Bossen staan in de schijnwerper. Zowel in wetenschappelijke als in de meer populaire media, worden ze vaak genoemd als dé oplossing om de klimaatcrisis af te wenden. Waar menselijke technologieën zich haasten om de slimste, meest geavanceerde technieken te ontwikkelen om de klimaatontwrichting tegen te gaan, lijken de bomen die koolstof vastleggen een eenvoudige oplossing te bieden voor het probleem.
De klimaatontwrichting is jammer genoeg te complex om opgelost te worden door het planten van nieuwe bossen. Jonge bossen slaan bijvoorbeeld veel minder koolstof op dan oudere bossen.
Oude bossen zijn bovendien cruciaal voor een hoge biodiversiteit, wat zich pas na tientallen jaren kan ontwikkelen. Bestaande bossen beschermen en behouden is daarom één van de belangrijkste maatregelen om na te streven.
De sleutelrol van bossen versterkt
Makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan, want het voorbije decennium verdween er jaarlijks 4.7 miljoen hectare bos wereldwijd (FAO 2020, Mitchard 2018). Bossen kunnen een sleutelrol spelen om op zijn minst een deel van onze uitstoot tegen te gaan, maar enkel wanneer alle effecten van bos op biodiversiteit, bosbeheer, omgevingsaspecten en het doel van houtproducten zorgvuldig in acht worden genomen, door de massale hoeveelheden koolstof die ze opslaan in de bodem en in biomassa (e.g. Krankina et al. 2006, Liu et al. 2009, McKinley et al. 2011).
Bossen betekenen echter nog meer dan de kip met het gouden ei om de klimaatcrisis, die we over onszelf uitriepen, kunnen aanpakken. Naast hun relevantie voor dit wereldwijde maar abstracte probleem, bieden bossen ook tastbare lokale en directe voordelen voor onze gezondheid en ons welzijn.
Shinrin Yoku
Dat besef is waarschijnlijk al het meest aanwezig in Japan, waar het concept shinrin yoku oftewel bosbaden al sinds de jaren ’80 door de overheid gepromoot wordt. Sinds het begin van deze eeuw wordt het er ook bestudeerd voor zijn fysiologische en psychologische gezondheidsvoordelen (Rajoo et al. 2020, Song et al. 2016).
Bosbaden is tijd doorbrengen in een bosrijke omgeving om te ontspannen, waarbij je zeer bewust alle vijf de zintuigen gebruikt (Park et al. 2010). Bosbaden kan individueel of als deel van een begeleide groep. Om het gebruik gemeengoed te maken, werden er hier en daar een aantal zintuiglijke parcours opgezet, maar de ervaring kan per groep of per inidividu op maat gesneden worden.
Preventieve gezondheidszorg
Hoewel het erg moeilijk is om onomstotelijk te bewijzen wat de voordelen van bosbaden precies zijn (Oh et al. 2017), suggereert de huidige literatuur dat bosgebonden ontspanningsactiviteiten over een enorm (en voorlopig onaangeboord) potentieel beschikken voor onder meer: het verminderen van stress, diepere ontspanning en preventieve gezondheidszorg (Park et al. 2012, Rajoo et al. 2020).
In Japan betrof de hele focus op de voordelen van shinrin yoku vooral de welzijnseffecten van het bos en dan vooral op het zenuwstelsel en de stressreducerende theorieën (Richardsson et al. 2016). Binnen het onderzoek naar de gezondheidseffecten van het bos, is er de laatste tijd een specifiek aspect dat met de aandacht gaat lopen.
Onderzoek spitst zich met name toe op hoge concentraties van vluchtige maar gezonde stoffen zoals negatieve luchtionen en, zeker in het geval van shinrin yoku, die naar phytoncides (Franco et al. 2017).
Hoewel het gaat om zeer abstracte processen, hebben phytonciden mogelijk positieve effecten op ons immuunsysteem en ons mentale welzijn door een relaxerend effect, een verbeterde cognitieve werking en stemming, een vermindering van mentale moeheid en stress (Franco et al. 2017, Antonelli et al. 2020), en een verhoogde NK-cel activiteit (Li., et al 2009).
