Onlangs lanceerde minister van Omgeving Zuhal Demir het Vlaamse Houtkantenplan. Het streefdoel? “Het houtkantennetwerk samen met lokale besturen en partners kwalitatief en kwantitatief versterken tegen 2030”. Een ambitie die we vanuit BOS+ toejuichen en waar we ook actief aan bijdragen. We hielden mee de pen vast bij de opmaak van het Houtkantenplan. We zetten voor u op een rijtje wat dit plan kan betekenen in Vlaamse velden.
Waarom houtkanten belangrijk zijn?
Houtkanten, hagen en bomenrijen hebben al eeuwenlang hun plaats in ons Vlaamse landschap. Het Verenigd Koninkrijk is gekend om z’n mooie hagen, maar ook Vlaanderen had nog niet zo lang geleden een dens netwerk van houtkanten, hagen en bomenrijen, vol leven, dat bovendien tal van functies vervulde.
De restanten van dit ooit zo dense netwerk vormen vandaag erg belangrijke stukjes groen in ons landbouwlandschap, waar ze instaan als habitat voor heel wat plant- en diersoorten. Ze vinden er voedsel, een verblijf-, nest- of rustplaats. Het zijn vaak echte biodiversiteitshotspots.
Zo blijkt hun belangrijke rol op vlak van landschapsbiodiversiteit in Vlaanderen uit recent onderzoek gevoerd aan het Forest & Nature Lab (UGent). Houtkanten huisvesten heel wat plantensoorten in het buitengebied (Van Den Berge 2021) en spelen een verbindende rol voor (vaak traag koloniserende) bosflora (Vanneste 2021).
Zeldzame fauna
Veel van onze faunasoorten zijn gebonden aan houtkanten, en gaan er momenteel – samen met de houtkanten zelf – op achteruit of zijn reeds erg zeldzaam hierdoor. Denk maar aan de Boomkikker, Geelgors, Zomertortel, Egel, Hazelmuis en tal van vleermuizen om er slechts enkele te noemen.
Ook onze wilde bestuivers zijn aan een zorgwekkende terugval bezig, en hebben nood aan voedsel- en nestvoorziening, ook buiten bestaande natuur –zoals bijvoorbeeld in onze landbouwlandschappen– om hun populaties te kunnen versterken. De kruidvegetatie, maar ook de bomen en struiken in de landschapselementen, vervullen hier een cruciale rol. Na die belangrijke bloei, volgt de vruchtzetting, waar verder heel wat vogels en zoogdieren van afhangen.
Hyperfunctioneel
Door in te zetten op het versterken van het netwerk aan landschapselementen kunnen er grote biodiversiteitswinsten geboekt worden. Voor talloos veel soorten die hier mee de vruchten van zullen plukken – letterlijk en figuurlijk.
Het versterken van het houtkantennetwerk draagt bij aan de biodiversiteit en het faciliteert de overgang naar multifunctionele landschappen. Ze vervulden vroeger tal van nuttige functies voor de landbouwer en de maatschappij. Ze omheinden akkers en weilanden, waarbij ze dienden als eigendomsgrens of doornige veekering en beschutting boden voor het vee. Ze vormden een windscherm voor gewassen, hielpen weilanden draineren en leverden allerlei producten zoals brandhout, geriefhout, vruchten en eetbare planten.
Voor de toekomst
Als maatschappij denken we vandaag na over een overgang naar een duurzaam voedselproductiesysteem met een neutrale of positieve impact op het milieu en het inperken van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Houtkanten aanplanten en verbinden met elkaar in het landbouwlandschap, langs de akkers en weilanden om, kan ons hiernaar (opnieuw) op weg helpen.
Houtkanten maken het landschap immers multifunctioneel; er wordt voedsel en hout geproduceerd, koolstof opgeslagen (in biomassa en bodem) en aan waterzuivering en waterberging gedaan. Ze trekken bovendien wilde bestuivers en natuurlijke predatoren van plaagsoorten aan, die voor de bevruchting van de aanwezige landbouwgewassen zorgen en een natuurlijke plaagbestrijding voorzien op kleinschalige percelen.
