Updates
Nieuws

De sleutelrol van bos in het klimaatverhaal – onze verwachtingen voor de COP26

BOS+ zal dit jaar aanwezig zijn op de COP, in de eerste plaats om een aantal van onze partners te ondersteunen, die er de stem van inheemse gemeenschappen zullen laten horen. Daarnaast zullen we als waarnemer van de onderhandelingen in het bijzonder kijken naar de rol die bossen, bomen en natuurlijke klimaatoplossingen krijgen in het internationaal klimaatbeleid. Als lid van de Klimaatcoalitie dragen we ook de aanbevelingen uit die door dit netwerk van Belgische ngo’s werd voorbereid.

Dit weekend werd in Glasgow de aftrap gegeven van de COP26, de internationale klimaatconferentie waarbij vrijwel alle landen ter wereld samenkomen om afspraken te maken over een globale aanpak van de klimaatcrisis. Vrijwel, want het moet gezegd dat er met grootmachten China en Rusland – samen goed voor bijna een derde van de wereldwijde CO2 uitstoot – een aantal belangrijke afwezigen zijn. Het wordt de 26e klimaattop, hoewel er 27 jaar voorbij gingen sinds het begin van de onderhandelingen: COVID gooide roet in het eten en zorgde voor een jaar uitstel van deze belangrijke editie. En laat vertraging nu net zijn wat we kunnen missen als kiespijn.

Met de neus op de feiten

Met overstromingen in België, hittegolven in Canada en bosbranden in Siberië grijpt de klimaatcrisis hier en nu om zich heen, en drukt ons met de neus op de feiten dat geen enkel land gespaard blijft van de gevolgen. Ook het meest recente IPCC rapport onderschrijft de absolute noodzaak en urgentie van het ondernemen van acties die ons onder een temperatuurstijging van 1,5° kunnen houden, met een steeds grotere bewijslast en steeds duidelijkere voorspellingen. En het tijdsframe waarbinnen we die acties nog kunnen ondernemen, wordt steeds kleiner.  

Alle COP’s zijn belangrijk, maar zo wordt dit jaar toch (weer) een sleuteleditie. Een half decennium na die vorige cruciale editie in Parijs moeten een aantal belangrijke knopen worden doorgehakt. De regels voor het waarmaken van de verbintenissen in het klimaatakkoord van Parijs moeten worden afgewerkt. De mitigatiebijdragen per land (de zogeheten national determined contributions of NDC’s) moeten naar boven worden bijgesteld. De shift van fossiel naar hernieuwbaar moet aanzienlijk versneld worden. 

Wie betaalt wat?

De samenwerking tussen overheden en de private sector moet vlotter en beter gefaciliteerd worden. Niet alleen omdat het alle hens aan dek is maar ook omdat we een transitie nodig hebben naar duurzame financierings- en investeringsstromen. Want daar gaat de COP uiteindelijk in belangrijke mate over: onderhandelingen over wie welke kosten op zich neemt. Of het nu gaat over het terugdringen van emissies (mitigatie), het aanpassen van onze samenleving aan de gevolgen die we nu al ondervinden (adaptatie), of het voorzien van compensatiemechanismen voor landen die nu al het meest getroffen worden (loss and damages). 

Bos en natuur hoog op de agenda 

Het wordt dit jaar ook een belangrijke COP voor de zogenaamde natuurlijke klimaatoplossingen. Bomen, bossen en andere ecosystemen, levende gezonde landbouwbodems en veengebieden houden niet alleen veel broeikasgassen uit de atmosfeer, ze maken aanpassingen aan de gevolgen van klimaatverandering ook makkelijker. Bovendien bieden ze een heel gamma aan andere, bijkomende voordelen én ze zijn relatief goedkoop.  Last but not least, helpen ze mee die andere enorme uitdaging aan te pakken: het pijlsnelle verlies van de wereldwijde biodiversiteit. Enkele weken geleden nog werd met een afzonderlijke biodiversiteitsconferentie de aftrap gegeven van een belangrijke onderhandelingsronde die streeft naar een wereldwijd biodiversiteitsplan en een bescherming van 30% van het landoppervlak tegen 2030. Vandaag moeten die doelstellingen ook worden meegenomen op de klimaattop, want de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis versterken elkaar. Ironisch genoeg is het net onder invloed van klimaatverandering dat bossen en andere ecosystemen kwetsbaarder worden (voor bosbranden, voor ziektes en plagen, voor uitdroging) en daarmee hun potentieel voor CO2 captatie en als klimaatbuffer verliezen. Waar veranderingen in landgebruik op dit moment nog met stip de belangrijkste oorzaak vormen van biodiversiteitsverlies, wordt verwacht dat klimaatverandering dit in de toekomst zal overstijgen. Dit kan in eerste instantie ontmoedigend klinken, maar betekent ook dat beide crisissen – klimaat en biodiversiteit – tegelijk kunnen worden aangepakt.  

