De toekomst van onze landbouw en het Vlaamse buitengebied is te belangrijk om de inzet te worden van paniekvoetbal, opgehitst door gespierd protest en verkiezingskoorts. Toch is dit precies wat er op dit moment lijkt te gebeuren, in een gevaarlijk een-tweetje tussen landbouwminister Jo Brouns (cd&v) en zijn partijvoorzitter Sammy Mahdi enerzijds, en de federaties van de agro-industrie anderzijds. Hun gezamenlijke poging om de eigen verantwoordelijkheid voor een failliet systeem af te schuiven op bos- en natuuruitbreiding als schijnvijand van de landbouw valt cijfermatig dan wel als fake news te doorprikken, de onnodige polarisatie waar (bijna) niemand bij wint, is ronduit gevaarlijk. Want dit vals vijandbeeld echoot verder aan de onderhandelingstafel, waar natuur van de ene dag op de andere het ondergeschoven kind dreigt te worden. En op het terrein, waar een jarenlang opgebouwd engagement voor de uitbreiding van bos en natuur de grond wordt ingeboord.
De eerste week van de maand was er een van boerenprotesten, de week die daarop volgde vooral een van boerenbedrog. Want waar het debat initieel nog breed en gelaagd gevoerd werd, nam stemmingmakerij en politiek gespin de overhand. Nota bene de politieke partijen die al decennialang bevoegd zijn voor leefmilieu, landbouw en ruimtelijke ordening, en dus een torenhoge verantwoordelijkheid dragen voor de huidige landbouwmalaise, schoven de zwarte piet door naar de natuur- en bossector. Een cynische en gevaarlijke strategie, die intussen zelfs al geleid heeft tot persoonlijke intimidatie van medewerkers van de natuurbeweging.
Eerlijk loon
Door een complexe problematiek – een eerlijk loon voor de landbouwer, bescherming tegen financiële risico’s en een toekomstbestendig en duurzaam landbouwmodel – te verengen tot een simplistische discussie over oppervlakte, met bos en natuur als boeman, komen we geen stap verder. De cijfers spraken de beweringen van Mahdi en co. ook tegen.
Toegang tot grond is voor jonge en startende boeren effectief een pijnpunt, maar de stelling dat bos en natuur daarvoor verantwoordelijk zijn, is manifest onwaar. Terwijl de oppervlakte van zowel het bos- als landbouwareaal al decennia gelijk blijft, en ook de impact van natuur in landbouwbestemmingen verwaarloosbaar is, vormen andere dynamieken als residentialisering, verharding, vertuining en verpaarding ten gevolge van een laks openruimtebeleid een veel grotere, en gedeelde bedreiging voor landbouw én natuur in het buitengebied.
Achter deze mistgordijnen stapelt de natuur intussen de verliezen op. De afschaffing van de 4 procent-maatregel voor niet-productief areaal en het intrekken van een strengere pesticidenrichtlijn werden op Europees niveau de eerste zoenoffers aan de agro-industriële lobby. De pijnlijke vaststelling is dat deze toegiften niet alleen diep in het natuur- en milieubeleid snijden, maar ook de toekomst van de boer zelf doorkruisen. Want met onze natuurlijke leefomgeving onderhandel je niet. Ook de draagkracht van ons milieu kent haar grenzen, en die zijn wellicht allang overschreden. Een sprekend voorbeeld daarvan zien we vandaag in Spanje, waar de warmste januarimaand ooit het (landbouw)beleid voor een onmogelijke keuze stelt: waterreserves blijven uitputten om de winterteelten erdoor te sleuren maar zo het hele volgende teeltseizoen te fnuiken, of nu ingrijpen met een oppompverbod dat de landbouwprotesten nog verder oppookt?
Schaalvergroting
Jarenlang is de boer in de richting van schaalvergroting en industriële veeteelt geduwd, met steeds hogere financiële risico’s en een steeds grotere impact op ons leefmilieu tot gevolg. Vandaag, onder invloed van prijsschommelingen en een klimaatcrisis die zich steeds sterker laten voelen, zit diezelfde boer in de hoek waar de klappen vallen.
Maar het kán anders. Verweving van landbouw en natuur garandeert net broodnodige klimaatbuffers en biodiversiteit die onze teelten beschermen en versterken. Bomen, bos, houtkanten, bufferstroken en andere natuurlijke landschapselementen vervullen cruciale maatschappelijke én landbouwkundige diensten, en vormen een aantrekkelijk en gastvrij landbouwlandschap waarin duurzame en korteketenlandbouwsystemen kunnen floreren.
Natuur is niet het probleem, natuur is de oplossing. Haar maatschappelijk belang is gigantisch en ontegensprekelijk. Het zou daarom evident moeten zijn dat ook deze overwegingen een stem krijgen in het landbouwoverleg. Een brede coalitie van landbouworganisaties en milieuverenigingen vraagt daarom met aandrang om een plek aan de onderhandelingstafel, maar krijgt vooralsnog weinig gehoor. Toch is een sereen, transparant en democratisch debat de enige uitweg uit de huidige malaise.
De toekomst van onze landbouw én natuur is veel te belangrijk om uitgetekend te worden door de agro-industrie en haar politieke vertegenwoordigers achter gesloten deuren, of ten prooi te vallen aan politieke recuperatie. De kwestie is complex, gelaagd en zoals elk complex probleem gebaat bij verbinding in plaats van vervreemding. Het is aan alle partijen om hier lucide mee om te gaan, en zich niet te laten verleiden tot paniekvoetbal dat een kwarteeuw aan broodnodig natuur- en milieubeleid dreigt te ontmantelen.
Dit opiniestuk verscheen ook in De Morgen.