Burgers van Ecuador hebben in een historisch referendum gestemd tegen het aanboren van grote oliereserves in een van de meest waardevolle natuurgebieden ter wereld.
In een bindend referendum sprak 59 procent van de kiezers zich uit om olie in de grond te houden in het Yasuní Nationaal Park. Het natuurgebied is een plek met een enorme biodiversiteit en is de thuisbasis van verschillende inheemse gemeenschappen die in vrijwillig isolement leven.
Na de verkiezingsuitslag van zondag heeft Petroecuador, het oliebedrijf dat in handen is van de staat, ongeveer een jaar de tijd om haar activiteiten stop te zetten in een gebied dat momenteel meer dan 55.000 vaten ruwe olie per dag produceert.
Tien jaar durende strijd
Yasunidos, de milieuorganisatie achter het referendum, heeft de uitslag in een tweet omschreven als “een historische overwinning voor Ecuador en voor de planeet”.
Het resultaat betekent het einde van tien jaar doorgedreven activisme tegen de overheid, die beweerde dat een dergelijke uitkomst “rampzalige” gevolgen zou hebben voor de economie.
Ruwe olie blijft Ecuadors grootste exportproduct, maar het aandeel ervan in het bruto binnenlands product is gedaald met bijna een derde tussen 2011 en 2021.
Het referendum werd gehouden tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in het land.
Daarin nam de linkse kandidaat Luisa González de leiding, zij neemt het in de tweede ronde op tegen centrumkandidaat Daniel Noboa.
Inwoners van Quito, de hoofdstad van Ecuador, stemden ook over het behoud van mijnbouwactiviteiten in het Chocó Andino reservaat, een andere hotspot voor biodiversiteit op 40 km van de stad. Een nog ruimere meerderheid, 69 procent, sprak zich uit tegen mijnbouw in het natuurgebied dat rijk is aan goud en koper.
Olieboringen
Al tientallen jaren wordt Yasuní bedreigd door winningsindustrieën. Volgens rapporten van het Andean Amazon Monitoring Project is er al minstens 689 hectare ontbost in het natuurgebied, grotendeels door de olie-industrie. Experts waarschuwen dat die ontbossing, samen met de onvermijdelijke olielekken, de unieke biodiversiteit van het Amazonegebied bedreigt.
Op zondag werden kiezers specifiek gevraagd naar het Ishpingo-Tambococha-Tiputini (ITT) olieproject, ook bekend als Blok 43, dat aan de oostelijke rand van het park ligt.
De pogingen om de Yasuní-olie in de grond te houden gaan terug tot 2007, toen toenmalig president Rafael Correa een beroep deed op rijke landen om 3,6 miljard dollar in te zamelen om boringen in het gebied tegen te houden.
Maar zes jaar later, toen internationale donoren er niet in slaagden om het geld bij elkaar te krijgen, schrapte Correa het initiatief en gaf hij groen licht voor olieboringen in het Amazonewoud.
Economisch argument
In hetzelfde jaar begonnen activisten van Yasunidos campagne te voeren voor een volksraadpleging. Ze verzamelden al snel meer dan 750.000 handtekeningen – veel meer dan nodig is om een referendum te organiseren. Maar de regering-Correa verwierp meer dan de helft van de handtekeningen. Na jarenlang juridisch getouwtrek besliste het hoogste gerechtshof van Ecuador afgelopen mei om de stemming op te nemen in de komende presidentsverkiezingen.
Tijdens die juridische strijd werd er geboord in het Yasuni-park. In 2016 begon Petroecuador met het winnen van ruwe olie uit blok 43, dat nu goed is voor ongeveer 12 procent van de olieproductie van het land.
Tijdens de campagne voor het referendum beweerde de uittredende Ecuadoriaanse regering dat een verbod op olieboringen rampzalige gevolgen zou hebben voor de economie van het land. Fernando Santos, de toenmalige minister van Energie, zei dat Ecuador 1,2 miljard dollar per jaar zou mislopen als het voorstel zou worden aangenomen.
Invloed op inheemse bevolking
Maar de inheemse bevolking in het natuurgebied heeft ernstige zorgen geuit over hoe de industrie hun manier van leven heeft veranderd.
Norma Nenquimo, een inheemse leider uit het Amazonegebied, stelde in een interview voorafgaand aan de stemming de olieboringen in Yasuní gelijk aan “een invasie”.
“Ze malen niet over de gevolgen voor het milieu, alleen over de winst”, aldus Nenquimo. “We zijn afhankelijk van dit land. We zijn van niemand anders afhankelijk om ons te helpen. Een plek met biodiversiteit is als een menselijk hart. Een mens kan niet leven zonder hart.”
Experts zagen het referendum ook als een kans om het economische model van Ecuador te hervormen, om het minder afhankelijk te maken van eindige oliereserves. Een studie uit 2019 van een Ecuadoraans geologisch onderzoekscentrum schatte dat tegen 2029 “olie niet langer de belangrijkste bron van inkomsten” zou kunnen zijn in het land.
Luis Suárez, uitvoerend directeur van Conservation International Ecuador, zei vorige maand dat het land zich nu kan richten op toerisme en het ontwikkelen van een “bio-economie”.