presentaties. Lieven De Boever (WOOD.BE) beet de spits af. Hij benadrukte het belang van het ketenaspect in de transformatie naar een duurzame, circulaire houtsector. De houtsector is er namelijk één met zeer veel spelers. Nog te vaak kennen ze elkaar niet of weten ze niet hoe ze kunnen samenwerken. Maar er ontbreken ook nog steeds schakels. Technologische innovatie kan die ontbrekende niches invullen. WOOD.BE zet daarom sterk in op het begeleiden en ondersteunen van die innovatieprocessen. Lieven eindigde zijn presentatie met enkele mooie voorbeelden van organisaties en projecten binnen de duurzame houtketen. Zoals Groep Intro, een sociaal maatwerkbedrijf en opleidingsinstelling, die binnen hun verschillende afdelingen op zoek gingen naar manieren om van elkaar te leren en stil te staan bij hun rol in de houtsector.

Pieter Van de Sype (BOS+) sprak over de rol van tropische bossen en hout in duurzame houtconsumptie. Pieter startte met het toelichten van het belang van tropisch bos en schetste daarbij het grimmige, actuele beeld van de ontbossing en bosdegradatie in de tropen. Als we tegen 2030 ontbossing willen stoppen wereldwijd, dan zijn we niet on track. Pieter maakte vervolgens het bruggetje naar de EUDR. Deze wetgeving kwam er namelijk als reactie op de constatatie dat de EU een heel grote impact heeft op die ontbossing en degradatie via consumptie. Deze wetgeving schrijft voor dat rundsvlees, soja, palmolie, koffie, cacao, rubber, hout en een hele reeks afgeleide producten, niet op de Europese markt mogen worden gebracht of geëxporteerd als niet kan worden aangetoond dat ze geen ontbossing of bosdegradatie hebben veroorzaakt. Vanaf 31/12/2024 zullen grote bedrijven hieraan moeten voldoen. Kleine en middelgrote bedrijven hebben nog een half jaar langer om zich voor te bereiden en zullen minder zware bewijslasten dragen. Pieter wees vooral op de sterkte en het belang van de wet als een mijlpaal met het potentieel om wereldwijde ontbossing eindelijk mee te helpen stoppen en omkeren, maar erkende ook een aantal uitdagingen voor een succesvolle en rechtvaardige uitvoering van de wet.  

Figuur 2: Pieter Van de Sype presenteert het belang van tropisch bos © BOS+

Ingrid Hontis (Fedustria) sloot af met de visie van Fedustria op duurzame houtconsumptie. Ingrid startte met het benadrukken van de waarde van hout als duurzame grondstof en gaf aan dat de houtsector mee wilt werken als partner in de transitie naar een duurzame keten. Te beginnen bij een duurzaam aankoopbeleid. Daarnaast belichtte Ingrid de Green Deal ‘lokaal hout’ die er binnenkort aankomt. Deze werd opgesteld vanuit het Bosforum en zal een label ontwikkelen voor lokaal geoogst hout naar het voorbeeld van ‘Bois Local’ in Wallonië. 

Bezoek Houtlabo en ENFORCE

Na de presentaties verkende één groep het houtlabo met Hans Beeckman. De andere groep focuste zich op het forensisch laboratorium ENFORCE met Maaike De Ridder, projectmedewerker van ENFORCE.

De groep die het houtlabo bezocht, kreeg een inkijk in één van de grootste referentiecollecties van hout wereldwijd: zo’n 82 000 houtstalen afkomstig van zo’n 14 verschillende houtsoorten. Alle houtstalen krijgen een uniek nummer, beginnend met de prefix ‘Tw’, Tervuren Wood. Alle vormen en groottes zijn vertegenwoordigd: van kleine twijgjes tot en met monumentale stukken stam en stamschijven. De collectie startte reeds in 1897. Oorspronkelijke met als doel Afrikaans, Congolees hout te promoten. Dit veranderde nog voor de Congolese afhankelijkheid naar een wereldwijde focus. Promotie werd een bijzaak en kennis van houtsoorten, eigenschappen, variabiliteit en onderzoek rond groei wonnen snel aan belang. En zo groeit de collectie vandaag nog steeds verder door uitwisselingen met andere houtcollecties en stalen uit terreinbezoeken van de onderzoekers. Van een grote groep houtstalen werd telkens een klein stukje hout verwijderd. Hiervan werden flinterdunne sneetjes, de zogenaamde microscopische coupes, gehaald. Die dienen niet enkel voor het beschrijven van een houtsoort op anatomisch vlak maar ook om te zien hoe bomen reageren op klimaat, positie in het bos en zoveel meer. Naast klassieke houtstalen vind je ook een andere collectie in volle expansie: de houtskoolcollectie. Dit zijn kleine stukjes houtskool die in Afrika opgegraven worden en onderzoekers proberen te identificeren met een speciale microscoop. Je kan nu eenmaal geen coupes maken van broos materiaal. Dankzij dit onderzoek krijgt het labo zicht op hoe tropisch bos eruitzag in het verleden en leren ze bij over hoe huidige soorten bestand of niet zijn tegen de heersende klimaatverandering.

