Met dit project leveren we via boslandbouw een bijdrage in de evolutie naar een klimaatneutrale samenleving. Bedrijven en particulieren kunnen via onze Treecological-website heel eenvoudig de CO2-uitstoot van transporttrajecten per wagen of vliegtuig berekenen en in ruil hiervoor een bijdrage leveren. De ingezamelde fondsen worden geïnvesteerd in boslandbouwaanplanten van lokale landbouwers, waar koolstof vastgelegd wordt in de struiken en bomen én via de wortels en bladval in de bodem van het landbouwperceel.
Bomen en struiken waren vroeger (grofweg voor de Tweede Wereldoorlog) alom aanwezig in het Vlaamse landbouwlandschap. Hagen werden gebruikt om vee binnen de weide te houden, houtkanten en knotbomen leverden brand– en geriefhout en ieder jaar werd er fruit geoogst in de boomgaarden.
Bomen in een landbouwlandschap waren dus een win-win! Deze toepassingen zijn grotendeels in onbruik geraakt, waardoor bomen en struiken op grote schaal uit het landschap verdwenen. En daarbij ook hun functies voor mens, plant, dier, bodem en klimaat. Tegenwoordig draait het tij en is het voordeel van bomen en struiken opnieuw algemeen aanvaard.
Natuurlijk vragen bomen en struiken van de boer een investering, niet alleen voor de aanplant maar ook voor het beheer. Bovendien leiden ze ook wel eens tot verlies van opbrengsten doordat ze schaduw werpen en ruimte innemen. Dit project wil landbouwers daarom niet enkel ondersteunen bij de aanplant, maar ook compenseren voor hun opbrengstverlies. Op die manier streven we ernaar opnieuw meer bomen en struiken te zien in het landbouwlandschap.
Boslandbouw (in het Engels: agroforestry) is een landbouwsysteem waar bomen en/of struiken gecombineerd worden met gewassen of het weiden van vee op eenzelfde perceel. Bij een goed werkend boslandbouwsysteem hebben beide een neutrale of positieve invloed op elkaar.
De bomen en struiken in de landbouwpercelen leveren ook heel wat ecosysteemdiensten die bijdragen tot een klimaatrobuust landschap: ze verhogen het waterbergend vermogen van de bodem en de bodemvruchtbaarheid, het zijn dragers van biodiversiteit, ze doen aan luchtzuivering, … en uiteraard leggen ze koolstof vast!
Dat doen ze enerzijds door koolstof op te slaan in hun bovengrondse en ondergrondse biomassa. Anderzijds zorgt onder meer de jaarlijkse bladval voor een stijging van het bodemkoolstofgehalte. Voor deze bewezen ‘diensten’ aan de maatschappij bieden we de landbouwer via dit project een vergoeding aan.
Binnen het project wordt berekend hoeveel koolstof er wordt opgeslagen op de boslandbouwpercelen. Hiervoor wordt kennis gebruikt uit literatuurstudies, veldmetingen en simulaties met behulp van de koolstofrekenmodule CARAT (CARbon Agroforestry Tool).
De vastgelegde koolstof zal gemonitord worden op jaar 5 en jaar 10 na aanplant om de effectieve evolutie in koolstofstock van deze percelen nauwkeurig op te volgen en toekomstige inschattingen verder te verbeteren. Zo zal deze bestaande tool dankzij dit project verder op punt gesteld worden. Meer info via Climate neutral enterprises through carbon storage in agroforestry – ILVO Vlaanderen
Wil jij je CO2-uitstoot uit de lucht halen en tegelijkertijd zorgen voor meer bomen en struiken in het landbouwlandschap van Vlaanderen? Dat kan via dit project! Jouw gift om je uitstoot te capteren wordt geïnvesteerd in de ondersteuning van landbouwers die meer bomen en struiken willen aanplanten en beheren op hun percelen. Je kan je uitstoot laten capteren via onze too Treecological door op dit blokje te klikken, of surf naar www.treecological.be .
