Risicovol spelen bevordert de cognitieve, emotionele en motorische ontwikkeling van kinderen, zeggen onderzoekers van de Universiteit Utrecht. Ze willen dat speeltuinen beter ingericht worden om risicovol spel te stimuleren.
Kinderen die vaak buitenspelen zijn gezonder, hebben minder last van stress en dragen minder vaak een bril. Pedagogen zouden nog een stapje verder kunnen gaan in hun advies, want uit onderzoek blijkt dat risicovol spelen de cognitieve, emotionele en motorische ontwikkeling van kinderen bevordert.
Een kind dat risico’s neemt tijdens het spelen, leert die beter in te schatten en ook aan te voelen waar zijn grenzen liggen. In de praktijk blijkt echter dat vrij en risicovol spelen steeds meer aan banden wordt gelegd. Tuinen en schoolpleinen worden optimaal beveiligd en speeltuinen worden aangelegd met het idee dat kinderen zich zo min mogelijk mogen bezeren.
“Een zorgelijke ontwikkeling als je het mij vraagt”, zegt Kirsten Visser, stadsgeograaf bij de Universiteit Utrecht. “De vrije tijd van kinderen wordt steeds meer gecontroleerd. Op de achterbank worden ze vervoerd van school naar de sportclub of de muziekles. Ook de tijd die kinderen in niet georganiseerd verband kunnen spelen is vaak nog onder de supervisie van ouders” legt ze uit.
Slechte ouder?
“Het idee een slechte ouder te zijn wanneer je je kinderen alleen naar buiten stuurt, speelt een grote rol”, zegt Visser. “Binnenshuis of in de achtertuin spelen wordt door veel ouders als een veiligere optie gezien dan buitenspelen. Toch leren kinderen het beste door risico’s te nemen, misschien daarbij eens te vallen, te verdwalen of hun grenzen te overschrijden.” Ze erkent wel dat het als ouder moeilijk is om daar een balans in te vinden.
Volgens haar gebeurt buitenspelen voor kinderen tot een jaar of 6 best onder supervisie. Dan komt er een moment waarop het belangrijk is om kinderen zelfstandig te laten spelen en risico’s te laten nemen. “Kinderen leren het beste door eens te vallen of erachter te komen dat die boom eigenlijk toch net iets te hoog was om in te klimmen.”
In een risicosteriele omgeving neem je volgens Visser ook de positieve uitkomsten weg van het nemen van risico. Daarom brengt ze samen met enkele collega’s en masterstudenten in kaart hoe de inrichting van een speeltuin kan bijdragen aan risicovol spel. “Met dit onderzoek willen we bijdragen aan de ontwikkeling van speelplekken die leuker en boeiender zijn voor kinderen. Want zeg nou eerlijk, een speelplek waar alles kan en alles mag, dat klinkt toch fantastisch?”