Onze eerste boom- en natuurvriendelijke beleidssuggestie is er eentje voor de volgende onderwijsminister. Pedagogie gebaseerd op natuur verhoogt de prestaties van leerlingen. Dat is reeds geruime tijd een wetenschappelijk feit. In dit artikel bundelen we het meest opzienbarend wetenschappelijke bewijs aan de hand van acht verschillende trajecten. Een schat aan informatie voor ouders, onderwijzers, beleidsmakers, politici, schoolbesturen – en directeurs, onderwijsexperts en voor eenieder die met kinderen omgaat tout court!
Hoewel wetenschappelijk bewezen en algemeen aanvaard, wordt tijdens het huidige onderwijsdebat – in navolging van de tegenvallende leerprestaties van de Belgische scholieren – geen woord gerept over de positieve impact van natuurervaringen op schoolprestaties van jongeren. Hoe akelig stil het blijft rond het belang van natuur voor onze Belgische jeugd, hoe vaak er echter verwezen wordt naar de wenselijkheid en de efficiëntie van het Scandinavische onderwijssysteem; vijftienjarigen in Finland of Noorwegen, bijvoorbeeld, scoren steevast uitstekend – zij het de laatste jaren wat minder – op internationale vergelijkende studies.
Belgische kinderen en het syndroom van het natuurtekort
Terwijl in onze contreien kinderen vaak aan ‘het syndroom van natuurtekort’ lijden (beter bekend als het nature deficit disorder), dat is een term waarbij mensen, en dan vooral schoolgaande kinderen, te weinig in de natuur komen, zitten kinderen in Finland minder uren in het klaslokaal. In ruil daarvoor spelen ze meer buiten. Kinderen kunnen zich namelijk niet zo lang concentreren. Buiten spelen én contact met de natuur zorgt uiteindelijk voor veel meer rust in de hoofdjes en bijgevolg meer concentratievermogen. Het gebrek aan ervaring met de natuur creëert dan weer een verminderde hersencoördinatie.
Schoolbesturen en -directeurs, onderwijsexperts, politici, lezen jullie mee?
Nieuw peer-reviewed wetenschappelijk onderzoek is klaar en duidelijk: het hebben van ervaringen in de natuur en het integreren van onderwijs gebaseerd op natuur in de dagelijkse schoolactiviteiten van kinderen bevordert het leren, en dit op acht verschillende manieren. Het onderzoek identificeerde acht positieve effecten die natuurervaringen hebben op studenten.
1. De natuur verlicht stress bij kinderen; kinderen in contact met de natuur gaven zelf lagere stressniveaus aan. Daarnaast werd deze bevinding ook bewezen aan de hand van metingen die werden uitgevoerd bij kinderen (Bell and Dyment, 2008; Chawla, 2015; Wiens et al., 2016).
2. Contact met de natuur – en dieren – bevordert de zelfdiscipline. Door contact met de natuurkunnen kinderen beter weerstaan aan onmiddellijke beloning(Faber Taylor et al., 2002), ook wel bekend als ‘de uitgestelde voldoening’, het proces dat het kind ondergaat wanneer het de verleiding weerstaat van een onmiddellijke beloning in plaats van een latere beloning. Onderzoek heeft al meermaals aangetoond dat kinderen die in staat zijn om aan een onmiddellijke beloning te weerstaan, eerder geneigd zijn tot andere positieve resultaten waaronder academisch succes, fysieke gezondheid, psychologische gezondheid en sociale competentie. Daarnaastrapporteren ouders minder gedragsproblemen bij hun kinderen wanneer ze meer in contact komen met natuur (Flouri et al., 2014). Let wel op, het type “natuur” dat voor deze positieve effecten zorgt, is niet alleen de “groene natuur”, ook contact met dieren, zoals paarden, kan voor deze positieve effecten zorgen. (Ho et al., 2017).
