Adelaarsvaren is een in Vlaanderen inheemse oud-bosplant die in de literatuur niet onbesproken is. De la Cretaz & Kelty (2002) omschrijven de soort als een inheemse, agressief koloniserende soort, zeg maar een woekersoort. Den Ouden (2000) omschrijft dit iets genuanceerder als: “Het vermogen om de bossuccessie te doen stagneren heeft adelaarsvaren in vele delen van de wereld de reputatie van een lastig onkruid gegeven.”
Adelaarsvaren kan inderdaad het leven van andere plantensoorten moeilijk maken, niet alleen door een hoge productie van bladstrooisel en een dicht net van ondergrondse wortelstokken, maar volgens sommige auteurs ook door afscheiding van giftige stoffen die de kieming en groei van andere soorten remmen. Daardoor hebben vegetaties met een hoofdaandeel adelaarsvaren vaak een arme structuur en weinig soorten. Adelaarsvaren heeft ook maar weinig begeleidende organismen, zo zijn in het Verenigd Koninkrijk maar 27 tot 35 insectensoorten aan adelaarsvaren gebonden (Lawton, 1976). In een vorig artikel hebben we de ecologie van adelaarsvaren al uitgebreider besproken (zie deel 1, Bosrevue 10).
Gelieve als volgt te citeren:
De Schrijver, A., Geudens, G., Verheyen, K., Nachtergale, L. (2005). Adelaarsvaren: perceptie door Vlaamse beheerders. Bosrevue 12c, p12-14.
ISSN 2565-6953 – Bosrevue 12c