Vraagt u zich ook wel eens af hoe dat nu precies zit met CO2-compensatie: komen die bomen er ook echt? Debbie Eraly is de geknipte persoon om daar antwoord op te geven. Zij volgt in Ecuador de projecten op van BOS+ en ziet daarbij ook toe op het compensatieproject Treelogical.
Het idee achter CO2-compensatie is eenvoudig: uitstoot die je niet kunt vermijden, compenseer je die door elders CO2 op te nemen. Het project Treecological van BOS+ doet dat door de aanplant van bomen. Moet je echt het vliegtuig nemen, dan berekent Treecological de CO2-uitstoot en het aantal bomen dat nodig is om die in 20 jaar te compenseren. Via een gift laat je de bomen aanplanten, momenteel gebeurt dat in Ecuador.
Debbie Eraly werkt vanuit het Ecuadoraanse stadje Tena, aan de rand van het Amazonegebied. Ze volgt van daaruit verschillende projecten op rond bosbehoud, duurzaam bosgebruik en herbebossing. “Ik ben de tussenpersoon tussen de Belgische financiers van BOS+ projecten en de lokale uitvoerders hier in Ecuador ”, vertelt ze vanuit Tena. “Voor Treecological gaat het nu om zo’n 30 hectare die al aangeplant werden. Daarnaast volg ik een groot project op in samenwerking met Telenet, goed voor 500 hectare. Maar het is belangrijk te benadrukken dat het aantal hectares of bomen maar een deel van het verhaal zijn.”
Een boom is niet zomaar een boom?
“Er komt veel meer bij kijken. De meeste aandacht gaat vaak naar het aantal bomen of hoeveel hectare bos er bijkomt, maar bomen planten is niet genoeg. Het is minstens even belangrijk hoe die projecten tot stand komen en opgevolgd worden.”
Agressieve grassen
“Neem nu hier Ecuador: bossen worden vooral aangeplant op gronden die in de jaren 1960 zijn ontbost voor de veeteelt. De grassen die daar nu groeien, zijn bijzonder agressief en overwoekeren alles meteen. Om de jonge boompjes een kans te geven moet je ze vier jaar lang vrij houden van die grassen. Doe je dat niet, heb je op papier misschien wel duizend bomen aangeplant, maar overleeft amper een tiende.
“In het geval van Treecological komt daarbij dat onze projecten altijd ook een ecologische en sociale dimensie hebben. We planten niet gewoon bomen, maar zoeken ook een meerwaarde voor de lokale gemeenschappen en de biodiversiteit. We gebruiken bijna uitsluitend inheemse boomsoorten en trachten bestaande natuurgebieden te vergroten of opnieuw te verbinden.”
Hoe kun je de precieze CO2-opname bepalen?
“Dat is in de tropen een complexe materie, waarvoor we samenwerken met een team van de Universiteit Gent. De bestaande modellen zijn immers vaak ontwikkeld voor Europese wouden, terwijl de biodiversiteit in de tropen veel hoger is en de modellen daardoor ook complexer zijn. “
De teloorgang van het Amazonewoud in Brazilië domineerde de krantenkoppen dit jaar. Is de situatie in Ecuador beter?
“Ook hier blijven de bossen sterk onder druk staan, onder meer door de extractie van grondstoffen: mijnbouw en olieboringen. Je ziet wel dat het verzet van de lokale gemeenschappen steeds heviger wordt: ze beseffen dat ze niet mee profiteren van die rijkdom.”
Illegale jacht
“Daarnaast is er ook nog altijd illegale houtkap voor het hout en rukken ook hier palmolieplantages op. Die zijn erg productief en leveren snel winst op, maar ze putten de bodem ook snel uit. Tot slot blijft ook de illegale jacht met commerciële doeleinden in het Amazonegebied een groot probleem: wilde dieren zoals pekari’s en tapirs worden bejaagd om verkocht te worden.”
Hoe ben je zelf in Tena terechtgekomen?
“Ik had oorspronkelijk Biologie gestudeerd en was eigenlijk al van bij het begin geïnteresseerd in Latijns-Amerika. Daarom had ik ook al Spaans geleerd, maar na een wat ontnuchterende studie Internationale Betrekkingen koos ik toch weer voor de wetenschap met een doctoraat in de Biologie.
“Maar toen de kans zich voordeed ging ik aan de slag bij Groenhart, dat later opging in BOS+. Ik begon er te werken rond het Zuiden en reisde daarbij aanvankelijk enkele keren per jaar naar Latijns-Amerika, om er uiteindelijk mijn hart te verliezen – in de verschillende betekenissen – in Ecuador.”
Het werk van BOS+ kadert binnen de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, met name SDG 15: Leven op land. Zijn we op weg om die doelstelling te halen?
“Jammer genoeg niet. Hier in Ecuador zelf zijn de bedreigingen voor het woud nog altijd groot en wordt weinig vooruitgang geboekt. Er komen op papier wel beschermde gebieden bij, maar op het terrein is daar niet altijd veel van te merken. De bescherming wordt onvoldoende afgedwongen en in sommige gevallen staat de overheid ook nog olieconcessies toe in de gebieden.
“Ook internationaal is het verhaal niet rooskleurig: de ontbossing neemt af in snelheid maar blijft wel doorgaan. Tegenover die trend staan wel positieve verhalen bij lokale projecten en gebieden waar wel concrete resultaten geboekt worden.”
Meer interesse
“De SDG’s zijn wel een goede denkoefening, vind ik, omdat alles in een globaal en duidelijk kader geplaatst wordt en ook verbanden gelegd worden. We willen die binnen onze eigen werking in de komende jaren explicieter gebruiken, ook in onze interactie met overheden.”
Het klimaatthema heeft het voorbije jaar veel aandacht gekregen. Merken jullie dat er ook meer interesse is voor CO2-compensatie?
“Ja, het voorbije jaar hebben we de interesse in onze projecten flink zien stijgen. Niet enkel van particulieren, maar ook van bedrijven en overheden. Veel ontwikkelingsorganisaties hebben het moeilijk, maar organisaties die zich bezighouden met klimaatverandering, bossen en compensatie zitten gelukkig wel in de lift.”
Meer en meer mensen willen ook zelf de handen uit de mouwen steken en bomen planten, is dat een goed idee?
“Op zich wel: het is goed dat mensen een steentje willen bijdragen. Soms krijgen we bij BOS+ ook de vraag om mensen te begeleiden als ze een stukje bos in Vlaanderen willen planten. Dat is moeilijker want het betekent erg veel werk en coördinatie voor relatief kleine projecten. Dan is het beter om de handen ineen te slaan en een gecoördineerd project zoals Treecological te steunen.
Is het ook niet gewoon goedkoper in het zuiden?
”Als je de vier arbeidsintensieve jaren in rekening brengt om de agressieve grassen te verwijderen in Ecuador, komt het per hectare ongeveer even duur uit. Maar een belangrijk verschil is wel dat een tropisch of subtropisch woud gemiddeld tot drie keer meer CO2 opslaat per hectare. De klimaatimpact is er dus wel groter. Daarnaast is het in Vlaanderen heel moeilijk geworden om nog gronden te vinden om te herbebossen.”