EU-consumptie goed voor 16% van wereldwijde ontbossing

In dat licht kan ook het voorzitterschap van de UK een interessante rol spelen op deze klimaattop, want natuurlijke klimaatoplossingen en in het bijzonder bossen worden door het gastland hoog op de agenda geplaatst. Bijzondere aandacht gaat daarbij zeer terecht naar de problematiek van ‘geïmporteerde ontbossing’: bosdegradatie en -verlies gelinkt aan grondstoffen of basisproducten zoals vlees, palmolie, soja, cacao, koffie, rubber en hout, waarvan de productie ontbossing veroorzaakt in de tropen, maar die ergens anders worden geconsumeerd. Consumptie in de EU alleen al is de oorzaak van 16% van de wereldwijde ontbossing en België hoort bij de koplopers. Ook onze Europese leiders moeten dus hun verantwoordelijkheid nemen in het afremmen van ontbossing wereldwijd, die zich op dit moment nog steeds aan een onrustwekkend tempo verderzet. De voorbije 10 jaar verloren we jaarlijks gemiddeld een oppervlakte van 4,7 miljoen hectare bos, een gebied groter dan Nederland. Laten we ook niet vergeten dat de CO2 die daarmee vrijkomt er in belangrijke mate toe bijdraagt dat landgebruiksverandering – maar in het bijzonder ontbossing – vandaag geldt als de tweede grootste uitstoter na de verbranding van fossiele brandstoffen. Het stoppen van ontbossing is dan ook een cruciale klimaatregel die we liever vandaag dan morgen nemen.  

EU-boswet moet geïmporteerde ontbossing tegengaan

Een aantal interessante initiatieven daartoe liggen al op tafel: o.a. een nieuwe Europese wetgeving die geïmporteerde ontbossing moet tegengaan en momenteel wordt voorbereid, en in de aanloop naar de COP het FACT (Forests, Agriculture and Commodity Trade) initiatief dat een samenwerkingsproces wil opstarten rond duurzame handel en de bescherming van bossen in ontwikkelingslanden met een groot bosareaal. Dit zijn volgens BOS+ zeer belangrijke en waardevolle initiatieven, maar op zich niet genoeg om het wereldwijde bosverlies – in 2020 zagen we een stijging van 12% t.o.v. 2019 – een halt toe te roepen. Om dat waar te maken, hebben we dringend globale en daadkrachtige acties nodig die het tij kunnen keren. Het is dan ook uitkijken naar de presentatie van een nieuwe en hopelijk ambitieuze Forest Deal, dit weekend nog aangekondigd door de UK als een belangrijke doelstelling voor deze COP26.  

Maar om klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en landdegradatie echt aan te pakken, zullen ook de nodige fondsen moeten worden vrijgemaakt. Volgens het UNEP rapport van 2021 moeten investeringen in op de natuur gebaseerde oplossingen tegen 2030 verdrievoudigd worden, en een groot deel daarvan moet besteed worden aan een sterke uitbreiding van de oppervlakte bos en voedsel dat wordt geproduceerd in boslandbouw.  

Inheemse gemeenschappen: bosbeschermers onder druk   

Onderzoek toont aan dat lokale en inheemse gemeenschappen die in of rond het bos wonen een enorm belangrijke rol vervullen als beschermers van hun leefomgeving. Geschat wordt dat een derde van alle bossen in de tropen wordt beheerd door de lokale gemeenschappen. Ze zijn daarom niet alleen cruciaal als strenge bewakers van hun bossen, maar ook als stewards van het klimaat en de biodiversiteit. Het respecteren en toekennen van eigendomsrechten en eigenaarschap over leefgebieden voor lokale en inheemse gemeenschappen, en het ondersteunen van hen in het duurzaam beheer van hun bossen, worden gezien als één van de meest efficiënte manieren om bossen te beschermen.   