Landbouwpercelen met houtkanten worden weerbaarder tegen de gevolgen van klimaatverandering, dankzij het microklimaat dat de houtkant creëert waardoor de uitdroging van de grond vertraagt. Tot slot leveren ze nog tal van ecosysteemdiensten; ze verminderen erosie, vangen fijnstof, verminderen de geluidshinder… en ze zorgen natuurlijk als esthetische elementen voor het kenmerkend landbouwlandschap met streekeigen karakter. Redenen genoeg dus om houtkanten opnieuw te introduceren in onze Vlaamse velden.
Doelstellingen en uitdagingen Vlaams Houtkantenplan
Er worden vijf duidelijke ambities geformuleerd in het Vlaams Houtkantenplan:
- Behouden, beschermen en handhaven van het netwerk
- Uitbreiden van het netwerk door aanplantingen
- Kwalitatief versterken van het netwerk door beheer en valorisatie te stimuleren
- Draagvlak vergroten voor houtkanten door sensibilisering en kennisuitwisseling
- Monitoring: opvolgen van de toestand en evolutie van het netwerk
Deze actiepunten zijn inderdaad erg belangrijke werkpunten om een houtkantennetwerk sterk uit te kunnen bouwen. Behouden, beschermen en handhaven van het netwerk wordt terecht als eerste ambitie genoemd. Want hoe ouder het landschapselement, hoe waardevoller het is op vlak van biodiversiteit en koolstofstock (in biomassa en bodem). Een oude houtkant kan namelijk, net zoals een oud bos, niet zomaar vervangen worden door een nieuwe.
Het tweede actiepunt focust zich op het uitbreiden van het netwerk door aanplantingen en ook dat is een belangrijk werkpunt. We weten namelijk dat het houtkantennetwerk sterk achteruit is gegaan in Vlaanderen in de laatste decennia, omwille van schaalvergroting in de landbouw en ruilverkavelingen. Helaas ontbreken hiervan de exacte cijfers. Tot op heden bestaat er geen volinventaris van de landschapselementen in Vlaanderen, waardoor zowel opvolging als monitoring van het netwerk enkel lokaal gebeurt en kennis gefragmenteerd blijft. Een Vlaamse trekkersfunctie hierin is cruciaal en zal hieraan tegemoetkomen.
Door het beheer van houtkanten en de valorisatie van beheerresten te stimuleren, kan de bestaansreden van houtkanten bij landbouwers opnieuw versterkt worden. Het geeft hen bijvoorbeeld de mogelijkheid houtsnippers onder te brengen in hun bodem, om deze robuuster te maken tegen verdroging. Ook brandhout en geriefhout kan geoogst worden uit houtkanten, en winnen opnieuw aan belang. Belangrijk hierbij is om het beheer op een ecologisch verantwoorde manier uit te oefenen, met aandacht voor de aanwezige fauna en flora, de productiecapaciteit van de houtkant en een beheer gefaseerd in ruimte en in tijd.
Vooral de uitbreiding van het draagvlak voor houtkanten zal een grote uitdaging vormen om te kunnen slagen in een sterk verbonden netwerk. En dat kan enkel door middel van een wijdverspreide sensibilisering en kennisuitwisseling. Want hoewel ook openbare besturen kunnen inzetten op het aanplanten van houtkanten, zal het gros van de aanplantingen moeten gebeuren op eigendommen van landbouwers. Het aanplanten van houtkanten op perceelsgrenzen van akkers en weilanden zal dus aantrekkelijk moeten gemaakt worden voor menig landbouwer.
De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) lanceert binnenkort een projectoproep voor lokale besturen om houtkanten aan te planten, waarvoor 900.000 euro uit het klimaatfonds wordt voorzien. Hoe dit budget precies zal (mogen) besteed worden, zal mee bepalend zijn hoeveel aanplanten er effectief gerealiseerd zullen kunnen worden: niet alleen het plantgoed kost geld, maar ook het vinden van geschikte locaties en het opmaken van aanplantingsplannen die landschappelijk geïntegreerd zijn én aan de wensen van de aanplanter tegemoet komen.
