Kaartanalyse van het Vlaamse bos toont aan dat er zich een verschuiving voordoet. Waar voor de Wereldoorlogen nog veel bos was in West-Vlaanderen en weinig in Limburg, schoof het bosareaal meer op naar Limburg. Recentere analyse toont een nieuwe kentering. Onze bossen zijn op wandel, en dat is geen goed nieuws.
Van oost naar west
De Vlaamse bossen zijn op wandel. Hoewel we op de Ferrariskaarten van eind 18de eeuw zien dat de provincie West-Vlaanderen het meest bebost was, keerde die trend de voorbije eeuwen. Vandaag tellen Limburg en Antwerpen aanzienlijk meer bos dan de andere provincies. West-Vlaanderen is zelfs extreem bosarm. Zo is het aandeel bosoppervlakte van Limburg 19 à 20% en van West-Vlaanderen amper 2 à 3%.
Maar uit onze analyse van de voorbije 30 jaar blijkt dat de bossen nu opnieuw van oost naar west aan het verhuizen zijn. De intussen bosrijke oostelijke provincies beginnen bos te verliezen, wat slechts ten dele gecompenseerd wordt door een versnipperde (her)bebossing die zich voorzichtig ook in het westen voordoet. Zo vond de voorbije 15 jaar een derde van de bosverliezen plaats in de provincie Limburg, en een derde in Antwerpen.
Weg uit woon, industrie en recreatie-gebied
Ook zien we een grote verschuiving van bos tussen planologische bestemmingen de voorbije 15 jaar. Bijna een derde van de oppervlakte bos en aaneengesloten hooggroen ligt namelijk buiten een groene bestemming en is met andere woorden ruimtelijk bedreigd, oftewel ‘zonevreemd’. In de praktijk leidt dat ertoe dat bossen in harde bestemmingen zoals woon-, industrie- en recreatiegebied gekapt worden en nadien vooral gecompenseerd worden in zachte bestemmingen zoals landbouwgebied.
Volgens onze analyse is sinds 2009 ruim 30% van het bos en aaneengesloten hooggroen in woongebied verdwenen en slechts gedeeltelijk ‘gecompenseerd’ in woongebied. Dat veroorzaakt een netto afname van het bos en aaneengesloten hooggroen in onze bebouwde omgeving met maar liefst 10%.
Dat geldt in het bijzonder voor steden, waar we een grote uitstroom van stedelijk bos naar landelijk gebied zien. Zo werd in Antwerpen van de 77 hectare ontbossing tussen 2018 en 2021 slechts 2 hectare rechtstreeks binnen de gemeentegrenzen gecompenseerd.
In industriegebied vond een bosverlies plaats van 11,7%, en in recreatiegebied zagen we een afname van 4,2%. Ook deze gebieden kennen aanzienlijk meer bosverlies dan boswinst. Respectievelijk 29% en 23% wordt niet in dezelfde bestemming gecompenseerd.
In landbouwgebied zien we een relatief grote bosdynamiek. Zo vindt een vierde van de totale winsten en verliezen van bos in landbouwgebied plaats, terwijl hier maar zo’n 15% van het bosgebied staat.
Versnipperd bos
De beweging van de bossen gaat gepaard met versnippering. Zo werd de 56 hectare ontbossing door Ineos Project One in de Antwerpse haven gecompenseerd op tientallen piepkleine perceeltjes verspreid over heel Vlaanderen.
Versnippering leidt tot minder kwaliteit. De gemiddelde aaneengesloten oppervlakte van een bos was in 2021 met amper 12,8 hectare zeer klein, en bovendien is die trend sinds 2009 negatief. We hebben een groot aantal heel kleine bossen – meer dan de helft van onze bossen is kleiner dan 2,5 hectare – en een klein aantal grote bossen die wél veel van de totale bosoppervlakte uitmaken.
Amper 2% van onze bossen is groter dan 100 hectare, maar samen staan zij in voor ruim de helft (52%) van de totale bosoppervlakte. De versnippering leidt er ook toe dat onze bossen meer impact ervaren van negatieve milieu-invloeden die zich vooral voordoen langs de rand van het bos – zoals stikstofdepositie – omdat de bosrand een relatief groot deel van het bos uitmaakt.
Oorzaak: boscompensatie
De verschuiving en versnippering van onze bossen is sterk verbonden met het mechanisme van boscompensatie, dat grotendeels gedreven wordt door opportuniteiten en grondprijzen, in plaats van visie. Ook kent het boscompensatiemechanisme een lange geschiedenis van ondermaatse monitoring en beheer, wat geleid heeft tot een enorme achterstand van wel 1500 hectare bos in 2016 dat nog gecompenseerd moet worden.
Tot op vandaag is deze achterstand – die berekend werd door het Rekenhof – niet weggewerkt. De nieuwe boscompensatieregeling van 2022 pakt een aantal pijnpunten in de huidige regeling aan, onder andere door de overheden die vergunningen verlenen te responsabiliseren, lokale en strengere compensatieregelingen te faciliteren en versnippering in te perken. Het is dan ook afwachten hoe dit in de praktijk zal uitdraaien.
Verder lezen?
Onze bossen verdwijnen aan een snel tempo, ook de meest waardevolle. Lees er meer over in deel 2: Dweilen met de kraan open en deel 3: Waardevol bos is weerloos.
Naar het volledige rapport.
Naar de campagnepagina.