Wandeling in en rond het Raspaille-, Moerbeke-, en Karkoolbos in Geraardsbergen
Wandeling in en rond het Raspaille-, Moerbeke-, en Karkoolbos in Geraardsbergen
“De Helix” is een Vlaams natuur- en milieueducatief centrum. Elke schooldag worden er groepen kinderen wegwijs gemaakt in de natuur. Af en toe is de Helix ook tijdens het weekend geopend. De tentoonstelling en de educatieve tuin met waterzuivering en een hoekje voor bijen zijn zeker een bezoekje waard.
Er ontvouwt zich een pittoresk landschap met golvende weiden, knotwilgen, een meanderende beek en op de achtergrond het 180 ha grote boscomplex. In elke rij knotwilgen broedt een paar steenuilen.
In 1750 was het bos drie keer groter dan nu. Deze holle weg was toen nog een bospad. De varens, daslook en wilde hyacinten in het talud zijn daar het bewijs van.
De bronbeekvallei aan je linkerkant werd tijdens de laatste ijstijd gevormd. Het hakhoutbosje bij de bosrand is de uitloper van een mooi stuk bronbos met reuzenpaardestaart, eenbes, keverorchis, dotterbloem, slanke sleutelbloem en hangende zegge. In de bodem zit nog een dikke laag veen. De weide rechts bij de bosrand wordt extensief begraasd door de schapen van een bioboer. Ze vertoont de eerste tekenen van spontane verbossing. In ruige hoekjes schieten immers jonge bomen op en langs de bosrand vormt zich een zoom van bramen en struiken. Zo wordt de scherpe grens tussen bos en weiland geleidelijk vager.
Van de bosrand tot de eerste bocht volgen wilde hyacinten, kleine maagdenpalm en daslook elkaar op. Deze schitterende vegetatie is van Europees belang. Reden waarom het Raspaillebos deel uitmaakt van een Europees habitatgebied en mede bekroond werd door een LIFE project. Op het grijze bord aan de ingang vind je hierover meer informatie.
De Juffrouwkapel dateert uit de 17de eeuw. Volgens de legende waren een gebed in de kapel en een dronk uit de bron er vlakbij, goed tegen tandpijn. We raden de heildronk vandaag af wegens de sterk bemeste maïsakkers hogerop.
Het hoefijzervormige talud is de rand van een immens bronamfitheater. Dit is ontstaan doordat een groot pak met water verzadigd zand wegschoof op de onderliggende kleilaag. Overal in de helling sijpelt kalkrijk water uit de bodem en ontspringen er beekjes. Deze zijn de levensaders van het bos. Veel voorjaarsbloeiers zijn er immers afhankelijk van.
Op het perceel aan je rechterkant werden alle Amerikaanse eiken gekapt. Bedoeling is om een gemengd bos met zomereik, beuk en haagbeuk te bekomen. Op de droge helling groeit lelietje-van-dalen. In de vochtige hellingknik vormen bosanemonen een wit tapijt. In maart kan je hier tevens wilde narcissen bewonderen.
Rechts zie je de verschillen in beheerstrategie tussen het Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt. Natuurpunt streeft naar spontane verbossing; door het Agentschap worden bomen geplant. Ook vervangen ze vaak hakhout door hooghout. De twee vormen van bosbeheer zijn complementair en zorgen samen voor een grotere biologische diversiteit.
Het hof ten Steenborre behoorde toe aan de Sint-Adriaansabdij. Ooit was hier het raakpunt van drie kloosters: de Benedictijnenabdij Sint-Adriaans van Geraardsbergen, het Dominicanenvicariaat van Atembeke en de Sistersiënzerinnenabdij van Grimminge.
De heuvel links is de Grote Molenberg. Het is een uitloper van de Oudenberg, bekend van het Krakelingenfeest en de Muur van Geraardsbergen. Je kijkt naar een landschap met een hoog pittoresk gehalte. Tegen de heuvel prijkt het kerkje van Onkerzele.
Tijdens de laatste ijstijd werd een dik pak fijne leem uit de arctische grindwoestijnen opgewaaid en over onze streek uitgestrooid. Deze golvende leemkappen zijn uiterst vruchtbare landbouwgronden.
De wildernis links van de grazige dreef was in 1999 een kale vlakte, nadat de vorige eigenaar alle bomen van enige omvang had gekapt. Intussen keert het bos in ijltempo terug. Waar het kroondek al dicht is, kwijnen de bramen weg en duiken de voorjaarsbloeiers weer op. De situatie is er ideaal voor middelhout, een vorm van beheer die mee aan de oorsprong ligt van de rijke vegetatie. Zelfs de naam draagt er de sporen van. ‘Raspe’ komt immers uit het Oud-Vlaams en duidt op schaven en hakken.
Het bos links van de dreef is van recente datum. In de jaren zestig werden weiden ingeplant met populieren. Deze werden in de jaren tachtig gekapt en vervangen door een tweede generatie. Er heeft zich een struiklaag gevormd met hazelaars, zwarte els en vlier en bosplanten hebben de bodem gekoloniseerd.
Rechts stroomt een bronbeek door een lieflijk valleitje. Wie er vroeg bij is, kan met wat geluk reeën zien grazen. De vos controleert hier dagelijks zijn territoriumgrenzen.
De plantages behoren tot het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Hier worden populieren, en in mindere mate ook inlandse bomen, getest op snelgroei en weerstand tegen ziekten. In de bosbouwsector is dit proefcentrum wereldwijd gekend.
Ga op pad en deel je mooiste bosfoto’s met ons. Wie weet krijg je wel een plekje op onze website. Bekijk de eerdere inzendingen en ontdek hoe je zelf foto’s kan delen.
FotogeniekKen je een route die zeker niet mag ontbreken?
Doe een wandel- of fietsvoorstel en word ambassadeur van BOS+.