3. De natuur heeft een positief effect op aandacht: studenten die willekeurig werden toegewezen aan klaslokalen met uitzicht op groen presteren beter op concentratietesten dan die studenten die toegewezen waren tot gebouwen zonder natuur of raamloze klaslokalen (Li and Sullivan, 2016).
4. Door het leren in een natuurlijke omgeving neemt de motivatie en het engagement van de studenten toe; het plezier van het leren wordt groter. Dit heeft ook een positief effect op de lessen die binnenskamers worden gegeven (Kuo et al., 2018a). Studenten tonen meer interesse in de leerstof (Benfield et al., 2015), of in de school tout court (Blair, 2009; Becker et al., 2017). En last but surely not least, het chronisch absenteïsme neemt af (MacNaughton et al., 2017).
5. Het spenderen van tijd buitenshuis is gebonden aan hogere niveaus van lichamelijke activiteit en fitheid. Belangrijk is dat cardiorespiratoire fitheid, i.e. het uithoudingsvermogen of de conditie van je hart en longen, de component van fysieke fitheid is die het duidelijkst verbonden is met academische prestaties (Santana et al., 2017). Opvallend is ook dat groene schoolpleinen de trend tegengaan dat kinderen minder bewegen wanneer ze de adolescentie naderen. Uit een studie bleek dat meisjes met toegang tot meer groen en bossen eerder geneigd zijn om fysiek actief te blijven naarmate ze ouder worden. Voor jongens gold hetzelfde in een studie waarbij ze toegang hadden tot voetbalvelden (Pagels et al., 2014).
6. Natuur kan het leren bevorderen door een ondersteunende context voor leren aan te bieden: groene omgevingen zijn rustig en stil, ze bevorderen warme relaties en de combinatie van heel veel losse en beweegbare onderdelen in de natuur en grotere autonomie van de kinderen leveren bijzonder nuttige vormen van spel op.
7. Een omgeving waar planten of bomen groeien, schept een kalme, rustige en veilige context voor het leren. In groene leeromgevingen zijn studenten die voorheen moeilijkheden ondervonden in traditionele klaslokalen beter in staat om conflicten te vermijden en tonen ze meer zelf-controle (Maynard et al., 2013; Ruiz-Gallardo et al., 2013; Swank et al., 2017).
8. Natuurlijke omgevingen lijken een stimulans te zijn voor warme, meer coöperatieve relaties; leren in de natuur faciliteert de samenwerking en het comfort tussen studenten en docenten, wellicht door een gelijker speelveld te creëren waarin de docent wordt gezien als een partner in het leren (Scott and Colquhoun, 2013).
Het belang van ‘free play’ of vrij spel
BOS+ wilt ook het belang van ‘free play’ benadrukken, het bekende ‘vrij spel’. Kinderen moeten dagelijks de tijd krijgen om zich op een ongehaaste manier te kunnen ontwikkelen. Wat heeft een groene speelplaats voor zin als je er niet in alle rust kunt spelen? Het is een feit dat de speelplaats de belangrijkste plaats zou kunnen zijn waar een kind in contact kan komen met natuur in het overvolle Vlaanderen; we moeten er dus gebruik van maken. Het ontlast de ouders – kinderen eten en slapen beter en de immuniteit wordt versterkt door de vitamine d en het contact met de natuurlijke bacteriën. Scholen, leraren en experten kunnen best het belang ervan inzien en daar tijd voor vrijmaken.
Zelfs kleine blootstellingen zijn al gunstig
De samenstelling van deze acht opzienbarende manieren hoe natuur een positieve impact heeft op de leerprestaties van kinderen, is het resultaat van een doorgedreven literatuurstudie van de onderzoekers Ming Kuo van het Natural Resources and Environmental Sciences at The University of Illinois in Urbana-Champaign, Michael Barnes van het Department Forest Resources aan de Universiteit van Minnesota en Catherine Jordan van het Departement Pediatrie van Universiteit van Minnesota.
De titel van het desbetreffende essay – recent gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers in Psychology – luidde: “Bevorderen natuurervaringen het Leren? Convergerend bewijs van een oorzaak-gevolgrelatie.”