Eén van velen
De meeste onderzoeken beperken zich voorlopig enkel tot Japan en Zuid-Korea, waar de effectiviteit van phytonciden van bepaalde boomsoorten reeds aangetoond werd (Antonelli et al. 2020, Li et al. 2009). Die plaatselijkheid heeft tot gevolg dat er elders in de wereld mogelijks andere resultaten van de effecten op onze gezondheid kunnen gevonden worden, zoals gesuggereerd in deze column.
Dat is echter zeer onwaarschijnlijk, ook al beschikken we nog niet over studies van allerlei andere bostypes met andere boomsoorten. Wanneer we het grotere plaatje in acht nemen, is die onzekerheid eigenlijk verwaarloosbaar . Ook al is het effect van phytoncides in andere bossen nog onbekend, het is niet de enige stof in het bos die zorgt voor een betere gezondheid (Antonelli et al. 2020). Ze leveren simpelweg een bijdrage aan de veelheid aan gezondheidseffecten die het bos te bieden heeft (Karjalainen et al. 2010).
Veel van de gezondheidseffecten van bos gelden overal en beperken zich niet tot bepaalde soorten of types bos. Wat nu precies het harmonieuze, energieke maar toch vredevolle gevoel veroorzaakt na tijd door te brengen in een bosomgeving, is de som van een complexe combinatie gezondheidsvoordelen.
Indrukwekkende gezondheidseffecten
Het volstaat dus niet om in te zoomen op één enkel effect zoals phytoncides, om tot een volledig en accuraat antwoord te komen op de vraag ‘welk effect hebben bossen op de menselijke gezondheid en het welzijn?’. Daarvoor moeten we eerst complexiteit ontrafelen van de vele effecten die parallel aan elkaar doorwerken.
Om te beginnen is een deel van de complexiteit te verklaren door alleen al de hoeveelheid van gezondheidsvoordelen in acht te nemen die aan bossen kunnen worden toegeschreven. Zoals hierboven al vermeld, zijn er vele mentale voordelen die tegelijk inwerken, maar er zijn ook meer tastbare effecten.
Bossen hebben bijvoorbeeld een provisoire functie: hout is al millennia een uitstekend bouwmateriaal en een brandstof die de menselijke vooruitgang tot op vandaag vooruit helpt. Bossen voorzien ons van bessen, medicinale kruiden, paddenstoelen en fijne materialen en ook wild voor de jacht.
Bovenop die voorzieningsfunctie, regelen bossen de toestand van onze omgeving. Ze filteren lucht, water, remmen de klimaatontwrichting af, vormen een buffer tegen extreme weersomstandigheden, beschermen ons tegen overstromingen, tsunamis, lawines en grondverschuivingen (Krieger et al. 2001). Mochten we de waarde van deze diensten kunnen uitdrukken in een geld, dan zou het bedrag snel oplopen (Krieger et al. 2001), maar de gezondheidseffecten zijn minstens even indrukwekkend.
Schaduw voor mens en planeet
Je raadt het misschien al: een tweede element dat het verhaal zo complex maakt, is dat de effecten die bossen hebben zowel direct als indirect zijn. Laat ons het voorbeeld van hittegolven er eens bij nemen.
Los van alle mensen voor wie zo’n hittegolf hinderlijk is, zijn er de mensen die een hitteslag krijgen. Daarnaast zijn er de ouderen, bij wie het risico op sterven enorm stijgt door extreme temperaturen.Een hittegolf uit 2003 was bijvoorbeeld erg dramatisch: het overlijden van meer dan 70.000 Europeanen wordt er aan toegeschreven (Robine et al. 2008).
Bos biedt hier enerzijds direct hulp voor met zijn beschutting. De kruin van een boom vormt een schild tegen de brandende zonnestralen, en de temperatuur zal er enkele graden lager zijn door het verkoelende effect van de verdamping van de blaadjes. Anderzijds beschermt bos ons door koolstof op te slaan, wat broeikasgassen doet afnemen om zo de klimaatopwarming te verminderen en uiteindelijk ook de frequentie en intensiteit van hittegolven.
Schaalvergroting
Een derde element van de complexiteit van bossen en hun gezondheidsvoordeel, is dat effecten plaatsvinden over een enorm bereik aan ruimte- en tijdschalen. Denk nog eens aan de hittegolven bijvoorbeeld.
