In de vroege Middeleeuwen strekte het Waverwoud zich uit tussen Nete en Dijle. De Hondsbossen zijn daar op vandaag een restant van. Het bestond uit venen, bossen en open, heideachtige stukken. Wat nu nog rest van het woud, ademt nog steeds de magie van weleer. Het huidige Waverwoud, met een oppervlakte van 114 ha, werd in december 2014 erkend als natuurgebied. De natuurgebieden die onderdeel uitmaken van het Waverwoud zijn de Hondsbossen, Gasthuisbossen, Zuurbossen, het Vossenbergbos en de Brede Zeyp.
De Hondsbossen worden beheerd door Natuurpunt en hebben een totale oppervlakte van 30 ha. Het is een bos met statige eiken, slanke berken en warrige wilgen. In hun schaduw lokken lijsterbes en sporkehout vele insecten. Op de humusrijke bodem tooien meiklokjes, dalkruid en bosanemonen de lente met hun giftige pracht. Mysterieuze varens, dood hout en lianen kamperfoelie geven het bos een echte oerwoudsfeer. Roofvogels en spechten voelen er zich veilig thuis. In de herfst en de winter valt de grote verscheidenheid aan paddenstoelen en mossen op. Op de open plekken groeien het pijpenstrootje en biezen maar ook bloeit er tormentil, wederik en blauwe knoop. Melkeppe vormt er een voedselbron voor koninginnenpages. In de wat voedselrijkere graslanden brengen de boterbloem, pinksterbloem en herfstleeuwentand kleur.
De uitgebreide wandelbeschrijving vind je op de site van Pasar.