Paradoxaal genoeg neemt de druk op lokale en inheemse gemeenschappen toe en worden hun mensenrechten steeds meer geschonden. Tekenend voor deze alarmerende trend is het aantal moorden op milieuverdedigers dat nog elk jaar toeneemt. In 2018 moesten 164 milieuactivisten hun strijd met hun leven bekopen, in 2019 steeg dit cijfer al naar 212 en in 2020 tot zelfs 227.   

Het volwaardig betrekken van (vertegenwoordigers van) inheemse gemeenschappen in internationale onderhandelingen rond klimaat en biodiversiteit is dan ook een absolute noodzaak, die in de praktijk nog te weinig ingevuld wordt. Op en rond de COP26 in Glasgow, waar een strikte immigratiepolitiek en strenge COVID regelgeving de toegang tot de onderhandelingen voor deze groepen bemoeilijkt, wordt dat een belangrijk aandachtspunt. BOS+ zal dit jaar aanwezig zijn op de COP, en wel in de eerste plaats om een aantal van onze partners te ondersteunen die er de stem van inheemse gemeenschappen zullen laten horen.  

Concrete verwachtingen 

(Wanneer) zullen we straks van een geslaagde COP kunnen spreken? Waarnemers spreken weinig hoop uit op het bereiken van voldoende en bindende afspraken op deze klimaattop, voornamelijk omwille van de enorme afstand die nog bestaat tussen de vandaag voorliggende klimaatplannen van alle deelnemende landen en de acties die nodig zijn om onder de doelstelling van 1,5° opwarming te blijven. Toch blijft het belang van deze bijeenkomst, een jaar na datum en tegen de huidige staat van urgentie, hoe dan ook enorm. Voor BOS+ zijn de belangrijkste doelstellingen:

  1. Het drastisch opkrikken van ambities en resultaten 

Kort gezegd: de som van alle acties waartoe de deelnemende landen zich engageren, moet leiden tot een scenario waarin we onder de 1,5° opwarming kunnen blijven – of zo dicht mogelijk daarbij komen. Klimaatwetenschappers zijn het erover eens dat die grens van 1,5° cruciaal is om een leefbare toekomst te verzekeren voor de mens en onze planeet, en ook in het Parijsakkoord werd dit als streefdoel bevestigd. Daartoe moeten globale emissies worden teruggedrongen met 55% tegen 2030 en moeten we klimaatneutraliteit bereiken in 2050. De voorbije jaren hebben alle ondertekende landen hun bijdrage aan dit scenario vastgelegd in nationale klimaatplannen, in Glasgow worden die voor het eerst geëvalueerd. Toch tonen de laatste berekeningen al dat we verre van op koers liggen naar 1,5° maar daarentegen afstevenen op een ‘rampscenario’ met een temperatuurstijging van 2,7°.  Een grondige bijstelling van de ingediende nationale klimaatplannen is dringend en hoogst noodzakelijk, want elke tiende van een graad telt.

  2. Het erkennen, beschermen en financieren van bos als natuurlijke klimaatoplossing 

Bos en andere natuurlijke klimaatoplossingen moeten de bijkomende middelen krijgen die nodig zijn om hun rol als integrale klimaatoplossing te kunnen waarmaken. Financieringsstromen worden een belangrijk agendapunt op deze COP, waarbij moet gestreefd worden naar een volledige afbouw van subsidies aan fossiele brandstoffen en een heroriëntatie naar duurzame sectoren en projecten, met inbegrip van natuurlijke klimaatoplossingen zoals het herstel, de aanleg en bescherming van duurzaam beheerde bossen en andere ecosystemen. 

Om landen in de tropen die vaak over grote bosarealen beschikken te ondersteunen, moeten ook de EU en andere grote spelers hun verantwoordelijkheid nemen rond geïmporteerde ontbossing en zowel via wetgeving als via performante, transparante én additionele financieringsmechanismen een betere bescherming van bossen wereldwijd verzekeren. De aangekondigde Forest Deal moet daarom door zoveel mogelijk landen ondertekend worden. Ze moet gepaard gaan met een toereikend financieringsplan, sluitende afspraken en opvolgingsmechanismen over de naleving daarvan, en een afbouwscenario met tussentijdse targets dat verzekert dat wereldwijde ontbossing op korte termijn drastisch wordt teruggebracht en volledig wordt uitgebannen tegen 2030.  

