BOS+ ging mee met de jaarlijkse studiereis bosbeheer van Inverde. Onze projectmedewerker en bosuitbreider Annelies Loos ging mee op pad naar het bosrijke Beieren. Ze bezocht er de stadsbossen van het pastorale Zellingen en het historische Bamberg, een inspirerende ervaring waar ze hier verslag over uitbrengt.
Zellingen: Wald, Wein, Wasser
Met hun slogan ‘Wald, Wein, Wasser’ pakt Zellingen terecht met trots uit over hun bos. Het stadsbos alleen is er al 842 ha groot en slechts een deel van een groter aaneensluitend gebied. Het stadsbos is vooral indrukwekkend om zijn soortendiversiteit in bomen en struiken. Je kan er namelijk meer dan 35 verschillende soorten terugvinden! Dit is deels te danken aan de gunstige klimaatomstandigheden en de rijke bodem. Het doordachte beheer van boswachter Peter Kretzinger zorgt er bovendien al meer dan 30 jaar voor dat deze rijkdom tot op heden en in de toekomst behouden wordt.
De ster van het bos is de Peervormige lijsterbes, Sorbus domestica. In dit stadsbos zijn namelijk de grootste, maar ook de meeste exemplaren terug te vinden. De vruchten van deze soort werden vroeger geoogst als ingrediënt van de Frankische Apfelwein. Dit originele streekproduct moet nog steeds met minstens 10% van deze besjes gemaakt zijn. De soort verjongt zich berucht moeilijk door hun gevoeligheid aan een schimmel. Dankzij een samenwerking met onderzoekers in de jaren 90, konden er in het bos wel 10 000 extra exemplaren aangeplant worden Daarnaast wordt de soort ook goed beschermd en bevoordeeld waar die wel vanzelf verjongt.
Naast de speciale zorg voor de Peervormige lijsterbes, is er in het beheer van het bos in het algemeen veel aandacht voor het behoud van alle verschillende soorten. Waar mogelijk, volgen ze hier natuurlijke processen en waar nodig, sturen ze bij via beheeringrepen. Geïntroduceerde verjonging van de beuk 30 jaar geleden mocht bijvoorbeeld niet ten koste gaan van natuurlijke eikenverjonging. De keuze om in te zetten op het verzekeren van de soortenrijkdom loont voor hen duidelijk, nu veel boomsoorten het met de frequentere aanhoudende droogtes moeilijk krijgen.
Ook interessant was het feit dat de opdracht van de beheerder ook inhoudt om met de opbrengsten van de houtverkoop minstens de eigen personeelskosten te dekken: 1 ingenieur en 2 arbeiders. Uiteraard blijft er liefst ook nog iets over voor de begroting van de eigenaar, de gemeente. De soortenrijkdom en diversiteit van het bos bewijst dat inzetten op houtverkoop en zelfbedruipend zijn, de andere functies van het bos niet hoeven te hypothekeren.
De schat van Bamberg
Ook bij de beheerders van het stadsbos in Bamberg heerst een besef van het belang van een soortendivers (loof)bos, maar dan niet alleen omwille van de veerkracht van het bos. De stad Bamberg is namelijk voor een groot deel van hun drinkwater afhankelijk van het bos.
Het stadsbos van 348 ha groot, is een deel van het Hauptsmoor-bos dat Bamberg al in 1912 kocht om daar aan extra waterwinning te doen. Waar de bewoners voordien vooral water haalden uit de open bronnen, is er in de zandbodem van het bos grondwater te vinden op een diepte van 10 m, boven een waterondoordringbare grondlaag. Om de kwaliteit van het grondwater te blijven bewaren, werd zo’n honderd jaar later, het waterbeschermingsgebied Bamberg afgebakend in 2011. In 2014 werden de waterwinningsinstallaties in het bos ook volledig vernieuwd, al is dat er niet de belangrijkste inspanning voor de grondwaterkwaliteit. Die wordt namelijk beïnvloed door de bodem zelf en wat erop staat.
Een bos met een grotere boomsoortendiversiteit heeft beter strooisel, dat op zijn beurt voor een betere bodem en hogere waterkwaliteit kan zorgen. Daarom wordt het ooit pure naaldhoutbos (vooral grove den) langzaam omgevormd naar een gemengd loofhoutbos door boswachters Johannes Hölzel en Dieter Bierlein, die ons de vruchten van hun werk tonen. Dennen worden pas weggehaald net voor ze zouden afsterven. Een aantal blijven nog staan als overstaanders en worden habitatbomen en (staand) dood hout. Ook hier wordt de dominantie door beuk actief tegengegaan om een groot aandeel eik en andere lichtboomsoorten te behouden. Op alle vlakken willen ze toewerken naar een structuurrijk, ongelijkjarig bos. Zo wordt het microklimaat van het bos zo min mogelijk verstoord en biodiversiteit maximaal bevorderd.
Voer tot inspiratie
De schaal van de bossen in Beieren is groot in vergelijking met die in Vlaanderen. We merken doorheen onze bezoeken dat we erg genieten van de intrinsieke waarde van de bossen: het bos kan hier nog echt bos zijn. Hoewel er duidelijk veel aandacht is voor multifunctioneel bosbeheer, is er duidelijk minder nadruk op en druk van recreatie, doordat er net zo’n groot aanbod aan bos is.
De gemiddelde grootte van een bos in Vlaanderen is 1ha. Per persoon is er zo’n 200 m² bos beschikbaar. In Beieren is de gemiddelde oppervlakte bos per eigenaar meer dan dubbel zo groot: 2,3 ha. Per inwoner is daar 10 keer meer bos beschikbaar: zo’n 2000 m². Des te meer en groter bos we kunnen verwezenlijken in Vlaanderen, hoe beter ze hier ook zullen voldoen aan onze vraag van hun talrijke ecosysteemdiensten.