Bij het forensisch laboratorium kunnen allerlei partijen hun hout op soort laten brengen. Dit gaat van particulieren met Afrikaanse beelden, tot het museum zelf, tot bedrijven die twijfelen over de correctheid van de geleverde houtsoort. Men start steeds met een anatomische analyse. Daarbij worden van het hout flinterdunne stalen genomen op kops, tangentiaal en radiaal vlak. Deze worden onder de microscoop bekeken waarna de anatomische eigenschappen van het hout worden beschreven en vergeleken met online beschrijvingen en de eigen houtcollectie. Daaruit kunnen meestal al heel wat conclusies getrokken worden. Soms is de anatomie van verschillende soorten zo gelijkend dat geen uitsluitsel mogelijk is, enkel op basis van de anatomische analyse. Om bijkomende chemische analyses te ondernemen werd het gloednieuwe DART-apparaat aangekocht. Dit apparaat geeft door middel van massaspectrometrie een chemisch profiel van het hout. Dit is een soort ‘vingerafdruk’ van de chemische bestanddelen die worden vergeleken met een wereldwijde databank. Hoe meer stalen en vingerafdrukken in deze databank komen voor een soort, hoe gemakkelijker en zekerder het resultaat wordt. Voor sommige soorten – zoals berk – kan men zelfs de afkomst van het hout achterhalen en zien of het uit Rusland dan wel uit de Baltische Staten komt. Daarvoor moet een andere chemische analyse worden gedaan met stabiele isotopen. Voor deze analyse is echter een zeer grote en specifieke database nodig. Die is nog in volle opbouw omdat dit een recente toepassing is van massaspectrometrie, terwijl houtanatomie al meer dan een eeuw teruggaat. De basis blijft dus houtanatomie, mits nuttige toevoeging van een snuifje DART-chemie! 
 

Figuur 3 Onderzoekers Michael en Maaike geven een demonstratie en uitleg bij het DART-apparaat © BOS+

Panelgesprek

We eindigden de voormiddag met een panelgesprek. Het panel bestond uit de bovengenoemde sprekers aangevuld met Maaike De Ridder van het houtlabo. We lichten de antwoorden op twee vragen toe die hierbij werden behandeld.

Vraag 1: Welke rol hebben overheden in duurzame houtconsumptie en welke overheden hebben welke verantwoordelijkheid? 

Maaike kijkt naar de overheid als subsidiegever. Het aanbod van ENFORCE wordt namelijk gesubsidieerd door een projectsubsidie waardoor de dienstverlening aan een betaalbaar tarief kan worden aangeboden. Er is momenteel echter nog geen structurele ondersteuning gepland vanuit de overheid. Enkel met structurele ondersteuning kan een dergelijke, betaalbare dienstverlening behouden worden. Men kijkt dan specifiek naar de Europese en federale overheid. 

De panelleden zien ook een rol bij de overheid als voorbeeld om duurzame houtconsumptie op de agenda te zetten. Nog te veel overheden, en zeker lokale overheden zo bleek uit het project, moeten nog sterk hun eigen rol binnen de houtketen onderzoeken en verduurzamen. Overheden zijn namelijk naast grote consumenten ook producenten van hout. 

Vraag 2: De EUDR kent verschillende uitdagingen, maar is tegelijk een grote opportuniteit om onze invloed op ontbossing te verminderen. Welke uitdagingen zijn volgens jullie de meest prangende?

De verschillende panelleden erkenden dat de EUDR enkele uitdagingen met zich meebrengt. Eén zo’n uitdaging is de controlecapaciteit. Er worden momenteel heel wat extra mensen aangeworven om controles uit te voeren door de federale overheid, maar er wordt gevreesd dat dit alsnog te weinig zal zijn. Bovendien, geeft Maaike aan, is er nog veel marge te winnen door middel van onderzoekslabo’s. Deze zouden ondersteund moeten worden om grote, gedeelde databases op te stellen zodat onderzoeklabo’s over heel Europa en de wereld zouden kunnen samenwerken en elkaar versterken. Zo kunnen ze de instroom van nieuwe stalen bolwerken binnen redelijke termijnen en wordt de houthandel niet onnodig vertraagd. Een andere uitdaging is de timing. Grote bedrijven moeten aan de EUDR voldoen vanaf 31 december 2024. Tegelijk ligt nog veel niet vast van de concrete uitvoering. Pieter wijst er echter op dat, hoewel de details en de concrete uitvoering nog niet allemaal vastliggen, het wel al gekend is wat de bedrijven zullen moeten verzamelen van informatie. Een laatste uitdaging die de EUDR met zich meebrengt is het extra papierwerk. Voor grote bedrijven is dit echter in verhouding niet zo onnoemelijk groot. 

De vraag werd tegelijk aan het publiek gesteld in hoeverre zij hiermee bezig waren. Zoals gevreesd bleek nog niemand hier grondig mee bezig te zijn. Mensen gaven wel aan dat ze EUDR kennen, maar zijn nog niet bezig met zich voor te bereiden op de implicaties ervan voor hen.  

De panelleden werden bedankt voor hun inzet van de dag met het boek ’hart voor hout’ van Harald Lamon. In dit boek beschrijft lepelmaker Harald zijn passie voor het lepel snijden met handige tips om er zelf aan te beginnen. Misschien zet het de sprekers aan om deze vorm van duurzame houtconsumptie zelf in de praktijk te brengen. 

Conclusies

Uit de bevraging achteraf kunnen we besluiten dat het een geslaagd event was. Uit de bevraging kwam ook van velen de vraag om het event langer te laten duren. Dat smaakt dus naar meer. Dialoog en discussie blijven uitermate belangrijk binnen de sector om samen de transformaties en uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden aan te pakken. Events als deze zijn en blijven in onze ogen dus broodnodig.  

Gelieve als volgt te citeren:

Isaac Lievevrouw, Pieter Van de Sype, Ingrid Hontis, Maaike De Ridder (2024) Verslag themavoormiddag: de houtsector en import in Vlaanderen. Bosrevue 115b. 

ISSN 2565-6953 – Bosrevue 115b

 

 

Terug

Bovengrondse koolstofopslag in beheerde en onbeheerde bossen in Vlaanderen

Jongwasverpleging

Lees alle bosrevue artikels