Beschutting van een bos voor de zon vindt plaats enkel in dat specifiek bos, al na een paar minuten of uren. Het indirecte effect daarentegen, dat leidt tot minder hittegolven op lange termijn, gebeurt op wereldschaal en over enkele decennia. Net zo bij de mentale voordelen die bossen ons bieden. Soms zijn ze er meteen na een bosbezoek , soms pas na lange termijn waarbij frequent en geregeld in het bos verblijven langdurige gezondheidseffecten biedt.
Zuurstof
Een vierde element in de impact van bossen op onze gezondheid, is dat ze passief (bijv. het inademen van boslucht bij het joggen door een bos) en actief (bijv. actief het bos beleven met zijn miljoenen kleine details door een stimulerende activiteit als bosbaden) zijn.
Er zijn zelfs indicaties dat bosbaden een grotere impact heeft op je gezondheid op bepaalde vlakken, bijvoorbeeld op het niveau van verbinding met de natuur die een mens voelt. Verbondenheid met de natuur refereert “aan de mate waarin een individu een gevoel van eenheid ervaart met de natuurlijke wereld” (Mayer & Frantz, 2004, p. 504), een gevoel dat geassocieerd wordt met meer voldoening, meer positieve affectie ervaren en vitaliteit(Capaldi et al., 2014).
Meer nog, verbondenheid met de natuur wordt genoemd als een indicator die kan voorspellen in welke mate iemand milieubewust is (Geng et al., 2015; Mayer et al., 2009). Hoewel onderzoek naar bosbaden vandaag nog maar weinig tot nooit polste naar verbondenheid met de natuur, voorspellen onderzoekers dat bosbaden het gevoel van verbondenheid met de natuur kan verhogen (Lumber at al. 2017 in Kotera 2020b).
Depressie, stress, verslaving
Bosbaden is ook al genoemd als middel om psychologische aandoeningen te verlichten, waaronder depressieve gevoelens, angst, agressie, stress en verslaving (Kotera a, 2020, Park et al, 2012), alsook het bevorderen van ontspanning, dankbaarheid en altruïsme (Park et al, 2012; Pritchard, 2019).
Alle effecten op onze gezondheid werken simultaan en werken in op elkaar. Phytoncides bijvoorbeeld, vormen geen snelle oplossing om je goed of gezond te voelen. Phytoncides toedienen in een binnenruimte zal hoogstwaarschijnlijk veel minder effect hebben op de gezondheid dan ze in te ademen in het bos (Li et al. 2009), omdat er in het bos zoveel meer gaande is voor je gezondheid dan enkel de phytoncides.
Onbewust
Wie boslucht ademt, ademt ook negatieve ionen, bosmicrobes en extra zuurstof (Forest Europe 2019, Franco et al. 2017). Het fysieke proces van ademen loopt tegelijk met de mentale effecten. Wat er in het brein en het lichaam van een boswandelaar gebeurt, is een complexe reeks gebeurtenissen die gelinkt is met onze evolutionaire geschiedenis en die zich voltrekken vanaf de wandelaar een groene zone betreedt, waarop het sympathisch zenuwstelsel kalmeert en het parasympathisch zenuwstelsel activeert (van den Berg et al, 2015).
De ervaring krijgt vorm door de herkenning van de geuren uit het bos en die onbewust te verbinden met vorige ervaringen (Bowring, 2006); de registratie van en het reageren op de natuurlijke geluiden van bijvoorbeeld ritselende bladeren in de wind en volgelgezang (Ratcliffe et al., 2013); zich op het gemak voelen in een bekend type omgeving (Ulrich, 1993; Purcel et al., 2011), het niveau van verbondenheid met de natuur (Mayer & Frantz, 2004): visuele en andere zintuiglijke prikkels die de staat van welzijn van de wandelaar bepalen (Kaplan & Kaplan, 1982) alsook de voorkeur voor bepaalde omgevingen van de wandelaar (Hartig é Staats, 2006; Grahn & Stigsdotter, 2010; Richardsson, 2016).
Die complexe verwevenheid van bewuste en onbewuste aspecten speelt in op de gezondheids- en welzijnsstaat die iemand kan bereiken op het einde van een boswandeling. Hieraan merk je ook de interactie tussen de fysieke omgeving van het bos en de menselijke geest. De fysieke, vluchtige bospartikels kunnen een kalmerend effect hebben op de geest, terwijl de geest ook gekalmeerd wordt door de zintuiglijke informatie die het binnen krijgt.