De CO2-concentratie in de atmosfeer moet omlaag, daarom blijft emissiereductie prioritair. Het capteren van onze uitstoot mag geen vrijgeleide zijn om niet te werken aan reductie van de uitstoot. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat CO2-uitstoot onvermijdelijk is in onze huidige maatschappij. Het capteren ervan is een van de opties om op korte termijn de CO2-concentratie in de lucht naar beneden te halen, in afwachting van een energietransitie en technologieën die toelaten om te evolueren naar een klimaatneutrale samenleving. We stelden een pagina op die verder in detail gaat over dit project.
Vijf Oost-Vlaamse landbouwers nemen deel aan dit pilootproject. Hun gemeenschappelijke doel: koolstof vastleggen via agroforestry, bijdragen aan een duurzame landbouw en daarvoor een billijke vergoeding krijgen.
Isabelle staat aan het hoofd van het Smissenbroek, een ecologisch en biologisch tuin- en landbouwbedrijf in Oosterzele. Ze woont met haar gezin samen met nog enkele jonge gezinnen op het domein van haar ouders. De huizen zijn omgeven door een moestuin en bloementuin, en de landbouwpercelen liggen verder rondom verspreid. Voorlopig teelt ze voornamelijk biologische voedergewassen, vanaf volgend jaar hoopt ze ook te kunnen experimenteren met bakgranen. Op verschillende percelen wil ze de transitie maken naar een meer natuurinclusieve landbouw, met veel aandacht voor een gezonde bodem.
Isabelle haar groene vingers komen niet uit de lucht gevallen, haar moeder is tuinarchitect en het landbouwbedrijf heeft ze van haar vader overgenomen na zijn overlijden. ‘Als kind hadden we geen televisie, en waren we constant buiten aan het spelen.’ ‘Wij waren altijd te vinden in de tuin of in de velden’.
We lopen via de moestuin en langs een stuk bos richting een van de landbouwpercelen. Het bos is eeuwenoud, waardoor de typische voorjaarsflora zoals bosanemoon en Salomonszegel tot in de tuin prijken. Langs de rand van het bos is een buitenklasje ingericht met boomstammetjes. ‘Ik vind het super belangrijk dat kinderen weer leren hoe de natuur werkt, en waar ons voedsel vandaan komt.’ ‘Daarom stellen we deze locatie beschikbaar voor scholen in de buurt die hier samen met de leerlingen willen komen bijleren over het bos en over het belang van een gezonde bodem’.
Ze vindt het belangrijk én erg leuk om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn: samen met haar gezin en de andere inwoners kweken ze hun eigen groenten en kruiden in een grote moestuin en kruidentuin, oogsten ze fruit en noten uit de boomgaard, zorgen kippen voor eieren en bijen voor honing. Er is heel wat werk te verrichten op het domein dag in dag uit, er lopen dan ook verschillende projecten en initiatieven waar particulieren en bedrijven kunnen aan deelnemen (via een lidmaatschap of eenmalige activiteit). Je kan er komen tuinieren, zaaien en mee oogsten uit de moestuin, bloemen en bessen plukken en het lekkers leren verwerken in gerechten via workshops of activiteiten.
Op de verschillende landbouwpercelen die bij het domein horen wil Isabelle de huidige teelten gaan combineren met bomen en struiken, voornamelijk voor vruchtenteelt. ‘Bomen en struiken in en langs de percelen zijn cruciaal om de bodem te beschermen tegen hitte en droogte, en via hun bladval verbeteren ze de bodemkwaliteit’ zegt Isabelle. ‘We willen graag meer appels en bessen produceren om te verwerken tot vruchtensappen: appelsap gemengd met bv. vlierbes, cassis of gele kornoelje’. Op onze vraag waarom ze specifiek aan dit project wil mee doen antwoordt ze ‘de koolstofopslag die dankzij de aanplant kan gebeuren draagt bij aan onze strijd tegen klimaatverandering. Het is belangrijk om hier met z’n allen ons steentje aan bij te dragen.’
