Updates
Bosrevue

Eerste ecoduct over Brusselse ring ontsnippert het Zoniënwoud

© © SVD_Absoluut

Van juli 2013 tot juni 2018 maakte het project Life+ OZON werk van de ecologische ontsnippering van het Zoniënwoud. Met steun van het Europese structuurfonds Life werden een ecoduct, een boombrug, drie faunabuizen en 25 kilometer ecoraster gebouwd over, langs en onder de R0 (Ring rond Brussel) en E411. In Bosrevue 49 verscheen reeds een artikel over de geplande ingrepen. Met dit artikel willen we ook de realisatie van deze ingrepen weergeven.

Actuele uitdaging voor het Zoniënwoud

Het Zoniënwoud is een ongeveer 5.000 hectare groot bos- en natuurgebied. Het heeft een grote ecologische en wetenschappelijke waarde met internationale erkenningen vanwege Natura 2000 en UNESCO.

 

Ligging van het Zoniënwoud ten opzichte van Brussel © Leefmilieu Brussel

Het gebied spreidt zich uit over de Vlaamse, Brusselse en Waalse gewestgrenzen. De verschillende beheerders werken intergewestelijk samen rond het realiseren van verbindingen met omliggende natuurgebieden (Meerdaalwoud, Hallerbos…), ecologische ontsnippering en spreiding van recreatiedruk. Het Zoniënwoud is sterk versnipperd door drukke verkeersaders zoals de E411 (Brussel-Namen-Luxemburg), R0, de Waterloosteenweg (N5), de Terhulpensteenweg (N275), de Tervurensesteenweg en spoorlijn L161. Voor een aantal soorten zijn deze barrières onoverkomelijk en levensgevaarlijk. Cijfers uit het onderzoek ‘Dood doet Leven’ leren ons dat in de periode 2008 – 2012 jaarlijks een vijftigtal grotere zoogdieren als vos, ree, eekhoorn en marterachtigen werden aangereden in het Zoniënwoud (Meer info op deze link). Daarnaast gaat de jaarlijkse amfibieëntrek op verschillende plaatsen in het woud gepaard met honderden slachtoffers onder kikkers, padden en salamanders. Minder zichtbaar is het versnipperend effect van koplampen en straatverlichting op lichtschuwe vleermuissoorten.

Doelstellingen Life+ OZON

Het OZON-project had als doel de ecologische hotspots en leefgebieden van verschillende doelsoorten opnieuw te verbinden door de realisatie van infrastructuur. Daarbij werd aandacht besteed aan de natuurvriendelijke herinrichting van de bosranden met extra open zones en mantel- en zoomvegetaties. Gezien het toenemende verstorend effect van recreatie op het Zoniënwoud werd ook gewerkt aan de vrijwaring van verstoringsgevoelige zones.

Uitvoering

Tunnels

Onder de R0 en de E411 werden 18 tunnels en duikers hersteld en gereinigd. Twee tunnels werden na herstelling en reiniging gedeeltelijk ecologisch ingericht. Ze werden voorzien van een zandlaag over een breedte van 2 meter, een stobben- en takkenwal bovenop deze laag en afschermende boomstammen. Daarnaast werden nog eens drie nieuwe faunabuizen met een diameter van 70 centimeter en een lengte van 36 meter tot 61 meter onder de R0 aangelegd.

 

Nieuw aangelegde faunabuis onder de R0 met aansluiting op het ecoraster

Ecoduct Groenendaal

Het ecoduct (60 m x 50 m) werd gebouwd ter hoogte van kilometerpunt 16.4 van de R0. Het is de ingreep met de meest brede ecologische werking. Haar omvang en doordachte inplanting in het landschap maken het mogelijk een aangepaste inrichting en toeleiding te creëren waar meerdere diersoorten tegelijkertijd kunnen van genieten.

 

Ecoduct Groenendaal © SVD_Absoluut

De taluds naast de gele sierranden schermen het brugdek af van het licht van voorbijrijdende wagens, wat een aangename omgeving creëert voor lichtschuwe vleermuizen. Door de zuidelijke oriëntatie van de taluds kunnen reptielen als de levendbarende hagedis (Zootoca vivipara) erop zonnen en voedsel vinden. De taluds staan vol bloemen die talloze insecten, rupsen en spinnen aantrekken waar deze reptielen op verlekkerd zijn.

Naast de taluds werden 10.500 struiken en bomen aangeplant, onder meer hazelaar (Corylus avellana), sporkehout (Rhamnus frangula) en sleedoorn (Prunus spinosa). Deze zorgen mee voor de verduistering van het brugdek en doen dienst als voedselboom voor bijen en vogels of als waardplant voor dag- en nachtvlinders. Die laatsten staan dan weer op het menu van vleermuizen. Loopkevers en kleine zoogdieren vinden een schuilplaats in  het struikgewas.

 

Inplantingsplan Ecoduct Groenendaal met aan de linkerkant de kant van de voormalige Koninklijke renbaan en aan de rechterkant de boskant aan de buitenring. © Life+ OZON

 

Vleermuizen als de laatvlieger vinden oriëntatiepunten, voedsel en beschutting voor licht rond en bovenop het ecoduct © Yves Adams (Vilda)

Boomsoorten als winterlinde (Tilia cordata) en zomereik (Quercus robur) zorgen voor een lijnvormige structuur bovenop en rond de brug. In de omgeving waargenomen vleermuizen als de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) en laatvlieger (Eptesicus serotinus) oriënteren zich op dergelijke lijnenelementen.