De auteur Ming Kuo aan het woord: “kleine blootstellingen aan de natuur zijn al gunstig. Zelfs als je binnen zit, maakt het een verschil of je zicht hebt op je tuin of naar een muur kijkt. En van dit alles: hoe meer hoe beter. En laat dat laatste nu net één van de dingen zijn die onderzoekers vertrouwen geeft, dat we een werkelijke oorzaak-gevolgrelatie zien. Hoe hoger de dosis natuur die we aan een persoon geven, hoe meer effect we op hen zien.”
Stimulus voor de persoonlijke ontwikkeling en het ecologisch leiderschap
De onderzoeker gaat verder: hebben ervaringen in de natuur — van rondtrekken in de wildernis en bomen planten in de kleuterschool tot een les over kikkers – een positief effect op het leren? Tot voor kort overtroffen ongefundeerde beweringen de harde wetenschappelijke bewijzen”, zegt Kuo. “Maar het studieveld is volwassen geworden en onderbouwt niet alleen de ongegronde beweringen uit het verleden maar verdiept ook onze kennis van de oorzaak-gevolgrelatie tussen natuur en leren. Er zijn nu honderden studies over dit thema, en samenlopend bewijs suggereert ontegensprekelijk het volgende: ervaringen in de natuur stimuleren academisch leren, persoonlijke ontwikkeling en ecologisch leiderschap.”
“Ook het onderzoek over persoonlijke ontwikkeling en ecologisch leiderschap is overtuigend hoewel het niet kwantitatief is. Verslag na verslag—zowel van onafhankelijke waarnemers als van deelnemers zelf—geven verschuivingen aan in doorzettingsvermogen, probleemoplossend denken, kritisch denken, leiderschap, teamwerk, en veerkracht. Daarnaast wijzen meer dan vijftig studies erop dat de natuur een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van milieubewust gedrag, vooral door een emotionele verbinding met de natuur te bevorderen”, besluit Kuo.
Van scepticisme tot wetenschappelijk hard bewijs
Het is interessant te vermelden dat voorafgaand aan dit onderzoek, de onderzoekers een eerder sceptisch houden aannamen tegenover de hypothese dat onderwijs gebaseerd op natuur effectiever zou zijn dan traditioneel onderwijs. Dat natuur goed is voor kinderen, was al een wijdverspreid idee, maar het bewijs hiervoor was nog niet overtuigend genoeg, met een verontrustend aantal zwakke studies en overdreven beweringen”, vermeldden Kuo, Barnes en Jordan onomwonden in de inleiding van hun essay. Daar is de laatste jaren verandering ingekomen; een indrukwekkend oeuvre is tot stand gekomen en samenlopende vormen van bewijsmateriaal schetsen een overtuigend beeld.
Het wetenschappelijk werk van Kuo, Barnes en Jordan kan aanschouwd worden als een diepgaande analyse van alle wetenschappelijke onderzoeken over dit thema. Ming Kuo zegt dat ze eerder verrast was door de bevindingen van de analyse. Blijkbaar verwachtte ze dat het onderzoek van haar team (2019) zou resulteren in meer vragen over een mogelijke samenhang tussen natuur en leren. Eerder dan het harde wetenschappelijk bewijs van een oorzaak-gevolgrelatie dat ze nu afleveren.
Combinatie kunst en natuur bevordert het leren
Het werk van Kuo over de voordelen van natuurpedagogie sluit aan bij een ander recent onderzoek (Hardiman et al., 2019) van onderzoekers van de Johns Hopkins University, waarin werd vastgesteld dat kunstgeïntegreerd wetenschapsonderwijs ten goede kwam aan de academische prestaties in de vijfde klas.
Hoewel nog erg ondergewaardeerd en ondergefinancierd door onderwijsbeleidsmakers, suggereren de laatste pedagogische bevindingen dat natuurervaringen en het maken van kunst academische prestaties en het leren bevorderen.