Isabelle wil graag zelf ook communiceren over het project met haar ‘buurboeren’. Ze vindt het belangrijk om deel te nemen aan dergelijke pilootprojecten om zelf bij te leren en de resultaten mee uit te dragen. Ze is dan ook enthousiast om thematische excursies te laten doorgaan op het domein, en wil via een informatiepaneel op de hoek van het perceel het project en de beoogde resultaten in de kijker zetten.
Via het Carbon Farming project worden hoogstamappelaars geplant in een alley cropping systeem en wordt een houtkant met bessenstruiken (cassis, vlier) en rode kornoelje geplant.
Hof van Dorset heet het biologisch veebedrijf van Dieter en zijn vrouw Svenja. Dorset is het schapenras dat ze er kweken. Dieter bracht het ras in 2010 mee van Engeland, waar het geprezen wordt om de smaak van het vlees, maar ook om de robuustheid van het dier. Engeland staat gekend om z’n hagen in het platteland. Dieter wil graag deze landschappelijke troef ook op zijn percelen realiseren.
Dieter vindt het welzijn van zijn dieren erg belangrijk. De vele hagen op het platteland in Engeland getuigen van een eeuwenoude traditie, waar ze de veekering vormden voor grazende schapen. “Heggen en hagen bieden beschutting voor de dieren, en zijn bovendien mooi en waardevol voor de biodiversiteit”, zegt Dieter. Hij wil daarom hagen aanplanten rondom verschillende van zijn weides.
Naast schapen worden ook Hereford runderen en varkens gekweekt voor het vlees op het bedrijf van Dieter. De runderen zijn robuuste dieren die niet worden bijgevoederd, en kalven op de weide. Beschutting op de wei is dus belangrijk, en Dieter schat de aanwezige bomen sterk naar waarde. “De runderen gaan steevast in de schaduw van de bomen staan tijdens warme dagen. Ook tussen de brandnetels vertoeven ze graag. Ze eten er ook van. “Veel mensen vinden het onkruid, maar ik vind brandnetels waardevol in mijn weides. Het zijn waardplanten voor heel wat vlinders.”
Op zijn eigen gronden staan mooi onderhouden knotwilgen, die genoeg hout opbrengen voor het verwarmen van de boerderij. Oude knoesten die afgestorven zijn, houdt hij in de weides als structuurelement voor zijn koeien. “Ze spelen hier graag mee”. Onder de knotwilgen ligt takhout op hopen gestapeld. “Zo bieden de takken een thuis aan tal van andere dieren”. Dieter pacht ook verschillende gronden waar zijn koeien grazen. Daar is de eigenaar zelf al aan de slag gegaan en heeft bomen geplant die hij zelf heeft opgekweekt. Dieter wil deze bomenrijen nu graag vervolledigen.
De boerderij is ook een zorgboerderij. Jongeren die het moeilijk hebben, kunnen hier hun gedachten verzetten en de handen uit de mouwen steken. Dieter geeft ook de vakken lassen en onderhoudsmechanica aan scholieren en jongeren in Brussel. “Zowel het lesgeven als het boeren voelen aan als een roeping voor mij”, lacht Dieter.
“Voor beide stielen is het hard werken, maar zo heb ik het graag”. Dieter en zijn vrouw verwerken alles zelf op de boerderij. Het voeder voor hun dieren komt van hun eigen velden en van gepachte velden vlakbij. Ze kweken gras en graan voor hun vee, voederbiet voor de jonge runderen en voor de schapen, aangevuld met luzerne. “Ik ben ervan overtuigd dat we in het kader van klimaatverandering met z’n allen minder vlees moeten gaan eten, maar ook ‘beter’ vlees: lokaal gekweekt, met voedsel uit de graasweides of van de nabijgelegen akkers.”
Via het Carbon Farming project zullen 500 m hagen en heggen aangeplant worden.