Ten slotte moeten we al de voordelen van het bos afwegen tegen de risico’s van het bos op de gezondheid. Terwijl bos een dorp kan beschermen tegen bijvoorbeeld lawines , is het bos tijdens een storm net een plek die een hoog gezondheidsrisico inhoudt. Bossen zijn ook de plaats waar teken teek-gerelateerde encefalitis of de ziekte van Lyme verspreiden, waar hooikoorts voorkomt en waar de eikenprocessierups zijn irriterende haartjes kan overbrengen op de mens.
Om bossen aan te prijzen voor hun gezondheid moet er dus een afweging gemaakt worden welke bostypes de meeste gezondheidsvoordelen bieden in vergelijking tot het risico, alsook welk type activiteit bij welk type bos past. Zo kan er bijvoorbeeld rekening gehouden worden met het seizoen waarin de eikenprocessierups aanwezig is, om dan het bosbaden in een bos te doen waar de rups niet aanwezig is, of de bosbadactiviteit verplaatsen naar een plek in het bos zonder eik.
Gezond voor mens en bos
Door het ingewikkelde lappendeken van de effecten van bos op onze gezondheid, zal er een grote verscheidenheid zijn per type bos. Het relatieve belang van de verscheidenheid aan gezondheidsvoordelen die een coniferenbos biedt, zal niet hetzelfde zijn als een ander type bos ergens anders.
Biodiversiteit, d.i. de diversiteit aan soorten in een gegeven ecosysteem, is hierin een doorslaggevende factor die noodzakelijk is voor bos om de vele gezondheidsvoordelen te kunnen bieden, die tegelijk belangrijk is voor de gezondheid van het bos zelf.
De bosecosystemen zijn nu eenmaal dé hoeders bij uitstek van biodiversiteit in het door mensen gedomineerde Europese landschap. Het project Dr. FOREST, gefinancierd door het Biodiversa research financieringsnetwerk, wil daarom de impact van de biodiversiteit van bossen op de menselijke gezondheid quantificeren.
Het hoopt zo te komen tot een biodiversiteitsbeleid en ecosysteemmanagement dat ook ons welzijn en onze gezondheid verbetert. Zo proberen ze onder andere antwoord te bieden op de vraag: Welke boomsoort heeft het grootste effect op het welzijn van de mens?
Natuurlijke gezondheidszorg
Ondanks gezondheidsrisico’s en de hoge complexiteit van de gezonde effecten van bos is één ding zeker: onderzoek toont aan dat er vele voordelen zijn, die bovendien de risico’s ver overstijgen. Een groeiend aantal studies rekent die voordelen op onze gezondheid nu om naar uitgespaarde kosten voor de gezondheidszorg voor de samenleving.
Heel vaak komen er zo indrukwekkende sommen van potentieel uitgespaarde kosten uit de bus (e.g. Kardan et al. 2015, Song et al. 2018). Niet geheel onlogisch, gezien dat naar schatting 15% van de wereldbevolking (1.1 miljard mensen) lijdt aan een mentale aandoening of een verslavingsproblematiek kent(Ritchie & Roser, 2018).
Neem hierbij de toename aan angststoornissen en het tekort aan psychologische ondersteuning tijdens de huidige pandemie, dan zal dit cijfer enkel maar toenemen. Natuurgebaseerde zorg, of in dit geval een bosgerelateerde aanpak die mensen actief laat omgaan met een bosomgeving, biedt een kostenefficiënte manier voor deze gezondheidsproblematiek.
Zolang bossen toegankelijk blijven zodat mensen er actief en passief mee kunnen omspringen, is het bos een toegankelijke manier om welzijn te verhogen die bovendien complementair is aan de toenemende oproep tot meer milieubescherming(Kotera, 2020a).
Door de realisatie dat het welbevinden van het individu gelinkt is aan het welzijn van bossen dichtbij en veraf, krijgen we ook een extra motivatie om van bosbehoud en herstel wereldwijd een prioriteit te maken. Bossen zijn niet enkel geschikt om de klimaatcrisis tegen te gaan en daarbij de mensheid op de lange termijn, maar hebben nu al directe effecten op het welzijn van de mens.
Over de auteurs van dit artikel
Loïc Gillerot is een doctoraatsstudent bij KU Leuven en UGent die onderzoek doet naar de effecten van bosbiodiversiteit op het menselijk welzijn, met een focus op het microklimaat en thermisch comfort van bossen. Daarvoor bestudeerde hij koolstofvastlegging en droogtetolerantie van bossen in Kenia en Zwitserland.
