Updates

kenniscentrum

speciale bostypes

Naast de drie grote types zijn er nog een hele resem bostypes die minder voorkomen. Uitzonderlijke klimaat- en/of standplaatsfactoren maken dat er op sommige plaatsen enkel gespecialiseerde levensgemeenschappen kunnen voorkomen.

Mangrovebos

Bos in zee?

Mangrovebossen groeien letterlijk met hun voeten in het water langs de kust, langs grote rivieren en delta’s in de tropen en subtropen. Wereldwijd groeien er nog enkele miljoenen hectare mangrovebossen in langgerekte stroken. Mangrovebossen zijn dicht begroeid. Bij hoogwater steken de kruinen net boven het water uit. Bij laagwater is een doolhof van stammen bekleed met zeewier en mossel- en oesterschelpen zichtbaar. Ze zijn zeer moeilijk toegankelijk.

Hoe kunnen ze in zout water overleven?

Mangrovebossen herken je ook aan de bomen met steltwortels. Deze wortels geven de bomen houvast en dienen als ademhalingsorgaan. In de bodem onder het water is er immers geen zuurstof. Aangezien ze in zout water moeten zien te overleven, hebben ze dikke watervasthoudende weefsels met blinkende behaarde oppervlakken om transpiratie te vermijden. Ook de zaden zijn aangepast aan dit zeer dynamische leefmilieu met dagelijkse overstromingen: ze ontkiemen al op de moederplant (viviparie) en ontwikkelen daarbij een scherpe kiemwortel waarmee ze zich snel kunnen vastzetten in de bodem.

Bossen als golfbrekers

De stammen van mangrovebomen breken de immense kracht van het wassende water en hun wortels verankeren de modderbanken. Zo beschermen mangrovebossen het achterliggende land en zijn bewoners tegen zware stormen, overstromingen en zelfs tsunami’s. De mangroven vormen als het ware een levende dijk. Indien minder mangrovewoud was gekapt, zouden er veel minder slachtoffers geweest zijn van de tsunami in Thailand (2004). Mangrovebossen houden ook het bodemmateriaal dat door rivieren wordt afgevoerd tegen. Zo beschermen ze de koraalriffen tegen het schurende zand.

Bedreigingen

De laatste 30 jaar werd spijtig genoeg 20% van de mangrovewouden vernietigd, vaak ten behoeve van aquacultuur, waardoor kustlijnen wereldwijd steeds kwetsbaarder worden. Ook vervuiling is nefast voor mangrovebossen.

Mediterraan bos

Mediterrane bossen vind je in het Middelandse Zee gebied. Dit gebied kent warme, droge zomers en milde winters. In mediterraan bos groeien bomen die aangepast zijn aan deze zomerse droogteperioden: Ze hebben vaak een waslaagje die ze een leerachtig uitzicht bezorgen. Hierdoor vermijden ze verdamping en uitdroging. Vaak denken mensen dat er in de mediterrane streken weinig bos is. Dit is echter een misvatting, in Catalonië (Spanje) bedekken bossen 38% van de oppervlakte. Dit is meer dat het dubbele van in Vlaanderen. Ook het aantal struik- en boomsoorten is er dubbel zo hoog.

Moerasbos

Moeras- of broekbossen komen voor op plaatsen met een hoge watertafel. Voor water moeilijk doordringbare grondlagen of gronden die vaak overstromen geven de aanleiding tot de groei van moerasbossen. In moerasbossen vind je planten die aangepast zijn aan een leven met de voeten in het water. Vaak zijn enkele soorten er heel dominant, bij ons zijn dat vooral de zwarte els en de berk. Door de omstandigheden worden de bomen er niet zo hoog. Doordat er in het kruinendak vaak heel wat gaten zitten, krijgt de onderetage en de kruidlaag veel licht en is die dan ook goed ontwikkeld.

Vloedbos

Als de vissen nesten maken in de kruinen

Vloedbossen staan gedurende verschillende maanden enkele meters onder water. De overstromingen veroorzaken er door sedimentering, erosie en vegetatiesuccessie een uitzonderlijk hoge dynamiek. Je vindt ze op alle continenten maar het meest uitgesproken zijn ze in het Amazonebekken.

Galerijbos

Galerijbossen groeien in langgerekte corridors langs rivieren in een voor de rest quasi boomloos droog landschap zoals savannes. Ze zijn vaak niet meer dan enkele tientallen meters breed.

Dankzij een constante vochtvoorziening en een hogere bodemrijkdom in de directe omgeving van de rivier kunnen bomen er groeien. Dit maakt dat het vaak zeer duidelijk afgelijnde bossen zijn met een zeer scherpe grens.

Door hun verschijningsvorm zijn ze zeer gevoelig voor randeffecten zoals overbegrazing vanuit de graslanden. Ook de bouw van stuwdammen is een bedreiging voor deze bossen.

Tropisch coniferenbos

Coniferen of naaldbomen worden vaak met koudere klimaten geassocieerd maar ook in de Tropen en vooral in de Subtropen komen veel naaldbossen voor. Vaak gaat het hier om pioniersbossen waar het te droog of te arm is voor loofbomen of ook waar door frequent voorkomen van vuur of overbegrazing de evolutie naar een loofbos verhinderd wordt. Deze pioniersbossen met uitsluitend naaldbomen kunnen zichzelf tientallen jaren in stand houden zonder kolonisatie door loofbomen.

De Paraná den (Araucaria angustifolia), genoemd naar de Braziliaanse provincie waar hij in betere tijden vele honderduizenden vierkante kilometers bedekte, is een bekende subtropische conifeer. Hij lijkt sterk op – en is ook verwant aan de slangenden (Araucaria araucana) die je in vele Vlaamse voortuintjes vindt. Deze boom is nu o.a. door de verzameling van het zaad en houtkap met uitsterven bedreigd en staat op de rode lijst van de International Union for Conversation of Nature (IUCN).