Het biologisch melkveebedrijf van Frank is gelegen in de idyllische Vlaamse Ardennen. Ook de vader en de grootvader van Frank waren landbouwer in deze regio, en zij produceerden hun eigen cider afkomstig van appels van de boomgaarden op hun percelen. Dit wil Frank nu ook gaan doen.
Frank neemt ons mee naar de weides waar zijn koeien lopen, hij wil er appelbomen aanplanten, en liefst lokale, oude appelrassen. “Dat is een familietraditie die ik levend wil houden”, zegt Frank. “Ik wil een mengeling van streekgebonden soorten aanplanten, deels om cider van te maken en deels om via de korte keten te verkopen aan de mensen uit de streek”.
Frank herinnert zich, zeker nu, hoe het vroeger in de zomer altijd koeler was in de boomgaard van zijn vader. Ook de koeien van Frank ondervinden last van de hete zomers, met de aanplant van bomen wil Frank hun welzijn verhogen. Hij zag immers al vaak genoeg dat wanneer ze kunnen, zijn koeien graag de beschutting van bomen opzoeken.
De percelen van Frank liggen verspreid in het glooiende landschap, waar van oudsher bomen en houtkanten aanwezig waren. Frank wil dit traditionele landschap nu voor een stuk herstellen. Op een hoger gelegen perceel wil hij bomenrijen aanplanten, deels voor houtproductie en deels voor de teelt van noten. Ook hier mikt hij opnieuw op de verkoop van zijn producten via de korte keten.
Een ander perceel grenst aan een verwilderd bosje. Langsheen de perceelsgrens zal een haag aangeplant worden, die ervoor moet zorgen dat de bramen uit het bosje niet op het perceel gaan woekeren. “Ik ben ervan overtuigd dat bomen iets kunnen betekenen voor de landbouw”, zegt Frank. “We moeten hun functies opnieuw ontdekken”.
Frank experimenteert momenteel al met de teelt van oude granen en maïs. Vaak zijn dit meer resistente en sterkere soorten, en sommige molenaars en bakkers zijn geïnteresseerd in die ‘speciallekes’. “Ik verbouw graag streekproducten, het zijn producten met een meerwaarde”, zegt Frank, “en ik wil hetzelfde doen met de bomen en struiken die ik aanplant”.
Via het Carbon Farming project zal 2 hectare agroforestry gerealiseerd worden, waaronder een hoogstamboomgaard, alley cropping en een houtkant.
Veerle is al de vierde generatie binnen haar familie op de boerderij in Zarlardinge. Zij neemt het melkveebedrijf over van haar vader Roland. Veerle is advocate milieurecht en stedenbouw, en maakt samen met haar echtgenoot de carrièreswitch naar landbouwer. Haar twee zonen studeren zelf aan de landbouwschool en willen op termijn mee ‘boeren’ met hun ouders. Vader Roland heeft altijd al de gewoonte gehad om bomen te planten nabij de hoeve en langs de graasweides en akkers. Dochter Veerle wil deze traditie eer aandoen en nog een heel aantal extra hagen en bomenrijen planten.
We lopen via de boomgaard die weelderig bloeit in de richting van enkele van de graasweides voor de koeien. In totaal gaat het om 65 hectare voor 75 melkkoeien en 5 Engelse Longhorns. De Longhorns zijn echte oerbeesten (dubbeldoel) die enkel gekweekt worden op gras. De stier, hoewel zachtaardig, draagt niettemin een stoere neusring. De melkkoeien zijn nieuwsgierig en komen ons begroeten.
De koeien worden gemolken in een visgraatmelkstal. ‘We verkiezen dit boven een melkrobot, want zo heb je meer contact met de dieren en onderhoud je een band’. Het is duidelijk dat het welzijn van de koeien erg belangrijk is voor Veerle en Roland. ‘Mijn zoon kent alle 75 koeien bij naam, en elk nieuwgeboren kalfje krijgt een kruisje op het voorhoofd. Een familietraditie die mijn zoon verderzet’ vertelt Veerle trots.
