‘Meer bos voor Vlaanderen!’, zo heet het ambitieuze bosuitbreidingsprogramma van de Vlaamse Overheid. Het doel? Vlaanderen verrijken met maar liefst 10.000 ha extra bos in de periode 2020-2030. Tegen 2024 mikt de overheid op 4.000 ha bosuitbreiding, waarvan de lokale besturen samen 750 ha moeten realiseren. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, en een blik op de Bosteller verraadt het al: er is nog werk…
Enkele maanden na de start van de regering 2019 – 2024 werd, naar aanleiding van de operationalisering van de doelstellingen uit het nieuwe regeerakkoord, de Bosalliantie in het leven geroepen. Een samenwerking tussen verschillende natuurorganisaties waarop lokale besturen beroep kunnen doen indien zij hun gemeente willen bebossen.
Als lid van de Bosalliantie kan BOS+ lokale besturen gratis ondersteunen bij heel wat aspecten van bosuitbreiding, zoals:
Bovendien vinden lokale besturen heel wat nuttige informatie in ons vademecum ‘Bosuitbreiding en bosverbinding door lokale besturen’.
Bekijk ons vademecumNaast de vele bosuitbreidingssubsidies die de overheid beschikbaar stelt, kunnen lokale besturen mits enkele voorwaarden ook rekenen op financiële steun uit het Bosfonds van BOS+. Dat fonds wordt gevoed door particuliere donateurs en bedrijven en kan lokale besturen van € 7.000/ha voorzien.
Alle info en voorwaarden vind je in onze spelregels.
Via het Bosfonds brengt BOS+ jouw gemeente in contact met een bedrijf dat je bebossing wil sponsoren.
Jouw bebossing wordt op die manier gefinancierd en deze bedrijven krijgen de kans om hun dromen van een bedrijfsbos te realiseren. Een win-win!
Meer weten over bedrijfsbossen
wil Vlaanderen aanplanten in de periode 2020-2030.
wil Vlaanderen tegen 2024 realiseren.
moeten lokale besturen realiseren tegen 2024.
werd door BOS+ aangeplant met lokale besturen sinds 2021.
Deze gemeenten bebosten al samen met BOS+ via het 'Meer bos voor Vlaanderen' programma
Met dit bosuitbreidingsprogramma wil Vlaanderen de groenste inhaalbeweging ooit realiseren. En dat is nodig, want meer bos...
Om nieuw weefsel aan te maken nemen bomen het broeikasgas CO2 op uit de atmosfeer, waardoor bossen de opwarming van de aarde tegengaan. Daarnaast bieden ze met hun schaduw en door waterverdamping via hun bladeren verkoeling in onze stedelijke hitte-eilanden.
Bossen zijn een effectieve buffer tegen wateroverlast in en rond de stad. Na een bui vertragen ze de waterstroom over het grondoppervlak, wat erosie tegengaat en het water meer tijd geeft om in de bodem te infiltreren en het grondwater aan te vullen.
Bossen vormen veilige en voedselrijke leefgebieden voor allerlei planten en dieren, die op hun beurt belangrijke ecosysteemdiensten leveren, zoals bijvoorbeeld bestuiving. Dat is hyperrelevant aangezien de biodiversiteit tegenwoordig onder grote druk staat door klimaatverandering, habitatverlies, overexploitatie, vervuiling en uitheemse invasieve soorten.
Bomen en bos dempen het voortdurende stadslawaai van voertuigen, industrie, verbouwingen en wegenwerken, en strippen de lucht van schadelijk fijnstof.
Bossen hebben ook een sociale en recreatieve functie. Het zijn plaatsen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten of tot rust kunnen komen, en waar gewandeld, gesport en gespeeld kan worden. Zo maken ze ons gelukkiger én fysiek en mentaal gezonder.
Ook voor de wetenschap zijn bossen onmisbaar. Wetenschappers doen er hun veldwerk in het kader van biodiversiteitsonderzoek of naar de invloed van bossen op vervuiling en klimaatverandering.
Bossen kunnen ook economisch interessant zijn. Via duurzame houtkap zorgen ze voor hout: een hernieuwbare grondstof van topkwaliteit met een veel lagere ecologische voetafdruk dan alternatieve materialen.
Eén van de grootste struikelblokken voor bosuitbreiding is het vinden van geschikte bebosbare grond. Wij komen graag eens langs om kaartmateriaal te bespreken en potentieel bebosbare gronden te identificeren. Als dit eigen patrimonium is, kunnen we relatief snel tot bebossing overgaan. In andere gevallen kunnen we de grondeigenaar aansporen de grond zelf te bebossen, te verkopen of te ruilen. Om te contacteren, kunnen wij voorbeeldbrieven opstellen.
Eens de eigenaar van een geschikte bebosbare grond wil verkopen, kunnen wij jullie begeleiden bij de aankoop er van (het aanstellen van een schatter, de onderhandelingen, … ).
De te bebossen grond moet uiteraard ook eens bezocht worden. Het is belangrijk om te kijken met welk bodemtype we te maken hebben, of de grond eerder nat of droog is, of er sporen zijn van reeën, hazen of konijnen, welke bomen er al rond het terrein aanwezig zijn, …
Op basis van het terreinbezoek maken wij een aanplantingsplan met standplaatsgeschikte, inheemse struik- en boomsoorten. Dat plan toont niet alleen wat en waar we gaan aanplanten, maar ook de ligging van eventuele wandel- en beheerpaden.
Met het aanplantingsplan kunnen we vervolgens vergunningen en subsidies aanvragen. De overheid voorziet een subsidie voor zowel de aankoop van te bebossen gronden, als de bebossing zelf. Daarnaast kunnen we ook een overeenkomst afsluiten voor eventuele steun uit het Bosfonds van BOS+.
Geen bos zonder planten. Wij vragen offertes voor plantgoed op bij verschillende boomkwekerijen. Hetzelfde doen we voor eventuele wildbescherming – we willen immers niet dat onze jonge aanplant volledig verdwijnt door wildvraat. Plantgoed laten we meestal een week voor de aanplant leveren, waarna het ter bescherming ingekuild moet worden.
Niet alle gronden zijn meteen geschikt voor bebossing, soms moet er bv. gemaaid of gefreesd worden. Voor publieke plantacties laten we vlak voor de aanplant vaak ook plantgaten boren. Wij kunnen jullie helpen te bepalen welke voorbereidingen er juist nodig zijn en ook daarvoor offertes opvragen.
Eens alle administratieve, financiële en logistieke taken achter de rug zijn, gaat BOS+ voor u op zoek naar een sponsor.
Aanplanten doen we van november tot en met februari, wanneer de planten in rust zijn. Een aanplant kan uitbesteed worden of uitgevoerd worden door buurtbewoners, jeugdverenigingen en/of sponsors. Naast jaren ervaring heeft BOS+ ook al het materiaal om zo’n publieke plantacties te begeleiden.