Het moet bovendien gaan om de juíste oplossingen. Bosbehoud aangepast aan de lokale context, waarbij inheemse gemeenschappen die rond en van die bossen leven, nauw worden betrokken. Bosherstel met een lange-termijnsvisie en met inheemse soorten, dat bestaande beschermde gebieden terug verbindt en in ecosysteemdiensten voorziet voor de lokale bevolking. Boslandbouw (agroforestry) die het inkomen van boerengemeenschappen diversifieert. Oplossingen dus die een evenwicht vinden tussen het inspelen op lokale noden enerzijds en de belangen van een globale maatschappij anderzijds, en die landschappen, mensen en natuur veerkrachtiger maken. Zulke integrale oplossingen zijn niet altijd de meest goedkope of gemakkelijke, maar wel de enige die op lange termijn kunnen werken. Wanneer ze werken dragen ze behalve aan het behalen van de opgelegde klimaatdoelstellingen ook bij aan een resem andere belangrijke duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, in het bijzonder leven op het land, watervoorziening, armoedereductie en voedselzekerheid.

  3. Het realiseren van een rechtvaardige transitie  

Er moeten eerlijke afspraken gemaakt en nageleefd worden over de verdeling van lasten en kosten die de klimaatcrisis nu al met zich meebrengt, rekening houdend met historische emissies en met de financiële draagkracht van landen. Op dit moment worden veel lagere-inkomenslanden het sterkst getroffen, terwijl zij het minst hebben bijgedragen aan de klimaatverandering die we vandaag voelen. Al in Kopenhagen (2009) beloofden de ‘rijke’ landen tegen 2020 een jaarlijkse steun van 100 miljard dollar aan ontwikkelingslanden om de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden, maar een jaar na het verstrijken van die deadline halen we nog geen 80 miljard dollar waarvan een aanzienlijk deel bovendien gaat om renteloze leningen en waarvan de additionaliteit onvoldoende verzekerd is. Volgens de laatste voorspellingen zouden we die 100 miljard pas in 2023 halen. Dit bedrag is nochtans een absoluut minimum, en moet verzekerd en liefst nog stevig opgekrikt worden. Afrikaanse landen stellen dat kosten veroorzaakt door klimaatverandering snel zullen oplopen tot 1.000 miljard per jaar.  

Behalve rechtstreekse steun aan landen, moet ook worden ingezet op lokale en inheemse gemeenschappen. In de eerste plaats moeten ze beter worden beschermd tegen de toenemende bedreiging van hun leefomgeving, maar er moeten ook meer middelen en mechanismes worden voorzien die hen toelaten hun rol als stewards van klimaat en biodiversiteit ten volle waar te maken. 

Aanwezigheid BOS+ 

Ook BOS+ zal dit jaar aanwezig zijn op de COP, in de eerste plaats om een aantal van onze partners te ondersteunen, die er de stem van inheemse gemeenschappen zullen laten horen. Daarnaast zullen we als waarnemer van de onderhandelingen in het bijzonder kijken naar de rol die bossen, bomen en natuurlijke klimaatoplossingen krijgen in het internationaal klimaatbeleid. Als lid van de Klimaatcoalitie dragen we ook de aanbevelingen uit die door dit netwerk van Belgische ngo’s werd voorbereid.   

Ten slotte gaan we er ook naartoe om te blijven bijleren van en uit te wisselen met andere organisaties. BOS+ brengt via haar programmawerking in Afrika en Latijns-Amerika natuurlijke klimaatoplossingen in de praktijk, samen met lokale en inheemse gemeenschappen. Met de rol van bossen en inheemse gemeenschappen als centrale thema’s op deze COP, wordt dit een belangrijk leermoment en verwachten we ons aan een schat aan nuttige en actuele informatie die zal kunnen ingezet worden in het versterken van onze werking op het terrein. 

Terug

Geen tijd meer over om het einde van ontbossing verder uit te stellen

Ambities zonder body: natuur en klimaat geen prioriteit voor nieuwe Vlaamse regering

Lees meer artikels