Veerle vertelt fier dat haar vader in de streek al de meeste bomen heeft aangeplant, terwijl er veel boeren net bomen verwijderen van hun percelen. Ze plantten reeds twee keer eerder aan met het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen en deden ook mee met het project Populier van Hier van BOS+.
Roland vertelt over de traditie van bomen planten en onderhouden tijdens zijn jeugdjaren op de boerderij. ‘Vroeger moesten we hagen knippen en lakken voor de “champetter”, die rondkwam om te kijken of ze wel behandeld werden tegen de larven van verschillende keversoorten. Nu zijn ze daarvan afgestapt: die kevers kunnen geen kwaad.’
Via dit project komen er eiken en populieren langs de graasweides, in de weide zelf komen notelaars. ‘De koeien staan graag onder de notelaars. Bij hitte en droogte of bij regen, en ze hebben daar ook minder last van de insecten’ vertelt Roland (dankzij de juglon die vrijkomt uit de bladeren, red.). De bomen worden dus in de eerste plaats aangeplant voor een groter comfort voor de dieren. ‘Dat we dankzij de aanplant ook koolstof opslaan, is mooi meegenomen’, lacht Veerle.
Simon is al de vijfde generatie binnen zijn familie op de hoeve in Kruisem. Hij produceert er aardappelen, maar vooral een zeer uitgebreid aanbod aan granen waaronder tarwe en spelt, peulvruchten zoals linzen, bonen en soja en pseudogranen zoals boekweit. Sinds 2016 is hij volledig biologisch gaan telen. Hij zet sterk in op korte en lokale ketens tussen bio-boer en consument.
Simon bewerkt in totaal zo’n 50 ha in Kruisem en omstreken, in de mooie Vlaamse Ardennen. In de streek, met de zeer vruchtbare zandleemgrond, worden vooral aardappelen geweekt. Maar Simon kiest bewust voor granen als hoofdteelt, die bestemd zijn voor humane voeding. ‘Ik vind het belangrijk om kwaliteitsvolle, biologische granen te telen. Deze grond laat het toe om zo’n hoogwaardige producten voort te brengen. Ik zet me daar dan ook volop voor in’ vertelt hij trots.
Samen met enkele andere biologische graantelers uit de streek, heeft Simon het samenwerkingsverband BioGrano opgericht (Biograno.be). Zij maken werk van de verwerking en verkoop van lokaal geteelde granen, waar ze een eerlijke prijs voor vragen. Simon zijn grootste afnemers zijn graanmolens uit de streek, waaronder de Ijzerkotmolen die de granen verwerkt tot biologisch bloem en meel, en Ohne (de verpakkingsvrije winkel, red.).
Tijdens het terreinbezoek aan het perceel waar we een houtkant zullen aanleggen binnen dit project, wijst Simon naar een prachtig bloeiende wilg. ‘Dankzij wilgen op de perceelsranden kunnen wilde bijen hier ook voedsel vinden vroeg in het seizoen, als er nog niet veel andere planten in bloei staan’. Simon gaat verder: ‘Ik vind houtkanten aanplanten langs mijn velden logisch om te doen, het is een mooie samenwerking tussen landbouw en natuur’.
Simon heeft langs een aantal van zijn percelen eerder al houtkanten aangeplant. Ze mogen breed uitgroeien, en hij houdt ze in cyclisch hakhoutbeheer. Ook heeft hij al beheerovereenkomsten lopen met de VLM onder de noemer faunavoedselgewas, waarbij op een aantal van zijn percelen hij een deel van zijn granen niet mee oogst. Die mogen blijven staan tot vroeg in het voorjaar, zodat akkervogels zoals de geelgors en veldleeuwerik er voedsel kunnen vinden. Verderop teelt hij ook granen op een open kouter, waar de kievit broedt. ‘Daar wil ik dan weer géén houtkanten planten: de kievit heeft een open landschap nodig. Ik plant ze daarom niet zomaar overal aan, maar hou graag rekening met de soorten in ons landschap’.