Met de intrede van de herfst is ook het seizoen voor hakhoutbeheer langs wegen en waterwegen weer van start gegaan. Die beheersvorm – waarbij jonge bomen en struiken op regelmatige basis onderaan afgezet worden waarna er nieuwe twijgen kunnen opschieten – levert wanneer goed uitgevoerd winsten voor verkeersveiligheid (minder kans op zware takken op wegen of catastrofale botsingen wanneer men van de weg geraakt) én biodiversiteit. Maar de voorbije jaren zagen we helaas nogal wat slechte voorbeelden van groenbeheer in bermen: volgroeide bomen die geen probleem voor de verkeersveiligheid stellen, maar onder het mom van hakhoutbeheer worden omgehakt, illegale ontbossingen, of veel te lange stroken die in één passage worden afgezet. Dit leidde regelmatig tot verontwaardiging bij burgers en begin vorig jaar nog tot in het parlement.
De lancering van een nieuw charter voor het groenbeheer langs Vlaamse (water)wegen, voorgesteld door Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld), komt dan ook niets te vroeg. Daarin engageren de Vlaamse Waterweg en het Agentschap Wegen en Verkeer zich tot een correct (hakhout)beheer op hun terreinen, in samenwerking met natuurorganisaties, het INBO en het Agentschap Natuur en bos. Positieve punten in de voorgestelde aanpak zijn o.a. het gefaseerd werken (op voorwaarde dat dit gebeurt in stroken van maximum 200 meter), de opbouw van een digitale inventarisatie om beheer beter te kunnen monitoren en plannen, en een betere communicatie van geplande werken richting burgers en lokale besturen. Meer aandacht mag van BOS+ nog gaan naar exotenbeheer – een grote uitdaging langs heel wat van onze wegen – en naar de integratie van toekomstbomen. Door waar mogelijk in elke hakhoutstrook een aantal bomen (bv. 2 per 100 meter) niet mee af te zetten maar te laten uitgroeien tot opgaande bomen ontstaan meer gevarieerde bermen met belangrijke voordelen voor biodiversiteit.
Lees de persmededeling.