Acht maart 1908: in New York demonstreren duizenden vrouwen, vooral textielarbeidsters, voor meer loon, kortere werktijden, betere arbeidsomstandigheden en de afschaffing van kinderarbeid. Het ging hen niet alleen om overleven, maar ook over de kwaliteit van leven.
Intussen is 8 maart wereldwijd uitgeroepen tot Internationale Vrouwendag en staat die dag in het teken van strijdbaarheid en solidariteit van vrouwen overal ter wereld. Ook binnen de ecologie ontstond de laatste decennia een stroming, getrokken door vrouwen: het ecofeminisme. Maar wat is dat precies?
Voor het ontstaan van het ecofeminisme moeten we terug naar de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het heeft zijn wortels in het activisme van die tijd. De nucleaire wapenwedloop van de Koude Oorlog, de massale ontbossing en verschillende hongersnoden kondigen het begin van de wereldwijde ecologische crisis aan.
Verschillende feministische collectieven ondernamen actie: kerncentrales werden afgesloten, wegen werden geblokkeerd,… Deze vrouwen ontdekten dat er parallellen liepen tussen hoe de moderne samenleving met de aarde omging en de manier waarop ze omging met mensen die geen ‘witte, moderne man’ waren.
Het ecofeminisme stelt dat deze sociale onderdrukking en uitbuiting van de natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het verkent de relaties van dominantie tussen mensen onderling en tussen mensen en de aarde.
Inspiratiebron
Een belangrijke inspiratie voor ecofeministen wereldwijd is de Indiase Chipko-beweging. Dit was een beweging, gedragen door vrouwen, die ijverde voor bosbehoud in India.
Hoewel veel van de leiders in de beweging mannen waren, vormden vrouwen de ruggengraat en de steunpilaar. Zij waren en zijn namelijk diegenen die het meest getroffen worden door de ongebreidelde ontbossing, met gebrek aan brandhout, voedsel en water tot gevolg, producten waarvoor meestal de vrouwen instonden. In maart 1974 redden zo 27 vrouwen een groot aantal bomen door zich eraan vast te binden.
Chipko betekent letterlijk ‘plakken’ in het Hindi en het gebruik ‘boomknuffelen’ kent hierin zijn oorsprong. Vandaag is Chipko zo’n beetje de Indiase BOS+. Ze zijn er door de jaren heen onder andere in geslaagd een verbod van vijftien jaar op commerciële houtkap af te dwingen en de kaalkap in de regio’s van de Westelijke Ghats en de Vindhyas tegen te houden. Chipko houdt ook de druk op de ketel voor een bosbeleid dat gevoeliger is voor de behoeften van de bevolking en de ecologische eisen van het land.
Vrouwen een stem geven
Met een Poetin en andere blanke mannen die tegenwoordig het wereldtoneel dicteren, is het ecofeminisme meer dan ooit nodig. BOS+ vindt het dan ook cruciaal om vrouwen van inheemse gemeenschappen een stem te geven.
Zij spelen namelijk een sleutelrol in het behoud en de bescherming van het Amazonewoud. Zo werken we samen met de vrouwenorganisatie (AMWAE) van de Waorani, een belangrijke inheemse bevolkingsgroep in het Ecuadoraanse Amazonewoud. Deze organisatie werd opgericht om productieve activiteiten van de vrouwen te ondersteunen.
In een omgeving waar vooral mannen tewerkgesteld worden in onder andere de aardolie-industrie en houtkap, is het heel zinvol om dit soort initiatieven te ondersteunen. In de eerste plaats gaat het om handwerk met natuurlijke palmvezels en in de tweede plaats de ontwikkeling van een eigen chocoladereep: Wao.
Deze activiteiten geven de vrouwen meer onafhankelijkheid en een inkomen om onder andere te investeren in onderwijs en betere voeding voor hun kinderen. In onderstaand filmpje leer je meer over de strijd van de Waorani voor het behoud van het regenwoud.