De ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied blijft een neerwaartse trend vertonen, zo blijkt uit gegevens die vrijdag zijn vrijgegeven door INPE, het nationale ruimteonderzoeksinstituut van Brazilië.
INPE’s waarschuwingssysteem voor ontbossing, bekend als DETER, geeft aan dat er afgelopen augustus in totaal 563 vierkante kilometer bos is gekapt in het Braziliaanse deel van het Amazonegebied. Dat is twee derde (66 procent of bijna 1100 vierkante kilometer) minder dan in diezelfde periode in 2022.
De ontbossing die door DETER werd gedetecteerd voor de eerste acht maanden van 2023 bedroeg 3712 vierkante kilometer. Dat is bijna de helft minder (48 procent) in vergelijking met vorig jaar en het laagste cijfer sinds 2018.
Vijfde maand op rij
Het is al de vijfde maand op rij dat de ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied – het grootste regenwoud op aarde – is afgenomen. President Luiz Inácio Lula da Silva had tijdens zijn verkiezingscampagne beloofd om het toenemende bosverlies in de regio te beteugelen. Tijdens Lula’s vorige ambtstermijn in de jaren 2000 was de ontbossing ook aanzienlijk afgenomen.
Belangrijke kanttekening: er zijn kritische stemmen en onderzoekers die terecht opmerken dat veel van de ontbossing uit de Amazone verschuift naar de Cerrado (de Cerrado is de drogere bioom ten zuidoosten van het woud). Toch toont dit wel degelijk aan dat overheidsbeleid dat zich inzet voor bos een enorm verschil kan maken.
Pieter Van De Sype, beleidsmedewerker BOS+ tropen
In de komende weken zal Brazilië een beoordeling op jaarbasis publiceren, voor het jaar dat eindigde op 31 juli. Dit cijfer dient als standaard voor het vergelijken van ontbossing.
Sinds het begin van de jaren 1970 is het Braziliaanse Amazonegebied bijna 20 procent van zijn bosareaal kwijtgeraakt. Wetenschappers maken zich zorgen dat door de aanhoudende ontbossing, in combinatie met de gevolgen van klimaatverandering, grote delen van het regenwoud het risico lopen om te veranderen in een droger ecosysteem dat meer wegheeft van een savanne.
Een dergelijke verschuiving zou ernstige gevolgen hebben voor het vermogen van de regio om CO2 op te slaan, de biodiversiteit, de regenpatronen en het welzijn van de lokale bevolking.