Er zijn inmiddels verschillende initiatieven en projecten om dit te realiseren aan de gang. Binnen deze projecten wordt geluisterd naar de noden van de landbouwer en via het ontwerp en de aanleg van houtkanten wordt eraan tegemoet gekomen (voorbeelden van dergelijke projecten zijn Weidescherm, Carbon Farming, Voederbomen, …). Ook vanuit Europa wordt bovendien aangestuurd op een meer biodiverse inrichting van ons landbouwgebied, en daar passen houtkanten perfect in. Eén van de doelstellingen in de EU biodiversiteitsstrategie bestaat erin minstens 10% van het landbouwareaal in te richten met een hoge diversiteit aan landschapselementen, waaronder bufferzones, houtkanten en bomen.
BOS+, da’s ook HOUTKANT+
Vanuit BOS+ werken we actief mee aan het uitbouwen van een sterk houtkantennetwerk. BOS+ is lid van het Agroforestry Consortium Vlaanderen, aangestuurd door het ILVO, waar houtkanten beschouwd worden als vorm van ‘boslandbouw’. Via verschillende projecten werken we rond duurzaam beheer én aanleg van houtkanten, bomenrijen en hagen, waarbij we zowel onderzoek voeren, advies geven en zelf aanplanten realiseren.
We gaan actief op zoek naar aanplantlocaties gebaseerd op landschapsanalyses in functie van bepaalde doelsoorten, en stemmen af met landbouwers welke functies de houtkanten nog kunnen bieden bij aanleg (complementair veevoeder, schaduw en beschutting voor het vee, biomassaproductie, koolstofopslag). We denken graag mee over waar houtkanten aan te planten.
Waar je houtkanten het best aanplant, hangt immers af van de beoogde functie van de houtkant en de aanwezige drukken vanuit de omgeving. Wil je bijvoorbeeld aan erosiebestrijding doen, dan plant je best parallel op de hoogtelijnen in het landschap en loodrecht op de ploegrichting van de akker. Wil je een windscherm aanleggen rond een akkerperceel, dan is het nuttig om loodrecht (noord-west) op de dominante windrichting (zuid-west) aan te planten. Om schaduwwerking van het landschapselement te beperken, plant je best noord-zuid.
Aaneensluiting
Uit biodiversiteitsoogpunt is het erg nuttig om de landschapsstructuur mee in rekening te brengen en verbindingen te creëren tussen bestaande natuur (bos, grasland, heide en open water). Ook het verbinden van bestaande landschapselementen is erg zinvol, om het netwerk zo goed mogelijk te laten aansluiten.
Bijzondere aandacht kan uitgaan naar het herstel van dwarsverbindingen tussen landschapselementen: de hoekpunten van dwarsverbindingen vormen een bijzonder beschut milieu met aantrekkingskracht op insecten en vogels. Ontsnippering van onze natuur in Vlaanderen is erg belangrijk, om uitwisseling tussen lokale populaties van weinig mobiele soorten mogelijk te maken. Bovendien kunnen heel wat flora en faunasoorten dankzij het uitbouwen van een houtkantennetwerk het landbouwlandschap (opnieuw) gebruiken.
Verweer tegen klimaatcrisis
Vanuit klimaatmitigatie-oogpunt is het zinvol houtkanten aan te planten op locaties waar er ooit stonden, om zo de verhoogde koolstofstocks die mogelijk nog aanwezig zijn in de bodem, te beschermen tegen verdere omzetting van bodemkoolstof naar atmosferische koolstof. Recent onderzoek op Vlaamse bodem toonde aan dat de bodemkoolstofstocks in houtkanten volledig verdwenen zijn over een tijdspanne van 60 jaar. Snel opnieuw aanplanten na rooien is dus de boodschap.
Om een kwalitatief en kwantitatief sterk houtkantennetwerk uit te bouwen tegen 2030, zullen de overheden, middenveldorganisaties uit zowel de landbouw- als natuursector en sociale economiebedrijven goed moeten samenwerken. BOS+ zal hier alvast haar verantwoordelijkheid in opnemen.