Katriina Kilpi werkt bij BOS + waar ze betrokken is bij bos- en gezondheidsgerelateerde projecten. Daarnaast werkt Katriina bij NatureMinded-adviesbureau en doet ze toegepast onderzoek op het gebied van natuurbelevenissen. Ze is ook de mede-organisator van de International Forest Therapy Days.
-
Referenties
Antonelli, M., Donelli, D., Barbieri, G., Valussi, M., Maggini, V., & Firenzuoli, F. (2020). Forest volatile organic compounds and their effects on human health: a state-of-the-art review. International Journal of Environmental Research and Public Health, 17(18), 6506.
Bowring, Jacky. (2006). The smell of memory : sensorial mnemonics.
Capaldi A., C. A., Dopko L., R. L., & Zelenski, J. M. (2014). The relationship between nature connectedness and happiness: A meta-analysis. Frontiers in Psychology, 5(AUG). https://doi.org/10.3389/fpsyg.2014.00976
Davis, D. M., & Hayes, J. A. (2011). What are the benefits of mindfulness? A practice review of psychotherapy-related research. Psychotherapy, 48(2), 198–208.
FAO. 2020. Global Forest Resources Assessment 2020 – Key findings. Rome. https://doi.org/10.4060/ca8753en
FOREST EUROPE, Liaison Unit Bratislava, 2019: Human Health and Sustainable Forest Management by, Marušáková Ľ. and Sallmannshoferet M., et al. FOREST EUROPE Study.
Franco, L. S., Shanahan, D. F., & Fuller, R. A. (2017). A review of the benefits of nature experiences: more than meets the eye. International journal of environmental research and public health, 14(8), 864.
Geng L, Xu J, Ye L, Zhou W, Zhou K (2015) Connections with Nature and Environmental Behaviors. PLOS ONE 10(5): e0127247.
Hartig, T & Staats, H., The need for psychological restoration as a determinant of environmental preferences,Journal of Environmental Psychology, Volume 26, Issue 3,2006, Pages 215-226,ISSN 0272-4944,
Howell, A. J., Dopko, R. L., Passmore, H. A., & Buro, K. (2011). Nature connectedness: Associations with well-being and mindfulness. Personality and Individual Differences, 51(2), 166–171. https://doi.org/10.1016/j.paid.2011.03.037
Kaplan, S., & Kaplan, R. (1982). Cognition and environment: Functioning in an uncertain world. New York: Praeger (reissued by Ulrich’s Books,Ann Arbor)
Kardan, O., Gozdyra, P., Misic, B., Moola, F., Palmer, L. J., Paus, T., & Berman, M. G. (2015). Neighborhood greenspace and health in a large urban center. Scientific reports, 5, 11610.
Karjalainen, E., Sarjala, T., & Raitio, H. (2010). Promoting human health through forests: overview and major challenges. Environmental health and preventive medicine, 15(1), 1.
a Kotera, Y. (2020). Effects of shinrin-yoku (forest bathing) on mental health. International Forest Therapy Days, Online (September 26-27, 2020). Guest Speaker Presentation.
b Kotera, Yasuhiro & Richardson, Miles & Sheffield, David. (2020). Effects of Shinrin-Yoku (Forest Bathing) and Nature Therapy on Mental Health: A Systematic Review and Meta-Analysis. 10.13140/RG.2.2.12423.21920.
Krankina, O. N., & Harmon, M. E. (2006). Forest management strategies for carbon storage. Forests, carbon, and climate change: a synthesis of science findings. Oregon Forest Resources Institute, Portland, Oregon, USA, 79-92.
Krieger, D. J. (2001). Economic value of forest ecosystem services: a review.
Li, Q., Kobayashi, M., Wakayama, Y., Inagaki, H., Katsumata, M., Hirata, Y., … & Ohira, T. (2009). Effect of phytoncide from trees on human natural killer cell function. International journal of immunopathology and pharmacology, 22(4), 951-959.
Liu, G., & Han, S. (2009). Long-term forest management and timely transfer of carbon into wood products help reduce atmospheric carbon. Ecological Modelling, 220(13-14), 1719-1723.
Mayer, F.S., Frantz, C.M.P., 2004: The connectedness to nature scale: ameasure of individuals’ feeling in community with nature. J. Environ. Psychol, 24:503–515.