Een doorlopende stobben- en stammenwal verbindt de beide kanten van de weg. Reptielen kunnen schuilen, opwarmen en voedsel vinden op en tussen dit dood hout. Loopkevers kunnen erin nestelen.

 

Zonnende Levendbarende hagedis in de strooisellaag op de aanloophelling van het ecoduct ©Andreas Baele

 

Goudglanzende Schallebijter (Carabus auronitens), zeldzame loopkeversoort waargenomen in omgeving van ecoduct © Andreas Baele

Poelen bieden een vochtige leefomgeving voor amfibieën. Ze zijn gelegen aan weerszijden en verbonden door een vochtige zone bovenop de brug. Verderop aan beide zijden van de weg zijn poelen aangelegd als stapstenen naar het ecoduct en naar de andere kant van de autosnelweg.

De open vlakte bovenop de brug maakt het ecoduct ook toegankelijk voor een groter zoogdier als de ree, die van nature nogal schuw is en graag het overzicht houdt.

 

Twee van de tot nu toe meer dan vijftig waarnemingen van reeën bovenop Ecoduct Groenendaal.

Boombrug

Een boombrug is een soort loopbrug voor kleine boombewonende zoogdieren als eekhoorn en boommarter. Deze soorten verplaatsen zich van nature via hoog opgaande bomenrijen. Ze schuwen verlichting en het open terrein van de autosnelweg. Boombruggen kunnen ook geleidend werken voor vleermuizen als bosvleermuis (Nyctalus leisleri), laatvlieger (Eptesicus serotinus) en gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) die zich tijdens hun vlucht oriënteren op lijnvormige elementen.

De gerealiseerde brug overspant de volledige breedte van de weg en verbindt zo twee boszones. De constructie bestaat uit een 27 meter lange goot van verzinkt staal die bovenaan bedekt is met draadgaas (tegen predatie). De goot is bevestigd bovenop een wegportiek, een metalen constructie waaraan verkeerssignalisatie is aangebracht. Vanbinnen liggen takken, bladeren en nootjes om het een meer natuurlijke inrichting te geven. Meerdere scheepstouwen van hennep (minimum 4 cm dik) aan beide uiteinden verbinden de goot met een net dat gespannen is tussen de kronen van de naburige beuken en eiken. Na verloop van tijd groeien de takken tussen het net en voelt het geheel meer natuurlijk aan.

 

Boombrug over de Brusselse ring. Netten aan beide zeiden van de brug verbinden de goot met de omliggende bomen. ©Wim Van Calster

Ecoraster

Bij aanvang van het project werd ongeveer één kilometer raster geplaatst langs de spoorlijn L161. Tussen april 2017 en mei 2018 werd nog eens 24 kilometer ecoraster geplaatst langs de R0 en E411 op grondgebied van zowel het Vlaams als Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze ecorasters begeleiden amfibieën en zoogdieren naar tunnels en duikers, boombrug en ecoduct. Tegelijk dragen ze bij aan de reductie van verkeersongevallen en vermijden ze menselijke slachtoffers bij aanrijdingen met zwaardere soorten zoals everzwijn.

 

Ecoraster langs de Brusselse ring (R0) en de E411 ©Life+ OZON

Het raster is voorzien van 34 ree-insprongen en 34 dassenpoorten die dieren toelaten opnieuw de boszijde te bereiken als ze toch aan de wegzijde zouden terechtkomen. Het raster is op bepaalde plaatsen ook voorzien van kunststof amfibieënschermen die salamanders, kikkers en padden begeleiden naar de ingang van een ecologisch ingerichte tunnel en het ecoduct.

De bouw van het ecoraster ging gepaard met de omvorming van de snelwegbermen naar soortenrijke bosranden.

Recreatiesturing en ontoegankelijkheid voor publiek

Het OZON-project werkte aan een grotere betrokkenheid, groter inzicht en respect van het publiek voor het Zoniënwoud. Om dit te realiseren en tegelijk de Europese waardevolle habitats en soorten te beschermen was het nodig om enkele recreatiesturende maatregelen te nemen. Naast het verwijderen van een aantal parkings werden ook een aantal wegen opgebroken en verlegd.

 

Opgebroken weg in de buurt van Ecoduct Groenendaal © Andreas Baele

Uit masterthesisonderzoek van KU Leuven-studente Gwendolyn Van de Velde bleek dat meer dan de helft van de bezoekers er geen probleem mee heeft dat het ecoduct afgesloten is voor het publiek, wanneer ze voldoende geïnformeerd worden over het waarom.

Partnerschap

Het project was een samenwerking en medefinanciering van het Agentschap voor Natuur en Bos, het Agentschap Wegen en Verkeer, het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid en Leefmilieu Brussel. Ook de gemeenten Hoeilaart, Overijse en Tervuren namen een deel van de financiering op zich. Het Département de la Nature en des Forêts (Wallonië), het United Nations Environment Programme en gemeente Sint-Genesius Rode ondersteunen het project symbolisch.

Meer informatie en contactgegevens vindt u op deze link.

Gelieve als volgt citeren: Andreas Baele & Yoeri Bellemans (2018) Eerste ecoduct over Brusselse ring ontsnippert het Zoniënwoud Bosrevue 70a, 1-11.

ISSN 2565-6953 – Bosrevue 70a

Terug

Bovengrondse koolstofopslag in beheerde en onbeheerde bossen in Vlaanderen

Verslag themavoormiddag: de houtsector en import in Vlaanderen 

Lees alle bosrevue artikels