De temperatuurrecords die deze zomer werden gebroken gingen gepaard met enorme bosbranden. Een voorbode van wat de klimaatcrisis voor ons in petto heeft. Om veel erger in de toekomst te vermijden is dringend veel ambitieuzer en daadkrachtiger klimaatbeleid nodig.
Dat is ook waarom de Klimaatzaak deze maand in beroep ging tegen de uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg in 2021 – een zaak die ze nochtans gewonnen hadden. België werd toen veroordeeld voor nalatigheid én mensenrechtenschendingen van 58.000 burgers, de mede-eisers van de zaak. Een vernietigend vonnis.
Daar werd tot nu toe door onze overheden bijzonder weinig gevolg aan gegeven. Met deze volgende stap wil de Klimaatzaak daarom dat een verregaande verplichting voor vermindering van uitstoot van broeikasgassen wordt opgelegd. Concreet eisen ze een reductie van 61% (ten opzichte van het referentiejaar 1990) tegen 2030. Dat is een pak meer dan de doelstelling van 47% die we aan Europa verplicht zijn – en die we met het huidige beleid niet zullen halen.
Eerlijke budgetverdeling
Is dat niet teveel gevraagd? Eigenlijk niet, of zelfs verre van. Toch als je het met een beetje rechtvaardigheidszin bekijkt. Als we een billijke bijdrage willen leveren aan de nodige inspanningen om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, dan is dat eigenlijk een ondergrens.
Om onder 1,5° opwarming te blijven, mogen we globaal gezien nog maar een beperkte hoeveelheid CO2 uitstoten. Dat is ons wereldwijde koolstofbudget, dat moet worden verdeeld over alle landen. Zorgen dat iedereen tevreden is met die budgetverdeling, is een bijzonder moeilijke oefening. CO2 uitstoot verminderen door af te stappen van fossiele energie en het stoppen van ontbossing brengt veel opportuniteiten, maar gaat onvermijdelijk ook gepaard met inspanningen en kosten.
Dat dit haalbaar moet blijven, is een argument dat onze beleidsmakers vaak aanhalen. Maar die redenering gaat natuurlijk op voor álle landen. Elke overheid wil dat hun inspanningen behapbaar blijven voor hun burgers en verwacht dat andere landen hun deel van de koek voor zich nemen. En wat dat laatste betreft: België heeft niet alleen een relatief groot deel uitgestoten van de CO2 die nu de atmosfeer opwarmt, onze uitstoot per persoon is ook nog steeds heel hoog. Toch in vergelijking met veel andere, armere, landen, die nu al veel sterker de gevolgen van de klimaatcrisis ondervinden. Die landen willen op hun beurt ook graag hun economie zien groeien, waarbij extra CO2-uitstoot komt kijken.
Het cijfer dat de Klimaatzaak eist, houdt op een zeer vergevingsgezinde manier rekening met onze historische bijdrage: het laat ons verder uitstoten aan het tempo dat we historisch gezien gewend zijn. Dat wil dus zeggen dat we per inwoner meer mogen blijven uitstoten dan veel andere landen. Dat kun je bezwaarlijk fair noemen.
Los van de ethische overwegingen, is het ook echt wel in ons eigen belang dat we voor die eerlijker bijdrage gaan. Er wordt wel eens geopperd dat België maar een kleine speler is en onze impact dus beperkt. Dat lijkt ons vooral een argument om juist wél stevige ambitie te tonen. Net omdat we afhankelijk zijn van wat de rest doet, hebben we er alle belang bij om te laten zien dat wij ons deel doen. Hoe krijg je andere landen anders mee in een verhaal van collectieve, verregaande inspanning? Een moeilijk verhaal, maar het enige dat ons naar een leefbare toekomst leidt.
David Van Reybrouck legt dit nog veel beter uit in zijn rechstreekse verslaggeving vanuit de rechtszaal.
De bomen manifesteren mee voor een ambitieus klimaatbeleid
BOS+ vindt dat trouwens ook, samen met de andere leden van de Klimaatcoalitie. Op 3/12 trekken we daarom naar Brussel, voor een heel belangrijke editie van de Klimaatmars – aan de vooravond van gewestelijke, federale én Europese verkiezingen. Kom ook af en stap met ons mee in het grootste manifesterende bos ooit.