Mayer FS, Frantz CM, Bruehlman-Senecal E, Dolliver K. Why is nature beneficial? The role of connectedness to nature. Environ Behav. 2009; 41: 607–643.
McKinley, D. C., Ryan, M. G., Birdsey, R. A., Giardina, C. P., Harmon, M. E., Heath, L. S., … & Pataki, D. E. (2011). A synthesis of current knowledge on forests and carbon storage in the United States. Ecological applications, 21(6), 1902-1924.
Mitchard, E. T. (2018). The tropical forest carbon cycle and climate change. Nature, 559(7715), 527-534.
Nisbet, E. K., Zelenski, J. M., & Grandpierre, Z. (2019). Mindfulness in Nature Enhances Connectedness and Mood. Ecopsychology, 11(2), 81–91. https://doi.org/10.1089/eco.2018.0061
Oh, B., Lee, K. J., Zaslawski, C., Yeung, A., Rosenthal, D., Larkey, L., & Back, M. (2017). Health and well-being benefits of spending time in forests: systematic review. Environmental Health and Preventive Medicine, 22(1), 71.
Park, B. J., Tsunetsugu, Y., Kasetani, T., Kagawa, T., & Miyazaki, Y. (2010, January). The physiological effects of Shinrin-yoku (taking in the forest atmosphere or forest bathing): Evidence from field experiments in 24 forests across Japan. Environmental Health and Preventive Medicine. https://doi.org/10.1007/s12199-009-0086-9
Park BJ, Tsunetsugu Y, Lee J, Kagawa T, Miyazaki Y: Effect of the forest environment on physiological relaxation using the results of field tests at 35 sites throughout Japan. Forest Medicine. Edited by: Li Q. 2012, New York: Nova Science Publishers, 55-65.
Pritchard, A., Richardson, M., Sheffield, D., & McEwan, K. (2019). The relationship between nature connectedness and eudaimonic well-being: A meta-analysis. Journal of Happiness Studies, 1–23. https://doi.org/10.1007/s10902-019-00118-6
Purcell, A. T., Peron, E., & Berto, R. (2001). Why do preferences differ between scene types? Environment and Behavior, 33, 93–106.
Rajoo, K. S., Karam, D. S., & Abdullah, M. Z. (2020). The Physiological and Psychosocial Effects of Forest Therapy: A Systematic Review. Urban Forestry & Urban Greening, 126744.
Ratcliffe, E., Gatersleben, B., & Sowden, P. T. (2013). Bird sounds and their contributions to perceived attention restoration and stress recovery. Journal of Environmental Psychology, 36, 221–228. https://doi.org/10.1016/j.jenvp.2013.08.004
Richardson, M., McEwan, K., Maratos, F. et al. Joy and Calm: How an Evolutionary Functional Model of Affect Regulation Informs Positive Emotions in Nature. Evolutionary Psychological Science 2, 308–320 (2016). https://doi.org/10.1007/s40806-016-0065-5
Ritchie, H. & Roser, M. (2018). Mental health. Retrieved from https://ourworldindata.org/mental-health.
Robine, J. M., Cheung, S. L. K., Le Roy, S., Van Oyen, H., Griffiths, C., Michel, J. P., & Herrmann, F. R. (2008). Death toll exceeded 70,000 in Europe during the summer of 2003. Comptes rendus biologies, 331(2), 171-178.
Song, C., Ikei, H., & Miyazaki, Y. (2016). Physiological effects of nature therapy: A review of the research in Japan. International journal of environmental research and public health, 13(8), 781.
Song, X. P., Tan, P. Y., Edwards, P., & Richards, D. (2018). The economic benefits and costs of trees in urban forest stewardship: A systematic review. Urban forestry & urban greening, 29, 162-170.
Ulrich, R. S. (1993). Biophilia, biophobia, and natural landscapes. In S.Kellert, & E. O. Wilson (Eds.),The biophilia hypothesis(pp. 73–137).Washington, DC: Island Press
van Berg, M. M., Maas, J., Muller, R., Braun, A., Kaandorp, W., van Lien, R., van Poppel, M. N., van Mechelen, W., & van den Berg, A. E. (2015). Autonomic Nervous System Responses to Viewing Green and Built Settings: Differentiating Between Sympathetic and Parasympathetic Activity. International journal of environmental research and public health, 12(12), 15860–15874.